Startpagina Economie

ABS blij met gerichtere betalingen in GLB

Voorzitter Hendrik Vandamme van het Algemeen Boerensyndicaat is blij dat binnen een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) meer geld terecht lijkt te komen bij echte landbouwers, kleine bedrijven en jonge boeren. Vandamme vreest ondertussen ook dat het GLB- budget zal dalen en nog meer ‘herverdeeld’ wordt richting Oost-Europa.

Leestijd : 3 min

Woensdag presenteerde Eurocommissaris Phil Hogan een eerste voorstel voor het nieuwe GLB dat zal ingaan in 2020. De presentatie kreeg de titel “The Future of Food and Farming”. Zoals de titel al doet vermoeden, krijgt voedsel naast de traditionele focus op de landbouw meer ruimte binnen het GLB. Het motto is: een flexibel, eerlijk en duurzaam GLB.

Voorzitter Hendrik Vandamme van het Algemeen Boerensyndicaat (ABS), dat circa 4.000 leden telt, vindt elementen van het door Hogan gepresenteerde voorstel positief. “Het is de bedoeling dat meer geld terecht zal komen bij landbouwers die voor hun inkomen echt van landbouw afhankelijk zijn. In het huidige GLB kan iemand die 5 procent van zijn inkomen met landbouw verdient steun krijgen. ABS is er voor dat makelaars, grootgrondbezitters etc. minder landbouwsteun krijgen, en echte landbouwers meer.”

Vandamme, die een akkerbouwbedrijf vlakbij Oostende exploiteert, is ook blij met een lager maximumbedrag aan directe steun die landbouwers kunnen ontvangen. Getallen boven 60.000 euro zingen rond. De Commissie noemt geen bedragen maar wel een verplicht plafond, dat rekening houdt met de factor arbeid – om werkloosheid te voorkomen. Op deze wijze kan meer geld bij kleinere bedrijven terechtkomen. Vandamme is hier ook voor, maar denkt dat het in Vlaanderen weinig zal betekenen.

Het nieuwe GLB zal wat betreft de Commissie lidstaten meer bevoegdheden bieden om op maat gesneden beleid te maken voor jonge landbouwers. Vandamme: “dat lidstaten dit beleid ook maken, is heel belangrijk. In Vlaanderen is als ik me niet vergis 25 procent van de (voor steun, red) ingediende dossiers afkomstig van personen van boven de 65 jaar. Wij zijn niet voor volledige uitsluiting – sommigen hebben het geld ook nodig naast hun pensioen – maar ik pleit wel voor meer differentiatie ten voordele van jonge boeren.”

“Maar”, aldus Vandamme, “dan is een financiële wortel voorhouden niet voldoende maar moet een veel breder beleidskader worden ontwikkeld. Dus ook de vergunningverlening moet worden vereenvoudigd en de beschikbaarheid van grond moet worden vergroot, bijvoorbeeld door aanpassing van de pachtwet.” Over de plannen voor een grondenbank, zoals Fedagrim (organisatie voor machinefabrikanten- en importeurs) laatst suggereerde. “Daar is ABS voor maar ik vrees dat we de trein gemist hebben.”

Vandamme waakt voor teveel optimisme over de plannen. Met het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU verdwijnt een grote nettobetaler. “Ik zie de middelen voor landbouw nog niet zo snel verhoogd worden. Nog eerder verlaagd. Daar komt bij dat externe convergentie, herverdeling van middelen van West- naar Oost-Europa, door lijkt te zetten.”

Vandamme mist in de plannen een rechtvaardiger vergroeningsbeleid. Vergroening komt vaak neer dat grond niet of niet optimaal landbouwkundig kan worden benut. “In Vlaanderen liggen de grondprijzen veel hoger dan in Oost-Europa. Voor groente geschikte grond kost tot 100.000 euro per hectare en bij akkerbouw wordt al snel tussen 50.000 en 60.000 euro betaald. Daardoor is de impact van vergroeningseisen hier een pak groter dan in bijvoorbeeld Roemenië of Hongarije, en daarvoor zouden landbouwers gecompenseerd moeten worden.”

J.C.B.

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken