Franken Agro: “Met onze aardappelsnijderij spelen we in op de markt”
Met een areaal van iets meer dan 300 ha is akkerbouwbedrijf Franken Agro uit Mol al meer dan 50 jaar actief in de aardappelteelt. Het grootste deel van de aardappelen gaat naar de verwerkende industrie, het andere deel verwerkt het bedrijf zelf. Met een eigen aardappelsnijderij biedt het geschilde aardappelen en vers gesneden frietjes aan, zowel aan de horeca als aan particulieren in de hoevewinkel.

75 jaar geleden richtten de broers Jos en Jan Franken – afkomstig uit Poppel, een deelgemeente van Ravels in de Noorderkempen – in Mol het bedrijf Franken Agro op. Dat was toen vooral actief in de graanteelt. In 1967 breidden ze het teeltplan uit met aardappelen en suikerbieten. De aardappel gedijde goed in de Kempense zandgrond en was jarenlang de motor van het bedrijf. In 1981 namen de oudste zoon Jos en zijn broers Jan en André het ouderlijke bedrijf over. Een jaar later vervoegde hun jongste broer Herman hen. In 1996 stapten Jan en André uit het bedrijf en nam Jos het over.
Door bruinrot naar Wallonië
In 1992 kende het bedrijf een grote tegenslag toen de bruinrotbacterie ongenadig toesloeg in de regio. “De aardappelteelt werd toen verboden in de Antwerpse en Limburgse Kempen”, vertelt de 76-jarige bedrijfs-leider Jos Franken. “Aardappelen was toen de voornaamste teelt op ons bedrijf. Gelukkig konden we dit gedeeltelijk opvangen door de teelt te verplaatsen naar Braives, in de provincie Luik. Daar richtten we het bedrijf Frapom op, met intussen een opslagcapaciteit van 13.000 ton. We telen er op een dikke 250 ha goede leemgronden. Die aardappelen kunnen we langer bewaren dan de exemplaren die we op zandgronden telen. Die laatste zijn tot uiterlijk april houdbaar, omdat de kwaliteit daarna flink achteruitgaat. De bewaarloods in Braives, die uit 2004 dateert, zal zeker vol geraken. Een deel ervan beschikt over een mobiele mechanische koeling. Dat gebeurde deels in functie van onze eigen frietsnijderij (zie verder), zodat we er aardappelen kunnen bewaren tot eind juni. Met een vrij constante temperatuur in de loods bakken de Bintjes-aardappelen minder snel bruin.”
Daarnaast vond de familie geschikte aardappelgrond (20 ha) in de regio van Sint-Truiden en teelt ze in en rond Mol ook op zo’n 30 ha. “Dat zorgt voor een betere spreiding van mensen en machines doorheen het seizoen”, vervolgt Jos. “Volgend jaar willen we ons areaal in Wallonië nog iets uitbreiden. Onze medewerkers uit Mol bewerken de lokale gronden, maar we werken ook samen met Waalse boeren die wat loonwerk voor ons verrichten.”
Verwerkende industrie
Naast Bintje – voor de eigen frietsnijderij – teelt Franken Agro het vroeg afrijpende ras Première, maar ook Markies en Innovator. “Van juli tot half september verwerkten we Première-aardappelen. Half oktober rooiden we de laatste exemplaren en sloegen ze op in de bewaarloodsen. Eind oktober verkochten we ze, waarna we de gerooide Bintjes uit Wallonië verwerkten. Markies is een hele goede late aardappel die fabrieken in juli en augustus nog kunnen verwerken. Door de samenwerking met de fabrieken kunnen we van dit ras ook nog gebruikmaken op het einde van ons eigen frietseizoen, van mei tot juli. In Wallonië telen we op zo’n 135 ha Innovator, 75 ha Bintje en 40 ha Markies.” Het grootste deel van de aardappelen gaat naar de verwerkende industrie, vooral dan naar de Amerikaans-Nederlandse aardappelverwerker Lamb Weston/Meyer, na het Canadese McCain Foods de tweede grootste aardappelverwerker ter wereld. “We hebben een hele goede relatie met Lamb Weston. Zo nemen ze de ondermaten van onze Bintjes af om ze te gebruiken voor hun wedges. Van de vroege aardappelen verkopen we wel iets meer op de vrije markt.”
