Startpagina Pluimvee

Nieuwe coöperatie met 14 vleeskippenkwekers

Olivier Lardinois is een van de 14 stichtende leden van de nieuwe coöperatie BE-avicop. Ze leveren vers kippenvlees aan retailer Colruyt. Die betaalt bovenop de marktprijs een meerprijs voor het vlees van traaggroeiende vleeskippen, die gekweekt worden volgens de principes van het Better Chicken Commitment (BCC) en waarvan de kuikens op de boerderij uit het ei komen.

Leestijd : 7 min

Boer Olivier heeft – naar eigen zeggen – de enige kippenstal van het land met 2 verdiepingen. “Mijn ouders hadden geen boerderij en ze hadden voor mij een loopbaan als schrijnwerker in gedachten, maar mijn hart lag bij de landbouw en de veeteelt. Ik heb eerst naast mijn andere dagtaak enkele runderen gehouden als hobbyboer. De hobby werd alsmaar groter en vergde meer tijd en zo kon ik na jaren de stap zetten om fulltime boer te worden. Nu heb ik melkkoeien (en 4 melkrobots), vleesrunderen (Limousin), schapen en vlees- en legkippen in vaste en mobiele stallen. Op de site in Comblain-au-Pont, waar ik nu zit, stond daarvoor niets. Ik heb alles zelf laten bouwen. Voor mijn plannen voor de grote kippenstal kreeg ik eerst geen toelating, omdat die te veel grondoppervlakte innam. Met 2 verdiepingen boven elkaar lukte het wel, omdat die, ondanks de hoogte, mooi geïntegreerd is in het sterk hellende landschap”, vertelt de Waalse pluimveehouder.

Minder stress voor pluimveehouder

Voor boer Olivier was kiezen voor het lastenboek van Colruyt een kwestie van kiezen voor kwaliteit. “Ik houd al 14 jaar kippen en ik ben in 2022 – net als een paar collega’s – overgeschakeld naar traaggroeiende rassen, omdat ik kippen van de beste kwaliteit wil kweken. En deze aanpak heeft heel wat andere voordelen. Ik heb als veehouder minder stress en de dieren hebben minder stress. Er is minder sterfte, de kuikens nemen een sterkere start en er zijn minder ziektes in de stal. Ik ervaar zelf meer arbeidsvreugde en het werkt allemaal een stuk comfortabeler”, somt hij op.

Bij de nestborn- of farm hatched-techniek komen de vleeskuikens in de kippenstal uit het ei.
Bij de nestborn- of farm hatched-techniek komen de vleeskuikens in de kippenstal uit het ei. - Foto: FVDL

De nieuwe coöperatie ging officieel op 10 maart van start, terwijl de leden al langer samenwerkten. “Maar weinige mensen in de sector geloofden erin dat we deze coöperatie konden oprichten. Om alles formeel in gang te zetten, was er 3 jaar voorbereiding nodig. Dit is dan ook ongezien in de sector van het gevogelte in België”, zegt Olivier. De coöperatie omvat 14 coöperanten, op 1 na allemaal uit Wallonië. Het enige Vlaamse lid heeft zijn bedrijf ook nog eens in Wallonië.

Antwoord op ‘agribashing’

Delphine Tasiaux-Ladouce is voorzitster van de nieuwe coöperatie en was een van de eersten om kippenvlees volgens het BCC te leveren aan Colruyt. Bij haar was er een andere motivatie om in dit systeem te stappen. “Op een bepaald moment had de kippensector te maken met agribashing. Ik trok mij dat hard aan. Ik wou daar een antwoord op bieden door voortaan kippen te kweken volgens de hoogste normen. Nu ben ik opnieuw fier op mijn job”, zegt de kippenkweker uit Dinant.

