Biolandbouw is niet altijd het juiste antwoord
BioForum, de sectororganisatie voor Vlaamse biolandbouw en -voeding liet in november van vorig jaar in een rapport uitschijnen dat biolandbouw de wereld zou kunnen redden. Uit diverse hoeken rezen kritische kanttekeningen bij deze stelling. De wetenschappelijke onderbouwing er van schiet volgens wetenschappers tekort en men stelt vragen bij de juistheid van de uitgestuurde informatie.

Vlaams parlementslid Lydia Peeters (Open Vld) vroeg op 19 maart aan Vlaams minister voor Landbouw Jo Brouns (cd&v) in de commissie Landbouw naar zijn kijk op het rapport ‘Bio kan de wereld redden’ van BioForum. Zij verwees naar professor Keulemans van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen aan de KU Leuven die vaststelt dat het rapport gedateerde, selectieve of verkeerd geïnterpreteerde studies aanhaalt.
Oplossingen toetsen
Minister Jo Brouns onthoudt uit het rapport dat het beleidsmatig belangrijk is een systeembenadering te hanteren. Dat houdt in dat oplossingen op het vlak van het duurzaamheidsaspect dienen te worden getoetst aan andere duurzaamheidsdoelen. Dat kan over technologische oplossingen gaan dan wel over een nieuwe praktijk of aanpak. Met deze holistische manier van werken is bio volgens minister Brouns gericht op langetermijnoplossingen. Enkel oog hebben voor hogere productie is voorbijgestreefd. Hoge productie of productiviteitsstijging kan soms zorgen voor negatieve trade-offs, wat een negatieve weerslag heeft op de landbouwsector op de langere termijn.
Het rapport nodigt volgens de minister opnieuw uit tot een integrale kijk waar de productie in evenwicht is met de omgeving om op lange termijn voedselproductie te garanderen. Zo draagt het bij aan duurzame, geïntegreerde oplossingen. Het rapport geeft aan dat bio allround de beste leerling is van de klas op het vlak van ecologische duurzaamheidsaspecten. Dat wil volgens Brouns evenwel niet zeggen dat biolandbouw de beste leerling is van de klas voor elk duurzaamheidsaspect op zich. Dat betekent ook dat biolandbouw tot nu niet altijd en overal het antwoord is op alle uitdagingen in de sector.
Voorloper en inspiratiebron
Het rapport nodigt uit om de aangehaalde en beschikbare data rond bio en de impact op verschillende ecosysteemdiensten verder te bestuderen. Minister Brouns zegt dat te zullen doen. “De biologische sector is vaak een voorloper en een inspiratiebron voor velen”, vindt hij. Hij deelt de visie van professor Keulemans dat, gegeven de huidige opbrengsten per hectare van biolandbouw in vergelijking met conventionele landbouw, het niet de ambitie kan zijn om een switch te maken naar 100% biolandbouw.
Er is volgens Brouns momenteel op geen enkel beleidsniveau de ambitie om tot een totale shift te komen naar 100% bio. Dat is trouwens ook niet de ambitie van BioForum zelf, en met goede reden, denkt Brouns. Het streefdoel in Vlaanderen is 5% van het landbouwareaal en de ambitie om te groeien tot 5% biologische landbouwbedrijven. Volgens de cijfers van 2023 maken de bioboeren bijna 3% uit van het totaal aantal bedrijven met landbouwproductie en bedraagt het areaal nog maar 1,6% van het totale Vlaamse landbouwareaal.
Voor- en nadelen
Elk van de vele landbouwproductiesystemen in Vlaanderen kent volgens Jo Brouns zijn voor- en nadelen. Dat geldt ook voor de biologische landbouw. Het grondgebruik zal iets groter zijn, de biodiversiteitimpact iets kleiner. De lagere efficiëntie van de biolandbouw zorgt wel vaak voor een hoger dierenwelzijn, maar ook voor een hogere broeikasgasuitstoot per kilo eindproduct. Die oefening kan men voor elk landbouwproductiesysteem maken. Bio moet dus niet per se pretenderen de wereld te voeden. “De biologische sector heeft, ook zonder de ambitie om de wereld te willen voeden, op zijn eentje al genoeg troeven om de steun van Vlaanderen te verdienen”, vergoeilijkt Brouns.
Geen massale omschakeling
Een massale omschakeling van reguliere naar biolandbouw op ons landbouwgebruik, onze voedselproductie en de biodiversiteit doet zich niet voor. Noch in het Europese beleid, noch in het Vlaamse beleid is er een doelstelling voor een massale omschakeling. Het is volgens de Vlaamse minister voor Landbouw zaak om onze Vlaamse land- en tuinbouw te stimuleren om op de vraag in te spelen en de vraag niet enkel via import uit naburige landen te laten invullen. Het doorrekenen van een dergelijke massale omschakeling lijkt hem niet zinvol. Daar is niemand vragende partij voor. Het blijft voor hem dus per definitie een theoretische oefening.