Een 2e actieplan voor soja met nieuwe accenten
Ondersteuning door de overheid is een niet onbelangrijk onderdeel in het project rond soja. Het eerste Actieplan Alternatieve Eiwitbronnen liep van 2011 tot 2015, maar intussen komt ook het tweede actieplan eraan. Hoe het hiermee zit en welke accenten hier worden gelegd, wist Geert Rombouts van het Departement Landbouw en Visserij te vertellen.

Elke realiteit heeft zijn reden van bestaan gevonden uit gebeurtenissen uit het verleden. Geert Rombouts startte dan ook met enkele mijlpalen als reden waarom de situatie inzake eiwitvoorziening is zoals ze nu is. “In 1992 werden de Blair House akkoorden afgesloten. Dat betekende dat de ondersteuning van eiwit- en oliehoudende gewassen werd afgebouwd. Zo werd de teelt van peulgewassen minder concurrentieel, waardoor het areaal, de verwerkingscapaciteit en ook de interesse in onderzoek en veredeling verminderde.
Een tweede belangrijke gebeurtenis inzake eiwitvoorziening, in 2001, was de BSE-crisis. Die zorgde voor een verbod op het gebruik van diermeel, waardoor de behoefte aan plantaardig eiwit toenam. De import van eiwit nam sterk toe: dat kwam neer op een extra importbehoefte in sojaequivalenten van 200.000 ton.” Door deze zaken steeg de afkeer binnen de EU tegen ggo. Ook begon men meer en meer aandacht te spenderen aan duurzaamheid.
China en soja
Platform MVDS
Er zijn daarom verschillende stappen ondernomen. Zo heeft in 2006 de diervoedersector initiatief genomen met het platform voor Maatschappelijk Verantwoorde Diervoeder Stromen. Alle belangrijke spelers uit de keten, ook ngo’s, nemen hieraan deel, hoewel niet iedereen even actief is. De doelstellingen zijn onder andere voedselveiligheid garanderen en het draagvlak binnen de samenleving opkrikken.
Een volgende belangrijke stap was de studiedag in 2008 in het Vlaams parlement, die ging over de mogelijkheden om meer lokaal aan eiwitvoorziening te voldoen. In 2010 heeft de mengvoersector samen met de Vlaamse overheid in hoofde van Kris Peeters een engagementsverklaring ondertekend. Daar stond in dat men ging streven naar maatschappelijk verantwoorde diervoederstromen, maar ook naar maatschappelijke verantwoorde soja. Daar stond tevens in dat de Vlaamse overheid samen met de mengvoederindustrie een actieplan zou opstellen en uitvoeren.
Actieplannen Alternatieve Eiwitbronnen
De doelstellingen van het actieplan Alternatieve Eiwitbronnen liggen op lange termijn en richten zich op de maatschappelijk verantwoorde diervoederstromen en soja, de optimale benutting van eiwitten die voorhanden zijn of komen en de vermindering van de afhankelijkheid van eiwitimport.
“Ondertussen zijn er twee actieplannen uit voortgekomen, en er zullen hopelijk nog meer volgen. Er zullen meerdere vijf jarenplannen nodig zijn. De eerste liep van 2011 tot 2015. In juni 2016 heeft minister van Landbouw Joke Schauvliege het tweede actieplan Alternatieve Eiwitbronnen voorgesteld”, vervolgt Geert.
Tweede Actieplan, nieuwe accenten
De samenleving is voortdurend in verandering. “Er is aan de ene kant de stijgende wereldvraag, maar ook een toenemende aandacht voor het cargo foodprint en klimaatverandering. Ook de landbouw krijgt hierin nog mee te maken. Ten slotte wordt de consument steeds kritischer en die kritische houding is niet steeds gestoeld op wetenschappelijke basis.”
Elk actieplan heeft vijf hefbomen: sensibilisering en voorlichting bij landbouwers, bewustmaking binnen de EU, stimulering van onderzoek, subsidiëring van landbouwers via specifieke maatregelen en het in kaart brengen van valorisatiepaden van bijproducten en nevenstromen. De nieuwe accenten zijn het veranderende beleid inzake het GLB en vergroening en de ontwikkelingen inzake onderzoek.
Sensibilisering en voorlichting
“
Bewustmaking
binnen de EU
“Of sensibilisering in de EU nog nodig is in de volgende actieplannen is niet duidelijk, want er is al heel wat sensibilisering gebeurd en er is hedendaags al veel aandacht voor.” Toch geeft Geert nog enkele punten waarnaartoe gestreefd moet worden. Zo moet maatschappelijk verantwoorde soja gelijkgesteld en geharmoniseerd worden met RTRS (Round Table on Responsible Soy). “Dat in alle lidstaten gelijktrekken is een belangrijke stap voorwaarts.”
Verder moet er worden inzet op
Onderzoek stimuleren
Speciale subsidiemaatregelen
Geert Rombouts is duidelijk: “We willen de subsidiemaatregelen voor een deel behouden, zeker voor de eiwithoudende gewassen, ook in het kader van het ecologisch aandachtsgebied. We zijn erin geslaagd om soja op te nemen in de lijst van stikstofbindende gewassen die in aanmerking komen voor ecologisch aandachtsgebied. Ook hopen we de PDPO-maatregelen (maatregelen van het Programma voor Plattelandsontwikkeling), ook na het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) 2020 te bestendigen zodat landbouwers de grasklaver en vlinderbloemigen ten volle zullen benutten in hun bedrijf.”
Valoriseren van nevenstromen
Onze veehouderij is een belangrijk kanaal voor hoogwaardige valorisatie van nevenstromen, vroeger wel afvalstromen genoemd. “We hopen dat het diermeel terugkomt, maar wel op verantwoorde manier. Verder hebben de biobrandstoffen ook hun plaats verworven, en zijn het belangrijke bronnen voor eiwit. Enige angst zit er in of het altijd even beschikbaar zal zijn.” Ten slotte is er een lange traditie van nevenstromen in de voedingsindustrie, zoals perspulp of bierdraf. Een nieuwe stroom waar BFA wil op inzetten is het eiwit uit niet verkoopbare groenten en fruit te halen.