Olivier en Delphine en de andere coöperanten werken met een vast systeem, waarin zowat alles op voorhand vastligt. De kuikens komen van een broederij uit Tielt en het voer (plantaardig en aangepast aan het traaggroeiende ras) van Arvesta. Elk lid van de coöperatie koopt het voer tegen dezelfde prijs. Het slachten van de vleeskippen gebeurt in Bree en de afnemer is Colruyt. “Er is inderdaad misschien weinig speelruimte of eigen inbreng, maar het voordeel is stabiliteit, de verzekerde afname tegen een correcte prijs en de duidelijkheid. Iedereen die meegaat in dit systeem, weet heel goed waar hij aan begint. Er zijn geen losse eindjes. De sector kende de voorbije jaren heel wat schommelingen in de prijzen van energie, voer en kuikens en in de afnameprijzen. Vogelgriep, corona, de oorlog in Oekraïne, inflatie… het heeft allemaal een invloed en als individuele pluimveehouder moet je het allemaal maar zien bij te benen. Dan zijn de zekerheden die onze coöperatie biedt een zegen”, zegt voorzitster Delphine.

In de stal uit het ei

Bij Olivier komen de broedeieren in de stal 2 tot 3 dagen voordat de kuikens uit het ei komen, ongeveer 18 tot 19 dagen na de incubatie. Een speciale machine dropt de eieren op een bed van gehakt stro. “Dat is een groot verschil met de klassieke methode om vleeskippen te kweken. Bij ons hebben de kuikens onmiddellijk als ze uit het ei komen toegang tot eten en drinken. Dat is ook nodig, want het openbreken van de schaal vergt veel energie van de kuikens. Bij de klassieke methode worden de kuikens na het openbreken van de schaal geselecteerd en in kratten gestoken, voordat ze met de vrachtwagen op transport gaan, soms zonder dat ze aan voeding of water kunnen. Als ze dan toekomen in de stal, moeten ze wat ‘bekomen’. Bij de nest-born- of farm-hatched-methode nemen de kuikens een stevigere start en die ‘voorsprong’ nemen ze mee tot als ze geslacht worden. En er is minder transport van levende dieren, wat ook een winst is inzake dierenwelzijn.”

Zitstokken en strobalen

De kippen bij Olivier zijn van een traaggroeiend ras. Klassieke vleeskippen gaan op 42 of 43 dagen naar het slachthuis, de kippen van Olivier en die van zijn collega’s in de coöperatie pas na 50 dagen. Voorts staan er zitstokken en strobalen in de kippenstal en kan er daglicht in het gebouw komen. De kippen hebben meer ruimte in de stal dan bij andere vleeskippen. “Toen ik nog volgens het klassieke systeem werkte, had ik alles samen 103.000 kippen per keer, nu nog 74.000”, vertelt Olivier. Bij Delphine zakte het aantal van 20.000 naar 15.000.

Er is niet enkel de meerprijs die het verlies in aantallen compenseert. Het sterftecijfer ligt ook lager en er zijn minder kosten door ziektes. De nadelen zijn volgens Olivier en Delphine te verwaarlozen. Bovenop de langere levensduur moet de stal 2 tot 3 dagen eerder klaar zijn en opgewarmd worden. En na het uitkomen van de broedeieren moeten de eierschalen en de niet uitgekomen eieren uit de stal gehaald worden.

Coöperatie wil nog groeien,

ook in Vlaanderen

De coöperatie zoekt nog bijkomende pluimveehouders die zich willen aansluiten, ook in Vlaanderen. Zoals bij melkcoöperaties koopt de coöperant een aantal aandelen van de coöperatie, maar elk lid kan op elk moment uit de coöperatie stappen. “We gaan absoluut voor heel transparante communicatie. Alles is bespreekbaar. Elk probleem of voorstel kan aangekaart worden, vaak nog voordat het zich voordoet”, vertelt Marc Laurant, coördinator van de coöperatie.

De ploeg achter de nieuwe vleeskippencoöperatie met vanaf links coördinator Marc Laurant, lid Olivier Lardinois en voorzitter Delphine Tasiaux-Ladouce.
De ploeg achter de nieuwe vleeskippencoöperatie met vanaf links coördinator Marc Laurant, lid Olivier Lardinois en voorzitter Delphine Tasiaux-Ladouce. - Foto: FVDL

De nieuwe coöperatie werd van bij de start ondersteund door Colruyt, maar heeft geen exclusiviteitscontract met deze Belgische retailer. “In principe kan de coöperatie ook aan andere klanten, zelfs uit de retail, leveren. We zitten echter nog in de opstartfase. We zitten bijvoorbeeld nog niet aan het volume kippenvlees dat Colruyt elke week ‘nodig’ heeft, dus van andere afnemers is er nog lang geen sprake”, zegt Laurant. De nieuwe kippencoöperatie hoopt te kunnen groeien tot 20 leden om erkend te kunnen worden en om aanspraak te kunnen maken op subsidies.

