MAP-meetnet wordt bijgestuurd
Landbouwers vragen volgens Vlaams minister Brouns terecht dat ze enkel verantwoordelijk zijn voor de vervuiling die ze zelf veroorzaken. Uit het jongste jaarlijkse Mestrapport blijkt dat 17,5% van de MAP-meetpunten voor het oppervlaktewater niet voldoet of kan verbeterd worden. De minister zegt dat hij het MAP-meetnet nog dit jaar zal evalueren en bijsturen.

Het MAP-meetnet is een heel belangrijk fundament voor ons mestbeleid. Het netwerk van MAP-meetpunten is ontwikkeld om de impact die afkomstig is van de landbouwsector in kaart te brengen. Om die impact van de land- en tuinbouwsector op de waterkwaliteit effectief te meten, moet men er zeker van zijn dat er geen andere bronnen zijn, zoals de huishoudens, die worden meegenomen in die metingen.
760 meetpunten
Minister Jo Brouns (cd&v) maakte in de commissie Leefmilieu van het Vlaams Parlement op 28 januari duidelijk dat het niet de eerste keer is dat er gekeken wordt naar het MAP-meetnet. Dat net werd in 2003 ingevoerd. Ook in het verleden zijn diverse van de 760 punten al verplaatst of geschrapt. Een nieuwe, diepgaande oefening omtrent de MAP-meetpunten is op dit moment aan de orde.
Op een vraag van commissielid Dries Devillé (VB) in deze commissie deed minister Brouns uit de doeken hoe hij aan de slag gaat met het MAP-meetnet. Vooraf stelde de minister dat het niet de bedoeling is om als het ware met een simpele beweging een groot aantal MAP-meetpunten af te schaffen. Hij mikt er wel op om die meetpunten die niet enkel landbouwvervuiling, maar ook andere bronnen meten, niet langer te gebruiken om de impact van landbouw te beoordelen.
Doorlichting van MAP-meetnet
De MAP-meetpunten zijn relevant als ze aan de volgende criteria voldoen: het stroomgebied is agrarisch van karakter; er is geen invloed van industriële afvalwaterbronnen; er is geen invloed van overstorten en rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI’s); er is een beperkte invloed van huishoudelijk afvalwater; de hoeveelheid stikstof in het geloosde huishoudelijk afvalwater kan berekend worden en heeft een beperkte invloed. Meetpunten die niet voldoen aan die criteria dienen geannuleerd of verplaatst te worden. Concreet zal de opdracht worden gegeven om het MAP-meetnet door te lichten. De betrokken sectoren worden verzocht om bekende meetpunten te melden waar externe effecten spelen.
Naast de vervuiling van andere humane bronnen zijn er ook aanvullingen door natuurlijk nitraat uit grondwater dat opwelt. Daar is zowel de bron als de oplossing niet voor de hand liggend, terwijl landbouwers ook daar niet de oorzaak zijn. Om meer inzicht te krijgen in die punten zal minister Brouns een oefening opstarten waarbij onderzoekers de punten identificeren. Daarna kan hieraan het gepaste gevolg worden gegeven.
Brouns verwacht voor een aantal punten vrij snel resultaten. Hij hoopt dat alvast dit nog dit jaar zal gebeuren.
250.000 woningen zonder riolering
Commissievoorzitter Bart Dochy (cd&v) herinnerde zijn collega’s er aan dat het MAP-meetnet dateert van het tweede Mestactieplan uit 1999. Het werd een beetje geëvalueerd in 2007, bij het vierde mestdecreet. Het werd wat bijgesteld in functie van de kwetsbare gebieden.
Als vandaag nog 250.000 woningen niet aangesloten zijn op riolering, dan betekent dit dat het afvalwater van die 250.000 gezinnen in het oppervlaktewater terechtkomt. Een beetje cynisch zou je volgens Dochy kunnen zeggen dat dat het equivalent van 625.000 vleesvarkens is waarvan het afvalwater in de openbare grachten komt. Het is evident dat dit een impact heeft. Grachten hebben een zelfzuiverend vermogen, maar het is volgens de commissieleden toch belangrijk om dit inderdaad mee te nemen in de evaluatie.