Startpagina Veeteelt

Wanneer zorgen voor dieren ook doden betekent

Op 4 oktober vieren we Werelddierendag. Dit jaar valt dit midden in de Tiendaagse van de Geestelijke Gezondheid, die op 10 oktober eindigt met de World Mental Health Day. Kristel Vanderauwera van de Universiteit Antwerpen maakt van deze gelegenheid gebruik om via dit artikel aandacht te besteden aan de geestelijke gezondheid van iedereen die met dieren werkt. Zij sprak met dierenverzorgers, dierenartsen en veehouders over de factoren die bepalend zijn voor hun houding ten opzichte van het doden van dieren.

Leestijd : 5 min

Mensen die met dieren werken, kiezen in eerste instantie voor dit beroep vanuit de wens om voor dieren te zorgen. Het beëindigen van een dierenleven lijkt niet in dit plaatje te passen.

Volgens de Van Dale betekent euthanasie Het op hun eigen verzoek beëindigen van het leven van patiënten die ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Aangezien dit bij een dier niet op eigen verzoek gebeurt, spreken we hier over ‘humaan doden’.

Liever niet doden

“Ik ben er liever niet bij wanneer het wordt gedood”, zegt Eva, een studente Biomedische Wetenschappen, “ik heb thuis zelf konijnen.” Even later valt de deur achter haar toe. Op de operatietafel ligt een konijn, een oude voedster die haar economisch nut al heeft bewezen en die nu wordt ingezet voor onderwijsdoeleinden. De uitvoering van haar ‘goede, milde dood’ is aan mij toevertrouwd. Ook ik heb vroeger thuis konijnen gehad en ook voor mij weegt het zwaar om dit dier te doden. Terwijl ik, voorafgaand aan de dodelijke injectie, wacht tot het dier voldoende gesedeerd is, vraag ik me af welke factoren bepalend zijn voor onze houding ten opzichte van het doden van dieren.

De Caring-Killing Paradox

Charlie L. Reeve beschreef in 2005 voor het eerst The Caring-Killing Paradox, ofwel de stress die resulteert vanuit het conflict tussen het zorgen voor dieren en de noodzaak om ze soms te moeten doden. Hoewel deze paradox eerst werd beschreven bij medewerkers van dierenasielen, is iedereen die professioneel met dieren werkt er mogelijk gevoelig voor.

Stefanie, een medewerker van een dierenasiel, schrijft me hierover: “Hoewel deze beslissing enkel wordt genomen als iedereen erachter staat, blijft het een zware, moeilijke beslissing. Je weet dat er geen andere opties zijn, maar toch heb je het gevoel dat je voor God speelt, en 'eventjes' beslist dat een dier dood moet. Er wordt geen enkel dier ingeslapen zonder dat de betrokkenen hier emotioneel van worden.”

Part of the job

“De moeilijkste beslissingen zijn die waarbij het gaat om jonge dieren of dieren waar je een band mee hebt”, vertelt mijn eigen dierenarts.

Uit het masterproefonderzoek dat Madeleine van Leeuwen in 2022 uitvoerde aan de Universiteit Gent blijkt dat dierenartsen het humaan doden van een gezelschapsdier als een belangrijk onderdeel zien van hun taak. Ze nemen er niet alleen extra tijd voor, maar hechten ook veel belang aan de goede uitvoering ervan en aan het begeleiden van de eigenaar.

Ook dierenartsen die werkzaam zijn in de landbouwsector geven aan dat het doden van dieren een noodzakelijke, maar niet welgekomen taak is. Edwards-Callaway, 2 Amerikaanse onderzoekers, bevestigden in 2020 dat dierenartsen uit de varkenssector de voorkeur geven aan een goede opleiding en duidelijke richtlijnen, zowel voor dierenverzorgers als voor dierenartsen.

“Wanneer een dier lijdt en je uit ervaring weet dat het niet beter zal worden, is er geen reden om het doden uit te stellen”, zegt varkensboer Frank hierover. “Het houden van melkvee is anders dan het kweken van dieren voor vlees. Met sommige dieren ontwikkel je over de jaren heen een emotionele band”, zegt Karel, een melkveehouder. Hij geeft toe dat hij, in de hoop dat het dier toch nog geneest, eerder de neiging heeft om het langdurig te behandelen, dan om het tijdig uit zijn lijden te verlossen.

