Startpagina Pluimvee

ILVO bouwt zijn Pluimvee Innovatie Centrum

Het ILVO is in Merelbeke-Melle gestart met de bouw van een nieuw Pluimvee Innovatie Centrum, dat doorgedreven energieflexibel en klimaatneutraal zal zijn. Vlaams minister van Omgeving en Landbouw Jo Brouns heeft samen met enkele lokale mandatarissen op 9 mei officieel de eerste steen gelegd voor het gebouw.

Leestijd : 6 min

Dat dit onderzoeksgebouw energieflexibel en klimaatneutraal is, is volgens het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) een primeur en tegelijk een grote uitdaging, omdat bij uitstek pluimveehuisvesting heel hoge eisen stelt aan variabele ventilatie en variabele verwarming. Dat vertaalt zich in pieken en dalen in energieverbruik. Als alles volgens de planning verloopt, wordt de nieuwbouw begin volgend jaar geopend.

De eerste zaadjes voor dit Pluimvee Innovatie Centrum werden reeds 10 jaar geleden geplant. De voorbereidingen namen zowat 5 jaar in beslag. De vergunningsprocedure moest worden overgedaan vanwege de invoering van het stikstofdecreet.

Verwarming en koeling

De nieuwbouw vervangt 6 oude energieverslindende, niet-ammoniakemissiearme proefstallen die werden afgebroken. De gewenste temperatuur en ventilatievraag in een pluimveestal, dus ook in een proefaccommodatie voor pluimveeonderzoek, zijn verre van constant. Eendagskuikens hebben een warme leefomgeving nodig (32 °C met een vloerwarmte tussen 28 en 30 °C en een relatieve luchtvochtigheid tussen 40% en 65%). (Bijna) slachtrijpe kippen geven veel warmte af en vragen juist koeling naar idealiter 18 °C, en dus een krachtige ventilatie.

Wie zo’n systeem ook nog klimaatneutraal wil maken, moet focussen op een performante aansturing van ingenieus geïntegreerde energietechnieken. Door de klimaatverandering is de uitdaging voor verwarming, koeling en ventilatie de voorbije jaren nog vergroot in de veehouderij. Er komen steeds meer dagen met extremere condities inzake hitte, koude of luchtvochtigheid.

Energieflexibel

Door de energietransitie (overschakeling van gas of olie naar elektriciteit) en door recente technologieën, zoals datacentra, verhoogt de druk op het elektriciteitsnet. Bedrijven en projectontwikkelaars vragen verzwaringen van hun bestaande aansluitingen of bijkomende aansluitingen. Als alle stroomverbruikers en bedrijven op hetzelfde moment de aan hen toegewezen capaciteit effectief gebruiken, dan kan er lokaal netcongestie of netverzadiging optreden. De elektriciteitsprijs op de day ahead-markt houdt daar al rekening mee: elektriciteitsprijzen zijn ‘s ochtends tussen 7 en 9 uur en ’s avonds tussen 17 en 20 uur doorgaans veel hoger dan ’s middags, vaak tot dubbel zo hoog op zonnige dagen.

Energieflexibiliteit (aan de vraagzijde) betekent dat de (grote) verbruikers hun gewenste verbruik via modulatie en via eigen hernieuwbare energiebronnen en -buffers kunnen afstemmen op het aanbod (zon) en op de transfocapaciteit van bijvoorbeeld de hele ILVO-site.

Om de beoogde energieflexibiliteit en de totale klimaatneutraliteit te leveren zit de innovatie in het nieuwe Pluimvee Innovatie Centrum van ILVO met name in de combineerbaarheid van duurzame technieken.

Ontwikkelen, testen en valideren

Voor het concept kon het ILVO rekenen op begeleiding en ondersteuning (ook financieel) van het Programma Innovatieve Overheidsopdrachten (PIO) bij het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (Vlaio). PIO helpt de Vlaamse overheid en Vlaamse publieke sector om – via overheidsopdrachten – innovatieve oplossingen te laten ontwikkelen, testen en valideren waarvoor nog geen kant-en-klare oplossingen op de markt zijn.

“Dit project is een perfecte illustratie van hoe het streven naar duurzaamheid en klimaatneutraliteit hand in hand gaat met innovatie en leidt tot toekomstbestendige oplossingen. Ik ben tevreden dat we mogen bijdragen aan deze pluimveeonderzoeksstal en hoop dat ze – eens gerealiseerd – zal fungeren als voorbeeld voor de hele sector”, zegt Mark Andries, administrateur-generaal van het Vlaio.