Het overige deel van de aardappelen vindt zijn weg via thuisverkoop (hoevewinkel), lokale frituren, horecazaken en supermarkten. “Zelf verwerken we grofweg zo’n 80 ton per week. Van onze circa 30 ton verwerkte frietaardappelen gaat quasi 80% naar frituren. Bij de supermarkten leveren we aan enkele Carrefours en verzelfstandigde Delhaizes, waaraan we naast frieten ook versgesneden groenten en pompoenen leveren. Onze dunne Postelgras-frietjes zijn een van de populairste producten in ons gamma. Uitgesorteerde en geschilde kookaardappelen bezorgen we aan gevangenissen.”
Bewaren en sorteren
In 1988 beschikte Franken Agro al over een aardappelsorteerder. “We kozen er toen voor om aardappelen te sorteren tegen minimaal 30 ton/uur. In die periode werden er ook veel vroege aardappelen geteeld bij collega’s, die we dan voor hen sorteerden. Dat stopte door de bruinrotbacterie. Na die periode kwamen de aardappelen de eerste jaren vanuit Wallonië naar Mol, omdat we hier 2 bewaarloodsen hadden voor respectievelijk 2700 en 1800 ton. Daarna begonnen we in Wallonië met een ‘primitieve opslag’ tussen grote balen stro.
In 2004 bouwden we een deftige aardappelbewaarplaats in Braives. Dat jaar beslisten we ook om frietaardappelen te gaan versnijden. Al snel vroegen enkele frituren exclusiviteit. Ook daar verloopt de afzet moeilijk en moeten we rekening houden met zware concurrentie van collega’s. Het is vechten en steeds moeite blijven doen om je klanten te behouden.”
Spitstechnologie
De ambachtelijke manier van schillen (koudwaterschillen) zorgt ervoor dat de aardappelen hun natuurlijke versheid behouden. De Bruyne uit Oudenaarde, fabrikant van verwerkingslijnen voor aardappelen, installeerde bij Franken Agro de hele frietlijn, waar de aardappelen worden verwerkt tot frietjes. “Onze eerste frietlijn omvatte een schiller, koelschroef, pittafel, watermes en 2 vacuümmachines. Het watermes snijdt de aardappelen tegen een snelheid van 90 km/uur, om zo mooie en lange frieten te krijgen.” In juli 2022 installeerde De Bruyne een verbeterde, grotere versie van de frietlijn. “De arbeidskost was te hoog en de capaciteit kon met de bestaande machines niet omhoog”, verklaart Jos de investering. De nieuwe in-stallatie bevat spitstechnologie, zoals een automatische verpakkingslijn en een optische uitschieter. “Die laatste schiet slechte frietjes eruit. Nu zijn er 3 medewerkers in de frietlijn actief, waarvan er 1 een visuele controle aan de pittafel uitvoert en de andere 2 de machines bedienen, frieten verpakken en bestellingen klaarmaken. We hebben ook een grotere koeling van 100 m2, speciaal voor frieten.”
Proceswater hergebruiken
Het proceswater voor de aardappelverwerking wordt deels hergebruikt. “Het gaat eerst door een pers, waarbij de vezels eruit worden gehaald. Daarna loopt het afvalwater in een waterdichte vrachtwagen. Daar kan het zetmeel in bezinken, waarna het in enkele bezinkputten terechtkomt om zo zuiver mogelijk water in de beluchter te krijgen. Het ‘bezinkte’ zetmeel gaat naar een bedrijf vlak over de Nederlandse grens, dat het gebruikt voor vergisting of als voeder voor varkens. De beluchter zuivert het water verder, zodat de bovenste 50 à 60 cm van de biologietank met een drijvende pomp kan worden afgepompt. Dat hergebruiken we om de eerste aardappelen te wassen voor ze in de schilmachines terechtkomen, om de machines te reinigen boven een bezinkput en om de binnenplaats af te spuiten.”
