Startpagina Actueel

Europees kader voor beloningssystemen koolstoflandbouw

Beloningssystemen voor koolstoflandbouw moedigen landbouwers aan om over te schakelen op teelttechnieken die goed zijn voor de bodem en het klimaat. Een Europees certificeringskader moet de wildgroei aan initiatieven sturen.

Leestijd : 4 min

De lidstaten van de EU zijn finaal akkoord gegaan met een certificeringskader voor koolstoflandbouw en andere vormen van koolstofverwijdering en -opslag. Dit vrijwillige kader moet certificeringssystemen die koolstofverwijdering en bodememissiereductie in de EU ondersteunen, vergemakkelijken en aanmoedigen, als aanvulling op aanhoudende broeikasgasemissiereducties. De wetgeving past dan ook binnen Europese doelstellingen om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn.

Wat is koolstoflandbouw?

Carbon Farming of koolstofbewuste landbouw bevordert een manier van landbouw om koolstof te binden in landbouwbodems om de bodemkwaliteit te verbeteren”, zegt Evelien Lambrecht van Inagro. Koolstoflandbouw zorgt zo voor meer nutriënten, een betere waterhuishouding, bescherming tegen erosie en is goed voor de bodemorganismen.

“Koolstof vastleggen in de bodem is niet alleen goed voor de bodem, maar ook voor het klimaat, want hoe meer koolstof in de bodem, hoe minder CO2 in de lucht, en dus hoe minder opwarming van de aarde.”

Deze bijdrage aan de reductie van opwarming en aan een klimaatneutrale samenleving kunnen landbouwers leveren door bepaalde teelttechnieken toe te passen, die onder de noemer ‘koolstoflandbouw’ vallen. Voorbeelden zijn niet-kerende bodembewerking of directzaai. “Zo bezitten landbouwers over een unieke troef om effectief CO2 uit de lucht te halen, en om die op te slaan in de bodem in de vorm van koolstof”, aldus Lambrecht.

Waarom moet er een certificeringskader komen?

Een omschakeling naar koolstoflandbouw betekent voor de meeste landbouwers een omschakeling in de beheerpraktijken en in hun bedrijfsmodel. Dit vraagt natuurlijk een investering van de landbouwer. “Om de inspanningen van landbouwers en andere landbeheerders te kwantificeren en te valoriseren, kunnen regelingen voor koolstoflandbouw worden ontwikkeld en gekoppeld aan nieuwe en innovatieve of bestaande publieke financieringsregelingen, bijvoorbeeld via het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en/of de vrijwillige koolstofmarkt (VCM).”

Dit biedt nieuwe mogelijkheden voor een nieuw groen bedrijfsmodel, dat een win-winsituatie kan opleveren voor de boeren en het milieu. “Onder andere vanwege de bijkomende voordelen die hogere koolstofniveaus met zich meebrengen, zoals een betere waterretentie en een grotere biodiversiteit in de bodem.” De ontwikkeling van koolstoflandbouwregelingen, evenals de werking van de vrijwillige koolstofmarkt in het algemeen, is tot op heden echter grotendeels ongereguleerd.

“Dit zou kunnen leiden tot een wildgroei van publieke en particuliere initiatieven voor koolstoflandbouw, die niet noodzakelijkerwijs een vergelijkbare en voldoende milieu-integriteit, wetenschappelijke degelijkheid of transparantie hebben. Op langere termijn kan dit leiden tot een gebrek aan vertrouwen en tot een algemeen negatieve perceptie van alle koolstoflandbouwsystemen.”

Het Europese certificeringskader moet deze wildgroei vermijden door een aantal regels en voorwaarden rond koolstoflandbouwregelingen op te stellen.

Wat houden deze voorwaarden in?

Landbouwers die zich in de toekomst zouden inschrijven in een koolstoflandbouwregeling onder het Europese certificeringskader, verbinden zich ertoe om voor een periode van minstens 5 jaar koolstoflandbouwtechnieken te gebruiken. Om gecertificeerd te worden, moeten de koolstofverwijderingslandbouwactiviteiten gericht zijn op langdurige koolstofopslag, en moeten ze het risico op het vrijkomen van koolstof tot een minimum beperken.

