Startpagina Milieu

Er is nog een weg te gaan voor doelstelling inzake laagegelegen schraal hooiland

Hoewel de oppervlakte van het laaggelegen schraal hooiland (habitattype 6510) in Vlaanderen globaal stabiel lijkt en mogelijks licht toeneemt, is er nog een weg te gaan voor het realiseren van de gewestelijke instandhoudingsdoelstelling voor een oppervlakteuitbreiding met 900 tot 1.650 ha. Dat antwoordt Vlaams minister van Landbouw en Omgeving Jo Brouns (cd&v) op een schriftelijke vraag van parlementslid Sanne Van Looy (N-VA).

Leestijd : 3 min

De Europese Habitatrichtlijn beschermt specifieke plantensoorten, diersoorten en habitats die onze zorg vragen door bijvoorbeeld speciale beschermingszones vast te leggen en inspanningen te vragen van de lidstaten om de fauna en flora te beschermen. Zo ook voor graslanden.

“ ”Het Hof van Justitie van de Europese Unie veroordeelde Duitsland voor het onvoldoende beschermen van Europees beschermde bloemenrijke graslanden. Ook Vlaanderen is rijk aan dat soort graslanden en de Vlaamse regelgeving voorziet in bescherming voor graslanden”, stelt Van Looy. Zij wou van minister Brouns horen wat de toestand is van het bloemenrijke grasland in Vlaanderen en hoe de toestand zich verhoudt tot de Vlaamse doelstelling.

Enkele cijfers

De huidige oppervlakte van het laaggelegen schraal hooiland (6510) in Vlaanderen bedraagt volgens de meest recente inventarisaties 1.866 ha (met een minimum van 1.789 ha en een maximum van 2.048 ha). Van de totale oppervlakte ligt 33% (zowat 623 ha) in het geheel van de Speciale Beschermingszones (het Natura 2000-netwerk). 39% (zowat 736 ha) ligt in planologisch agrarisch gebied (de gebiedscategorie ‘landbouw’ volgens het GIS-bestand ruimteboekhouding). Ten slotte ligt 6,4% (ongeveer 119 ha) op wegbermen van autosnelwegen. Daar kan voorts nog 8,7 ha aan toegevoegd worden langs de berm van de hogesnelheidslijn Brussel-Luik, waar die parallel loopt met de E40 (tussen Leuven en Tienen).

Historisch permanente graslanden

Het graslandtype 6510 is via de regeling rond historisch permanente graslanden beschermd in kwetsbare ruimtelijke bestemmingen, in de beschermde cultuurhistorische landschappen, in de Speciale Beschermingszones volgens de Habitatrichtlijn en in 3 Speciale Beschermingszone volgens de Vogelrichtlijn (Poldercomplex, Het Zwin en IJzervallei), door ofwel een verbod op vegetatiewijziging of een vergunningsplicht voor vegetatiewijziging.

In de afgelopen 10 jaar stelt men een stabilisatie tot lichte stijging vast van de oppervlakte van habitattype 6510. Bij de opmaak van de gewestelijke instandhoudingsdoelstellingen werd de oppervlakte van habitattype 6510 in Vlaanderen geschat tussen 1.350 en 1.750 ha. Bij de rapportage over de staat van instandhouding in 2013 werd de oppervlakte geschat op 1.672 ha. In 2019 was dit 1.794 ha en momenteel is dit 1.866 ha.

Uit de oppervlaktecijfers kan volgens minister Brouns helaas niet met zekerheid afgeleid worden wat de recente evolutie is. Nieuwe analyses van het INBO naar aanleiding van de aankomende rapportage aan Europa in 2025 zullen hierover mogelijks meer duidelijkheid brengen.

Mogelijk lichte toename

“Hoewel de oppervlakte van het habitattype 6510 in Vlaanderen globaal stabiel lijkt en mogelijks licht toeneemt, is er nog een weg te gaan voor het realiseren van de gewestelijke instandhoudingsdoelstelling. Die gewestelijke instandhoudingsdoelstellingen voor 6510 beogen een oppervlakteuitbreiding met 900 tot 1650 ha, wat resulteert in een totale oppervlakte in Vlaanderen tussen 2.250 en 3.400 ha (gemiddeld 2.825 ha)”, stelt de minister.

“Ik wil dan ook in de eerste plaats wijzen op het belang van het behoud van bestaande graslanden van het habitattype 6510. Het gaat bij dit habitattype immers niet enkel om een verzameling van enkele plantensoorten. Vooral de bodemtoestand is van groot belang. Deze moet geschikt zijn en vervolgens moeten de geassocieerde leefgemeenschappen van fauna en bodem zich nog opbouwen. Dit neemt minstens enkele tientallen jaren in beslag”, stelt Brouns.

Natuurherstelplan

De toestand van het laaggelegen schraal hooiland zal volgens de Vlaamse minister verder worden geanalyseerd bij de opmaak van het Natuurherstelplan (NHP) in uitvoering van de Natuurherstelverordening.“ Deze bevat immers doelstellingen en verplichtingen (onder andere een verslechteringsverbod en het bereiken van een goede lokale toestand) voor alle Europees te beschermen habitattypes (dus ook type 6510), zowel binnen als buiten de SBZ. Eventueel noodzakelijke extra maatregelen boven op de huidige regelingen zullen geanalyseerd worden tijdens de opmaak van en indien relevant worden opgenomen in het NHP”, besluit minister Brouns.

FVDL

Lees ook in Milieu

Meer artikelen bekijken