“In de planningsfase van dit proefgebouw is hard gewerkt op de economische kant van de geschakelde technologieën. Het systeem zal continu de juiste (zuinigste, meest rationele) prioriteiten evalueren in het aanwezige gamma van duurzame verwarmings-, koelings- en ventilatietechnieken. Deze pragmatiek zal de sector, en ook de overheid, zeker interesseren”, stelt Joris Relaes, administrateur-generaal van het ILVO.

Hybride zonnepanelen

Het gebouw heeft 3 warmtebronnen. De eerste is geothermie. Er worden naast het gebouw diepteboringen uitgevoerd die warmte via een medium aan een vrij constante temperatuur naar boven halen uit de ondergrond. De tweede warmtebron is thermische energie: fotovoltaïsche-thermische panelen (PVT of hybride zonnepanelen) op het dak. De derde warmtebron is de restwarmte van de ventilatielucht die gerecupereerd wordt uit de chemische luchtwasser.

De verwarming in de stal gebeurt volgens de behoeften op een andere manier. Enerzijds gebeurt dit via vloerverwarming (heel energie-efficiënt opgewekte basiswarmte), en anderzijds via twinbuizen aan de zijwanden. Dat zijn metalen heetwaterbuizen met aan 2 kanten een vlak metalen profiel. Ten derde wordt de ventilatielucht die de stal binnenkomt gekoeld of verwarmd via luchtgroepen met verwarmings- en koelingselementen.

Doorgedreven isolatie

Uiteraard zijn de doorgedreven isolatie en luchtdichtheid belangrijk elementen om het gebouw inerter (n.v.d.r. minder snel reagerend op hitte of koude van buiten) te maken. Zowel vloer als muren als dak en vloer krijgen een dikke ‘jas’ om. Het daglicht komt in de ruimtes via zogenaamde solar tubes.

Inzake elektriciteit doet het gebouw aan zelfproductie. Er wordt door de PVT-panelen flink wat geleverd (>250 kWp). Het gebouw heeft geen batterij voor het opslaan van elektriciteit. De thermische opslag van energie gebeurt via water. Er is een waterbuffer van 50 m³ om pieken van de energieproductie af te vlakken of uit te stellen naar de meest gunstige momenten. Groene stroom – voor zover die nodig is – wordt gekocht via het Vlaams Energiebedrijf VEB en wordt van het net gehaald.

Niet energie-autonoom

“Op jaarbasis streeft ILVO met dit gebouw naar zoveel mogelijk zelfconsumptie van de eigen opgewekte energie. Volledig energie-autonoom zijn we niet. Dat zou te duur uitkomen en is niet nodig om klimaatneutraliteit te bekomen. Het is vooral belangrijk dat we flexibel kunnen omgaan met elektriciteitspieken en dat we op die manier het elektriciteitsnet niet extra belasten. In het gebouw wordt geen fossiele brandstof gebruikt”, zegt Joris Relaes.

De nieuwe pluimvee-  proefaccommodatie van ILVO in Merelbeke-Melle wordt 70 m lang en 41 m breed.
De nieuwe pluimvee- proefaccommodatie van ILVO in Merelbeke-Melle wordt 70 m lang en 41 m breed. - Foto: FVDL

“De beslissing steunt op weers- en gebouwmodelvoorspellingen, op de beschikbaarheid van zelfopgewekte elektriciteit, op de netprijzen of het vermijden van netpieken. Wij benadrukken dat het ILVO met deze flexibele sturing flink bijdraagt aan de energietransitie in Vlaanderen”, zegt Gerlinde De Vogeleer, energiecoördinator bij het ILVO.

Leerkansen voor de pluimveehouderij

Een energiemanagementsysteem stuurt de gewenste energie met alle technieken die geïntegreerd zitten in een netwerk. De regeling kiest automatisch de beste (combinatie van) energie- en warmtebronnen. Precies in die sturing zitten volgens het ILVO veel leerkansen voor de pluimveehouderij: hoe worden de warmte- en ventilatiebehoeften van de kippen tijdens al hun levensfases ingevuld met warmteafgifte (zoveel mogelijk) op lage temperatuur en met een accuraat afgesteld set aan prioriteiten?