Wat het doden zelf betreft, zijn de stemmen unaniem: het moet snel en goed gebeuren. Ellen, werkzaam in de pluimveesector, vertelt me dat ze tijdens de opleiding van de mensen die dagdagelijks voor de dieren zorgen zowel aandacht besteedt aan het leren nemen van een onderbouwde beslissing om een dier te doden, als aan de correcte uitvoering van de dodingshandeling zelf.

Noodzaak versus nut

Naast de emotionele band, kan ook de reden waarom een dier wordt gedood en de legitimatie ervan door de maatschappij stress veroorzaken. Steeds meer dierenasielen hanteren een no kill policy. Ze nemen geen dieren aan die niet geschikt zijn voor adoptie. “Gelukkig moeten wij niet vaak dieren inslapen. We hebben een goede samenwerking met enkele andere organisaties, die ook dieren met medische problemen, of heel oude dieren, nog een goede verzorging en indien mogelijk nieuwe thuis kunnen bezorgen. Er is niet meteen een vaststaand protocol, aangezien ieder dier individueel bekeken wordt”, schrijft Stefanie.

Ook dierenartsen uit het onderzoek van de Universiteit Gent benadrukken dat ze alleen dieren euthanaseren in geval van klinische noodzaak.

In Nederland schreef de Raad der Dierenaangelegenheden in hun verslag van 2023 dat het doden van een dier om het uit zijn lijden te verlossen algemeen wordt aanvaard. Voor het doden van dieren die hun functie niet meer kunnen vervullen, die overtollig zijn of die niet langer van economisch nut zijn, is er veel minder steun te vinden.

Balanceren op een slappe koord

“Je probeert steeds te handelen voor het beste van het dier. Daarnaast help je het natuurlijk evenwicht, de natuurlijke selectie in stand te houden”, zegt Bob, een schapenhouder.

Karel moest een kwart van zijn melkveestapel verplicht afvoeren omwille van de regelgeving rond volksgezondheid. “Gezonde koeien op de vrachtwagen zetten is een nachtmerrie. Ik ben een vlotte prater, maar behalve met mijn partner, kon ik daar met niemand over praten.”

“Het blijft balanceren op een slappe koord tussen medeleven en economisch belang”, zegt zijn collega Wendy. Dat laatste valt, in een sector waar de marges klein zijn, niet te onderschatten. Het humaan doden van een dier kost vaak geld en aan het einde van de rit zijn het de boeren en uiteindelijk de dieren die de prijs betalen.

Terwijl de morele status van het dier steeds groter wordt, wordt de band tussen mens en nutsdier steeds kleiner. “Veel mensen voelen een intense connectie met de dieren die ze kennen. Dat ze dieren eten, wordt daarbij graag vergeten”, staat in een interview van Boerenbond met landbouwethicus Stef Aerts. Als vleesetende consument vermijden we inderdaad maar al te graag de realiteit dat een goedkoop stuk vlees niet altijd te rijmen valt met dierenwelzijn.

Het is een ambivalente houding die we ook ervaren in het onderzoek en het onderwijs. Ook daar wordt, waar mogelijk, het gebruik van dieren beperkt en is de legitimatie van het doden van dieren steeds belangrijker. Onze ervaring is, dat het helpt om erover te praten.

De angst verkeerd begrepen te worden

Vooral met veehouders blijft het moeilijk om te praten over het doden van dieren. Ze hebben angst om verkeerd begrepen te worden en geven toe dat ze uit vrees voor negatieve reacties van buitenstaanders het doden en ruimen van dieren uitstellen tot de rustigste momenten van de dag. Hoewel ze dieren kweken voor consumptie, zorgen veehouders naar bestwil en vermogen voor hun dieren. Met hun nuchtere kijk op leven en dood lijken ze minder vatbaar voor de paradox van caring-killing. Spijtig genoeg wordt die nuchtere aanpak door buitenstaanders wel eens verward met ongevoeligheid.

Kristel Vanderauwera (Universiteit Antwerpen)

Lees ook in Veeteelt

Aanvraag IBR-vrij statuut uitgesteld naar 2030

Overdraagbare ziekten Er is meer tijd nodig om IBR in België volledig uit te roeien. Federaal minister van Landbouw David Clarinval (MR) stelt daarom de aanvraag voor een IBR-vrij statuut bij de Europese Unie uit met 3 jaar naar april 2030. Tegen november 2029 moeten alle bedrijven vrij zijn van IBR.
Meer artikelen bekijken