Vertrouwen

in groei van marktaandeel

En dan moet Colruyt nog beginnen met de promotie van het vlees van de traaggroeiende kippen. “Wij hebben ons als retailer al in 2021 geëngageerd voor het Better Chicken Commitment. Sinds 2022 ligt de Welzijnskip in de rekken, die we nu de nieuwe naam ‘Kip van eigen bodem’ geven, om het lokale aspect nog te benadrukken. Er bestaat zeker een publiek voor vlees van traaggroeiende kippen. Nu al kiest bij ons bijna 1 klant op 3 voor de Welzijnskip, waarbij hij meer betaalt dan voor ander kippenvlees. Op het totaal van de Belgische markt is de standaardkip wel dominanter, met een aandeel van meer dan 80%”, zeggen Jessica Amendolara en Alexandre Manise van Colruyt. Ook pluimveehouders Olivier en Delphine hebben er het volste vertrouwen in dat het marktaandeel van vlees van traaggroeiende kippen nog zal toenemen.

Evolutie gaat minder snel

dan verwacht

Colruyt heeft de doelstelling om alle klassieke standaardkippen die verkocht worden in hun beenhouwerijen en de diepvrieskippen van het huismerk Boni op termijn te laten voldoen aan de strenge criteria van het Better Chicken Commitment. “De oprichting van de coöperatie van Belgische kippenkwekers die samen volgens de BCC-criteria werken is een hoopgevend signaal voor de sector. We merken evenwel dat de evolutie minder snel gaat dan we hadden verwacht en we blijven de trends volgen die bepalend zullen zijn voor de verdere uitrol naar de toekomst”, stelt Gunther Uyttenhove, directeur Colruyt Group Fine Food en eindverantwoordelijke voor het landbouwbeleid van Colruyt Group.

Het kippenvlees van de nieuwe coöperatie wordt in de markt gezet als ‘Kip van Eigen Bodem’.
Het kippenvlees van de nieuwe coöperatie wordt in de markt gezet als ‘Kip van Eigen Bodem’. - Foto: FVDL

Pluimveehouders die werken volgens het Better Chicken Commitment hebben minder dieren per m² en hebben per kg geproduceerd vlees meer emissies. “Daar zijn we ons heel goed van bewust. Met traaggroeiende kippen en de nest-born-techniek bieden we al een antwoord inzake dierenwelzijn, maar lossen we het emissieprobleem nog niet op. Op dit moment kunnen we niet alles tegelijk aanpakken, maar we zullen daar in onze coöperatie samen aan werken. We kunnen van elkaar leren wat de meest duurzame staltechnieken zijn en, als we zien dat bijvoorbeeld het voer een invloed heeft op de emissie, kunnen we daar als groep op inspelen. Duurzaamheid zal altijd een bepalende factor zijn in onze coöperatie van pluimveehouders”, zegt Delphine Tasiaux-Ladouce.

Strenger op termijn?

Het Better Chicken Commitment kan op termijn bijgestuurd en dus verstrengd worden. “Ook daar zijn we ons als groep van bewust. Sommige van onze leden hebben investeringen en aanpassingen moeten doen aan hun gebouwen en installaties, om te kunnen voldoen aan de normen van het BCC. We verwachten niet dat de BCC-normen elke 6 maanden of elk jaar strenger zullen worden, en als er aanpassingen komen, zal daar vast een overgangsperiode bij horen, om iedereen de kans te geven om mee te stappen in dat verhaal. In de coöperatie zal er op dat moment overlegd worden hoe we dat zullen aanpakken”, besluit coördinator Marc Laurant.

Filip Van der Linden

Lees ook in Pluimvee

Meer artikelen bekijken