De nieuwe pluimveeproefaccommodatie aan de Burgemeester Van Gansberghelaan 92 in Merelbeke-Melle wordt 70 m lang en 41 m breed, en is vergund voor maximaal 14.000 vleeskuikens. Het gebouw omvat 9 compartimenten voor telkens hoogstens 2.000 dieren in 24 hokken, waarin licht en klimaat nauwkeurig en afzonderlijk geregeld kunnen worden. Elk compartiment kan vleeskippen of kalkoenen huisvesten in onderverdeelde hokken ( pens ), met moduleerbare of wegneembare wanden. In wetenschappelijke proeven is dat noodzakelijk om via voldoende herhalingen betrouwbare conclusies te trekken.

Variëren met verlichting

Elk compartiment heeft een eigen hygiënesluis, een eigen luchtsas, eigen klimaatsturing, eigen voersturing (automatisch of handmatig) en afzonderlijke luchtafvoer. Om administratie en controles te vergemakkelijken zal gewerkt worden volgens het all in/all out-principe, waarbij in alle 9 compartimenten tegelijk kuikens ontvangen of afgevoerd worden. Voor het eerst bij het ILVO kan in dit gebouw gevarieerd worden met de kleur en intensiteit van de verlichting. Voor het drinkwater heeft elk compartiment 3 leidingen (hemelwater, grond/putwater en leidingwater). Er kunnen roosters onder de kippen gelegd worden om bijvoorbeeld de fecaliën te testen.

Kennis opdoen en delen

“Dit gebouw opent perspectieven om zowel onze fundamentele als onze toepassingsgerichte gespecialiseerde kennis verder uit te bouwen en om deze te delen met het beleid, de sector en de maatschappij”, meent Evelyne Delezie, Pluimveeonderzoekscoördinator bij het ILVO.

De nieuwbouw vervangt 6 oude energieverslindende, niet-ammoniakemissiearme proefstallen die werden  afgebroken.
De nieuwbouw vervangt 6 oude energieverslindende, niet-ammoniakemissiearme proefstallen die werden afgebroken. - Foto: ILVO

De testen en onderzoeken in het nieuwe gebouw kunnen betrekking hebben op voeder-, water-, managementstrategieën en op hun impact op diergedrag, diergezondheid, emissies, excreties en vleeskwaliteit. Hierover krijgt het ILVO veel vragen uit de sector. Optimale voedersamenstelling, voederbehoeftes, valorisatie alternatieve additieven of grondstoffen (bijvoorbeeld algen, microbieel eiwit of circulaire reststromen) komen aan bod in dit onafhankelijke kenniscentrum.

Testen met digitale en roboticasystemen zijn zeker mogelijk. Ook emissies zullen vanaf nu end-of-pipe gemeten kunnen worden. De sensoren en de automatische dataverzameling vanuit de centrale sturing correleren aan milieu- en klimaateffecten en aan bepaalde praktijken, behoort tot de mogelijkheden.

Wintertuin en vrije uitloop

Naast de 9 volledig afgesloten compartimenten zijn er nog 4 compartimenten met extra daglicht en een wintertuin, met toegang tot een vrije uitloop. Onderzoek naar alternatieve huisvestingsconcepten en naar biologisch gehouden of traaggroeiende kippen is dus een optie. De compartimenten met een wintertuin hebben een vast dak en een windbreeknet. Bij een uitbraak van vogelgriep kan de zone voor vrije uitloop makkelijk afgesloten worden van de wintertuinen.

Het gebouw is volgens het ILVO te beschouwen als een proof of concept, waarbij zowel dier- als omgevingsgerelateerd onderzoek kan uitgevoerd worden met de nieuwste technieken en in samenwerking met verschillende onderzoeks- en/of privé-partners.

Filip Van der Linden

Lees ook in Pluimvee

Afschermplicht voor pluimvee stopt op 29 mei

Pluimvee De sanitaire toestand inzake vogelgriep is in ons land gunstig geëvolueerd. Sinds begin maart zijn er geen nieuwe besmettingen vastgesteld bij pluimveehouderijen en particuliere houders. Ook bij wilde vogels is de viruscirculatie sterk afgenomen. Enkele maatregelen kunnen daarom worden versoepeld. Zo zijn professionele houders en geregistreerde hobbyhouders vanaf 29 mei niet langer verplicht om hun pluimvee en vogels af te schermen.
Meer artikelen bekijken