De Bigster is het vlaggenschip van Dacia
Met de Bigster heeft Dacia nu ook een grote SUV die voor opschudding moet zorgen in het C-segment. Dankzij zijn onmiskenbare kwaliteiten en scherpe prijs zal hij ongetwijfeld potten breken.
Op het eerste gezicht kun je de Dacia Bigster gemakkelijk verwarren met zijn kleinere broer, de Duster. De gelijkenis is overduidelijk, maar de nieuwkomer is een maatje groter. Zijn wielbasis is 4 cm langer en hij is in totaal 23 cm langer dan de Duster, goed voor een lengte van 4,57 m – precies wat nodig is om het C-segment te veroveren.
Om de ontwikkelingskosten te beperken, werd de Bigster gebouwd op het CMF-B-platform, dat al gebruikt wordt door verschillende Renault-modellen. Dat maakt het mogelijk om een zeer aantrekkelijke prijs te hanteren, zoals we verder in dit artikel zullen zien.
Veel uitstraling
Qua design heeft Dacia dus geen risico’s genomen: de Bigster neemt in grote lijnen het succesvolle recept van de Duster over. Wie wat dieper in de buidel tast, kan de Bigster uitrusten met 19-duimsvelgen of met een tweekleurig koetswerk, wat hem nog meer uitstraling geeft.
De Roemeense constructeur hecht veel belang aan de duurzaamheid van zijn nieuwe model en voorziet bijvoorbeeld ongelakte beschermdelen om verkleuring bij contact te voorkomen.
Geen bluf
Alles heeft zijn prijs. Dat gezegde past perfect bij de Bigster, die zich nergens beter voordoet dan hij is. What you see is what you get. Het interieur bestaat vooral uit harde kunststoffen en steekt dit niet weg, in tegenstelling tot sommige concurrenten. De materialen zijn dus niet meteen een troef, maar de afwerking is degelijk en de assemblage zit goed in elkaar.
Standaard beschikt de Bigster over digitale instrumenten van 7 duim (10 duim op de duurdere versies) en een centraal scherm van 10,1 duim dat een eenvoudig maar volledig multimediasysteem aanstuurt. De topversies krijgen een hooggeplaatste middenconsole met een draadloze oplader en een gekoeld opbergvak.
Voor het eerst bij Dacia is de bestuurderszetel elektrisch verstelbaar, al geldt dat alleen voor de hoogte en de rugleuning. De lengte-instelling blijft manueel.
Een pluim voor Dacia: het merk blijft fysieke knoppen aanbieden, die in het dagelijks gebruik veel handiger zijn dan de volledig digitale bediening van sommige concurrenten.
Meer dan genoeg ruimte
Het grootste voordeel van de Bigster tegenover de Duster is uiteraard de ruimte op de achterbank, vooral ter hoogte van de benen. De zitbank is helaas niet breder, waardoor het achterin wat smal is voor 3 volwassenen. Verrassend genoeg – de autopers dacht dat de Bigster een zevenzitter zou worden – is hij uiteindelijk alleen beschikbaar met 5 zitplaatsen. Het voordeel van die keuze is wel een gigantische koffer, met een inhoud van 667 l (546 l voor de Hybrid) tot 1.937 l met de achterbank neergeklapt.
De rugleuning is in 3 delen (40/20/40) neerklapbaar, en je kunt alleen het middelste deel neerklappen om voorwerpen van 2,7 m lang te vervoeren. Wie nog meer opbergruimte zoekt, kan kiezen voor YouClip-accessoires om extra voorwerpen op verschillende plekken in het interieur te bevestigen.
Beperkt motorengamma
De Bigster is beschikbaar met een 1.2 TCe 130, gekoppeld aan een handgeschakelde versnellingsbak en vierwielaandrijving, terwijl de 1.2 TCe 140 zijn vermogen alleen naar de voorwielen stuurt. Het gaat om dezelfde motorblokken die een andere afstelling kennen om aan de geldende CO2-uitstoot te voldoen. Beide beschikken over milde 48V-hybridetechnologie.
Daarnaast is er ook de Hybrid 155, een zelfopladende hybride met een 1.8 viercilinder van Nissan-origine, een elektromotor, een startgenerator en een batterij van 1,4 kWh. De aandrijving gebeurt via een automatische versnellingsbak met klauwkoppeling (4 verhoudingen voor de verbrandingsmotor, 2 voor de elektrische aandrijving).
Twijfelende versnellingsbak
De Bigster Hybrid 155 is goed geïsoleerd en doet perfect zijn werk op de weg, met vlotte acceleraties en een gemiddeld verbruik van 4 l/100 km op de Franse departementale wegen tijdens onze test. Dat is een knappe prestatie voor een auto van dit formaat. Hoewel de automatische versnellingsbak met klauwkoppeling sinds zijn debuut herbekeken is, blijft hij een raadsel in gebruik. Soms werkt hij vloeiend, maar vaak ook aarzelend bij acceleraties. Het lijkt alsof de elektronica die de schakelmomenten bepaalt, niet afgestemd is op de rijomstandigheden. Dat is jammer, maar niet onoverkomelijk, zolang je rijdt als een rustige huisvader.
Het rijgedrag van de Dacia Bigster is een aangename verrassing: de koetswerkbewegingen blijven goed onder controle, ondanks de vrees voor een te zachte ophanging. De stuurinrichting is niet overdreven bekrachtigd en redelijk direct, en de auto vertoont een gezond weggedrag, zelfs als je wat forser stuurt – al is dat uiteraard niet de roeping van deze gezins-SUV.
In de praktijk is de Bigster een aangename verrassing, met een goede algemene balans en een formaat dat perfect het midden houdt: niet te groot en niet te klein. Zoals we van Dacia gewend zijn, komt de magie pas echt tot leven bij het zien van de prijs: vanaf 23.990 euro voor de TCe 140 en vanaf 28.990 euro voor de Hybrid 155. Voor die prijs is het simpel: geen enkele andere constructeur doet beter op dit moment.