Flexi-jobbers zijn welkom
Franken Agro biedt een 20-tal mensen werk. Zeven zijn actief in het akkerbouwgebeuren, 5 in de groente- en 3 in de frietverwerking. “Mijn echtgenote Maria Otten (72) is nog heel actief in de groenteversnijderij. Verder hebben we 3 kantoorbedienden en 3 bestelwagenchauffeurs, die de verse frieten leveren aan frituristen. Geschikt personeel vinden blijft een probleem in de landbouw. Daarom hoop ik dat het flexi-jobsysteem wordt ingevoerd. Zo bied je 55- en 60-plussers die een band hebben met de sector de kans om enkele uren per week te werken.”
Groenteverkoop en graszodenspecialist
Naast aardappelen teelt Franken Agro ook suikerbieten op zo’n 25 ha, die in Nederland worden afgezet. In 1985 ging het bedrijf ook verse groenten verkopen. “We kochten toen een blok van 180 ha akkerland en moesten bijkomende inkomstenbronnen zoeken. Omdat we wisten dat de Kempenaars in september-oktober hun diepvriezers volstaken met de klassieke soepgroenten prei, wortelen en selder, besloten we die zelf te gaan verkopen. Voor de diepvriesindustrie teelden we toen ook wat wortelen, schorseneren, selder en kolen. Na 10 à 15 jaar stopten we daarmee omdat het financieel niet haalbaar bleek.
Sinds begin jaren 90 versnijden we zelf dagvers groenten. Daardoor kunnen we diverse groentemengelingen aanbieden. We kopen nu geschilde wortelen aan om ze te versnijden. Selder en prei kopen we bij de groothandel en pompoenen via een teler. We verpakken de groenten in zakjes van 500 g en 1 kg, of los in een grote zak, zodat je ze zelf nog kunt verpakken. In 2010 hebben we onze hoevewinkel volledig heringericht en daarbij ons assortiment fel uitgebreid. Naast aardappelen en de traditionele groenten, vind je er ook fruit, gedroogd fruit en dessertjes.”
In 1994 startte het bedrijf ook met de teelt van graszoden (gazon op rol). “We telen recreatie- en sportgazon. Bekende internationale voetbalclubs spelen hun wedstrijden op ons gras. Onze graszoden kweken we zelf op zandgrond met een goede waterdoorlaatbaarheid.” Intussen groeide Franken Agro uit tot de grootste teler van grasmatten in België.
Groeien via mechanisatie
In de toekomst wil Jos de aardappelverwerking op het bedrijf bestendigen, al is er via een optimalere mechanisatie nog groei mogelijk. “We willen onze frietlijn nog wel uitbreiden, maar het moet beheersbaar blijven voor onze medewerkers. Veel zal ook afhangen van eventuele nieuwe mensen die ver-antwoordelijkheid kunnen nemen in het productieproces. Mijn oudste dochter An neemt steeds meer de algemene leiding en zal het bedrijf op termijn overnemen. Ze is heel sterk in de logistiek van de graszodenteelt. Haar echtgenoot Hans werkt ook in die afdeling en is multi-inzetbaar. Mijn tweede dochter Leen is actief in de groentenaankoop en -verkoop en in marketing. Heel veel werkzaamheden gebeuren gps-gestuurd. In april nemen we een zelfrijdende sproeimachine van Delvano in gebruik, die we vooral in Wallonië zullen inzetten. We zijn geen pionier in precisietechnologie, maar moeten ervoor zorgen dat we vooraan in het peloton zitten. Na gebruik onderhouden en reinigen we onze machines zeer strikt, zodat we geen onkruiden overbrengen als we ze in Wallonië inzetten. Zolang onze gezondheid het toelaat, blijven Maria en ik nog wel enkele jaren actief op het bedrijf”, besluit Jos.
Meer informatie vind je hier.