Daarnaast moeten deze technieken een kwantificeerbaar nettovoordeel opleveren in termen van koolstofverwijdering of bodememissiereductie. Europese onderzoeksprojecten – zoals Marvic, dat onder leiding staat van ILVO – zoeken naar nauwkeurige en kosteneffectieve systemen om veranderingen in de koolstofvoorraden in de bodem en de uitstoot van broeikasgassen in de landbouw te meten en te controleren.

De technieken moeten ook verdergaan dan de maatregelen die al wettelijk vereist zijn voor landbouwers. Tussenvanggewassen zijn misschien goed voor de bodem, maar vallen dus niet onder dit systeem.

Tot slot mag de techniek geen ernstige afbreuk doen aan het milieu, en moet het een nevenvoordeel opleveren voor een of meerdere duurzaamheidsdoelen.

Wat levert dit voor landbouwers op?

Met koolstoflandbouw leveren landbouwers een bijdrage aan ons milieu en klimaat. Door zich in te schrijven in een koolstofcertificering zouden landbouwers hiervoor beloond kunnen worden. “Landbouwers die aan koolstoflandbouw doen en die hun project aanbieden aan een platform, zoals Claire of Soil Capital, kunnen gematcht worden met een bedrijf dat zijn emissies wenst te compenseren”, zegt Lambrecht.

In Vlaanderen zijn er dus al een aantal privékoolstoflandbouwprogramma’s aanwezig en in ontwikkeling. “Deze organisaties leveren aanzienlijke inspanningen voor het opstellen van koolstoflandbouwprogramma's om met het concept aan de slag te gaan. Tegelijkertijd vragen ze ondersteuning om deze programma's te verbeteren volgens de laatste wetenschappelijke inzichten”, aldus Lambrecht. “Ondertussen positioneren beleidsmakers op verschillende niveaus koolstoflandbouw als een strategisch instrument voor de landbouwsector om bij te dragen tot de doelstellingen om de klimaatverandering tegen te gaan, zoals het Carbon Farming Initiative, dat deel uitmaakt van de FitFor55-ambities van de EU. Ook in het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030, het Vlaams Regeerakkoord 2019-2024 en bijhorende beleidsnota's wordt het potentieel van koolstoflandbouw vermeld, maar het regelgevende kader laat op zich wachten. Het certificeringskader op EU-niveau zal in die zin extra zekerheid kunnen bieden aan de pioniers op het gebied van koolstoflandbouw.”

Afhankelijk van het platform en van andere factoren zoals vraag en aanbod, krijgen koolstoflandbouwers een bedrag dat varieert van ongeveer 25 euro per ton CO2 tot 60 euro per ton CO2. “Landbouwers kunnen in principe hun prijs ook negotiëren.

Voor compenserende bedrijven is deze prijs hoog, als je het vergelijkt met carbon credits die aangekocht kunnen worden op de internationale markt voor bijvoorbeeld 5 euro per ton CO2 ”, aldus Lambrecht. “Toch worden de cobenefits van lokale credits gewaardeerd.” Denk aan de verwijdering van CO2 uit de lucht in de eigen omgeving en hun bijdrage aan een betere bodem, meer biodiversiteit en een hoger waterhoudend vermogen van de bodem, waardoor er minder last is van extreme weersomstandigheden zoals aanhoudende regenval.

Thor Deyaert

Lees ook in Actueel

Sorghum heeft potentieel in een ruwvoederrantsoen

Akkerbouw Sorghum kan een monocultuur van maïs of gras doorbreken en heeft veel potentieel voor het inpassen in een ruwvoederrantsoen. Het Project Farmers’ Benefits ging aan de slag met deze nieuwe teelt en onderzocht het potentieel ervan voor Vlaamse landbouwers.
Meer artikelen bekijken