Startpagina Akkerbouw

Fertigatie biedt meerdere voordelen volgens Arvesta

Begin september organiseerde Arvesta op 2 locaties in Vlaanderen een demodag over fertigatie in de uienteelt. Het gaat hier over een innovatieve methode waarbij water en meststoffen gedoseerd worden toegediend via druppelslangen in de grond. De techniek kent toenemende belangstelling.

Leestijd : 4 min

In Linter zorgde Esther Monard, Business Development Manager Agri & Horti bij Arvesta, voor verdere duiding bij deze techniek die het mogelijk maakt om een teelt verder te optimaliseren. “Gezien veranderende weers- en klimaatomstandigheden kan het wel eens nuttig zijn om hiernaar te kijken.”

Specifieke installatie noodzakelijk

Fertigatie vergt een uitgebreide voorbereiding en een specifieke installatie. Arvesta werkte een mooie praktische oplossing uit waarbij heel wat techniek in een verplaatsbare opslagcontainer gehuisvest is. Denk dan aan een waterpomp, filterinstallatie, venturisysteem om meststoffen toe te dienen en aan de nodige bedieningskasten. Esther Monard geeft aan dat een van de eerste vragen die ze zich stellen is of er een waterbron aanwezig is op het bedrijf en of er al iets van installatietechniek voorhanden is. “Ons voordeel is dat we van A tot Z werken. We begeleidden de teler zodra die het idee heeft om met fertigatie aan de slag te gaan, over de opstart van de installatie tot advies op het veld.” Ze benadrukt dat er met heel zuiver water gewerkt moet worden, dit gaat immers samen met meststoffen door druppelslangen. “Werken met ongezuiverd water bijvoorbeeld rechtstreeks uit de beek zou voor verstoppingen zorgen.”

Een volgende stap is om het veld in te delen in blokken die om beurten water en/of water met meststoffen krijgen. De teler kan kiezen om op zijn wendakker ook fertigatie aan te leggen. Dat kan, maar is praktisch minder makkelijk doordat de spuitmachine bij de gewasbescherming veelvuldig over de waterslangen rijdt en schade aan de installatie kan veroorzaken.

Vanaf de bedieningscontainer vertrekt één hoofdleiding naar het veld, die op het perceel overgaat in meerdere toevoerleidingen, die op hun beurt overgaan in druppelslangen. In Linter werden 6 rijen uien op bedden van 2,25 m gezaaid. Tussen 2 rijen uien lag telkens een druppelslang. Dit jaar werden de uien op 29 april gezaaid. Dat is laat, maar herinner je het late voorjaar van 2024. Pas eind juni is de fertigatie-installatie aangelegd en in de tweede week van juli is die voor het eerst water en meststoffen gaan geven als de uien 20 cm hoog stonden.

De container waar de installatie en alle onderdelen staan om water en meststoffen naar het veld te pompen.
De container waar de installatie en alle onderdelen staan om water en meststoffen naar het veld te pompen. - Foto: TD

Snel starten na zaai

Esther Monard geeft aan dat je het liefst zo snel mogelijk na de zaai je installatie zou moeten aanbrengen, maar dan moeten de weers- en perceelsomstandigheden meezitten. Dat was in 2024 niet het geval. Als de installatie snel na zaai ligt, heb je het voordeel dat ze bij droge weersomstandigheden snel water kan geven, wat het kiemen van het uienzaad bevordert. Ze wijst er nog op dat de druppelslangen met hun ‘gaatjes’ naar boven moeten liggen om verstoppingen te voorkomen en dat ze 5 cm onder de grond moeten liggen om schade door wild of gevogelte te voorkomen.

Op het perceel dat we in Linter bezochten is van de 7 ha zo’n 4,65 ha voorzien van druppelirrigatie. Een 13 à 14 uur arbeid is hiervoor nodig geweest. Esther Monard erkent dat het plaatsen van de installatie veel tijd vergt. “Maar eens het aanligt, ligt het er, en is er geen werk meer nodig om het irrigeren op te starten. Ook het demonteren van de installatie alvorens de uien te rooien vraagt tijd.”

Verder wordt de modulariteit van het systeem geprezen. Afhankelijk van perceelsgrootte en individuele situatie van de teler kan makkelijk opgeschaald worden of bijgestuurd. Naar keuze zijn er waterkranen die de teler manueel schakelt of die elektrisch bediend worden. In de toekomst moet het mogelijk zijn om de installatie met de smartphone te sturen.

Op basis van een grondstaal en een analyse van het water dat gebruikt wordt voor de irrigatie kijken de medewerkers van Arvesta welke meststoffen wanneer nodig zijn. In de beginfase van de teelt worden vooral stikstofmeststoffen toegediend, later, als de uien goed aan het groeien zijn, komen de kaliummeststoffen aan de orde. Per week rekenen de medewerkers van Arvesta voor de teler uit welke bemesting de uien nodig hebben. Op de installatie zijn 2 lijnen met verschillende samengestelde meststoffen aangesloten.

Voordelen ten opzichte van haspelberegening

Esther Monard herinnerde ons nog eens aan het natte jaar dat 2024 is. “Er is al heel wat water uit de lucht gevallen, toch is op het demoperceel hier via fertigatie nog eens zo’n 40 l/m2 bijgegeven verdeeld over een achttal beurten. De laatste week van augustus was dan weer heel warm, waardoor er via de installatie enkel water is bijgegeven, zodat de uien de drogere periode goed konden overbruggen.”

Ze prijst ook de watergift via druppelirrigatie eerder dan via haspelberegening. “Via druppelslangen werk je veel preciezer en is er geen overlap. Tevens is er geen ‘slag’ van het neervallende water, wat er wel is bij haspelirrigatie. Die waterslag zorgt voor verslemping en/of scheuren in de uien, die dan op hun beurt weer een toegangspoort voor ziekten vormen. Dankzij druppelirrigatie geniet je ook van het voordeel dat je het gewas niet nat maakt, maar wel de bodem. Ga je na zaai met de haspel beregenen om een hoger plantaantal bij opkomst te hebben, dan is er gevaar op korstvorming. Dat is er niet bij druppelirrigatie.”

Een opmerkelijke vaststelling die aan het begin van deze zomer gedaan werd, is dat op het deel waar druppelslangen waren aangelegd, de uien er beter bij stonden. Dat heeft volgens Esther Monard te maken met de zuurstof die in de grond is gekomen tijdens het aanleggen van de druppelslangen.

Tim Decoster

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken