Startpagina Aardappelen

Aardappelteelt staat centraal bij gemengd bedrijf Aardappelhof in Boutersem

Naar aanleiding van de Internationale Aardappeldag (30 mei) gingen we langs bij het Aardappelhof in Boutersem. Jos Vandenbroeck en Ann Gillebeert telen er, naast 4 soorten tafelaardappelen, ook tarwe en maïs. De combinatie met de verzorging van runderen van het roodwit gekleurd Hereford-ras, de hoeveslagerij en hoevewinkel werkt prima voor het koppel.

Leestijd : 9 min

Jos (57) is al de vierde generatie Vandenbroeck die in Boutersem boert, samen met zijn partner Ann, die een dochter en een zoon heeft uit een vorige relatie. Anns zoon Jan werkt op het akkerbouwbedrijf van Philippe Avermaete in Linter, dochter Marie studeerde af als master Fotografie en beeldende kunsten aan het Sint-Lukasinstituut in Brussel en is bijna klaar met een extra jaar om te mogen lesgeven in fotografie.

Boerenmicrobe

Toen Jos in het vierde jaar middelbaar Latijn-Wetenschappen zat, vertelde hij zijn ouders dat hij wou boeren. “Ik ben dan gestopt met die studie en heb nog 2 jaar A2 Landbouw gestudeerd aan het Vrij Instituut voor Middelbaar en Agro-Chemisch Onderwijs (VACO) in Tienen”, vertelt hij. “Mijn ouders opperden om voor een graduaat Landbouw in Geel te kiezen, maar ik wou mijn legerdienst doen en daarna beginnen boeren. Mijn overgrootouders zijn indertijd gestart met een voor hun tijd typisch gemengd bedrijf.”

Tot 1985, toen Jos de schoolbanken verliet, werden er op het Aardappelhof geen aardappelen geteeld. Vader Kamiel startte er toen mee op een klein perceel van 10 a, dat moeilijk te bewerken was voor suikerbieten of een andere teelt. “Die aardappelen werden vlot aan huis verkocht en gaandeweg breidde het areaal uit”, vervolgt Jos. “Als kind wou ik mijn vader na schooltijd altijd gaan helpen. Ik werkte vele jaren met hem samen en begin 2001 nam ik het ouderlijke bedrijf over.”

In 2012 overleed Kamiel aan een plotse hartaderbreuk. “Ik mis zijn klankbord, hij stond altijd klaar om een of ander af te stemmen. Ik heb veel van hem uit de praktijk geleerd. Uiteraard overleg ik regelmatig met Ann, maar zij is verpleegkundige van opleiding en was lang in de zorgsector actief, dus dat is toch niet helemaal hetzelfde.”

Uitgebreid aardappelassortiment

Op de boerderij worden al 40 jaar tafelaardappelen geteeld en rechtstreeks aan de consument verkocht. “Het planten, telen, rooien, bewaren, sorteren en verpakken doen we allemaal zelf. We telen al een vijftal jaar 4 rassen: Annabelle, Désirée, Jelly en Frieslander. Het zijn sterke rassen en ze zijn minder gevoelig aan phytopthora dan bijvoorbeeld Bintje, dat we ook een tijdlang in ons assortiment hadden. Bintje blijft een goede aardappel, maar door het probleem van doorschieten en soms grillige vormen zijn we overgeschakeld naar Jelly. Daar kregen we een heel goede respons op van onze klanten. Désirée wordt soms ook in de biologische teelt ingezet. We hebben ook wat uitgebreid in Frieslander, zodat we die beschikbaar hebben tot maart”, vertelt Jos.

Dankzij de spreiding van de rassen kunnen Jos en Ann het hele jaar door aardappelen aanbieden. “Momenteel hebben we enkel nog Jelly. Dat is heel uitzonderlijk. Vorig jaar heb ik pas op 8 juni kunnen planten. De rode Désirées en Annabelles hebben minder opgebracht. Normaal gezien hadden we nu nog Désirées, maar die zijn al enkele weken uitverkocht. Normaal hebben we altijd 2 à 3 rassen be-schikbaar. Binnenkort beginnen we met Frieslander. Vanaf augustus komt Annabel erbij en begin september ook Désirée. Zodra die eind oktober volledig zijn ingeschuurd, beginnen we ook aan Jelly. Dat ras heeft wat meer groeidagen nodig. In onze hoevewinkel (zie verder) staan de aardappelen centraal. Naast onze 4 rassen vind je er ook krieltjes.”

Kistenbewaring

Inschuren doet Jos zelf. “Vijf jaar geleden kozen we voor kistenbewaring. Het maakt het gemakkelijker om met diverse rassen te werken en om de aardappelen te bewaren. De kwaliteit is beter en er is veel minder druk op de aardappelen. Ze liggen maar 1 m hoog in de pallox. Meestal worden ze rechtstreeks in de palloxen van 800-850 kg (1,20 m2) gerooid op een platte wagen, waardoor inblazen niet hoeft. Op mijn rooier heb ik een trechter met een valbreker, waardoor de aardappelen diep tot in de pallox kunnen zakken. Indien nodig, gaan ze door de stortbak. Daarna zet ik ze 7 à 10 dagen onder het afdak van een loods. Met wat geluk – als er veel wind is –zijn ze dan kurkdroog tot in de kern.

Jos zet zijn geoogste aardappelen 7 à 10 dagen onder het afdak van een loods om te drogen.
Jos zet zijn geoogste aardappelen 7 à 10 dagen onder het afdak van een loods om te drogen. - Foto: JVB

Daarna zet ik ze binnen in de aardappelloods. De bewaring verloopt zo heel goed. Het is ook makkelijk om mee te werken, al was het een hele investering. Zo moest ik een wand laten bouwen in de loods om te kunnen vergassen, kisten en een kistenkantelaar aankopen… We kunnen 4 a 5 ha aardappelen inschuren in onze aardappelloods en sorteren die eerst op. Een klein beetje tocht is voldoende om ze goed te drogen. Zo kunnen we starten met droge aardappelen in onze loods.

Ook naar begassen toe werkt het veel beter. Voor de laatste aardappelen heb ik mijn ruimte veel kleiner gemaakt door er palloxen tegen te zetten en door er een folie tegen te nieten. De gasconcentratie in de aardappelcel moet immers hoog genoeg zijn. Begin april heb ik de 20 resterende palloxen nog eens begast. De kiemremming is de voorbije winter heel goed gelukt. In het groeiseizoen behandelen we onze aardappelen ook tegen kiemvorming met Itcan SL 270. Dat was met het groeizame weer ook perfect gelukt. Bovendien was het een koele winter, waardoor de bewaring ook makkelijker was.”

Gewasbescherming

Wat de gewasbescherming betreft, volgt Jos de adviesberichten van Viaverda. Een behandeling van minder ziektegevoelige rassen als Désirée of Jelly slaat hij daarbij al eens over. “Enkele jaren geleden had ik wat problemen met ritnaalden. Vorig jaar heb ik er geen gezien. Maar als je thuisverkoop hebt, moet je er wel voor zorgen dat je er geen hebt, want het is niet fijn als je dan aardappelen aan het schillen bent om er bijvoorbeeld schijfjes van te maken.

Eind juni start ik met het rooien van de aardappelen, dat doe ik dan regelmatig om onze hoevewinkel te bevoorraden. De allereerste vroege aardappelen koop ik half juni van een collega-teler uit Binkom. Die teelt op lichtere grond, waardoor hij vroeger kan starten. Daarna start ik met mijn aardappelen en rooi ik er regelmatig bij, zodat we continu aardappelen hebben. Daarbij hou ik constant het weer in het oog. Ik ben altijd tevreden als ze in oktober in onze loods liggen.”

Trend naar vastkokende aardappelen

Sorteren en verpakken doet Jos meestal zelf. “Als het seizoen start en de aardappelen beginnen te kiemen, sorteer ik om de paar dagen wat bij. We werken met papieren zakken van 3, 5 en 10 kg. Die zijn properder dan netzakken – die we vroeger hadden – en de aardappelen liggen zo altijd in het donker. Frieslander en Annabelle zijn onze populairste rassen; er is sowieso een trend naar meer vastkokende rassen. Jelly zit wat tussen een bloemige en vastkokende aardappel en is ook ideaal om er puree van te maken. We hebben ook klanten die speciaal voor de rode Désirées komen. Die kennen ze nog van vroeger in hun tuin en je kan er ook goede frieten van maken. Voor mij is een gemakkelijke aardappel weinig ziektegevoelig, met goede opbrengsten en die je goed kan bewaren.

Voor de winkel schillen we soms aardappelen, we versnijden ze tot frieten en verpakken ze vacuüm. Meestal vragen de klanten nog ‘oude aardappelen’ tot de tweede week van juli, als we met vakantie gaan.” Dan koopt Jos al eens wat bij bij een collega. “Gelukkig worden aardappelen nog vrij veel gegeten. Nog uitbreiden is moeilijk, maar we kunnen ons niveau wel aanhouden.”

Jos in de sorteerloods met enkele zelf verpakte aardappelzakken.
Jos in de sorteerloods met enkele zelf verpakte aardappelzakken. - Foto: JVB

Diverse akkerbouwteelten

Naast aardappelen verbouwt Jos wintertarwe, korrelmaïs, luzerne en ecoteelten (faunamengsels). Verder hebben we ook nog grasland en percelen met gras-klaver. “Vorig jaar had ik veel ecoteelten, omdat ik het toen veel te laat vond om nog maïs te planten. Ik heb toen 10 ha geplant, op de overige 10 ha van mijn teeltplan heb ik faunamengsels ingezaaid. Ik vond het risico te groot om begin juni nog korrelmaïs te planten. Nu heb ik nog maar een paar ha faunamengsels. Meestal blijft het bij deze gewassen, want veel tijd om te experimenteren heb ik met het vele werk niet.” De tarwe en de maïs worden geleverd aan de lokale molen om te verwerken tot veevoeder.

Fijn samenwerken met loonwerker

Jos werkt regelmatig samen met Wilfried Vandenbeck, die in Boutersem een loonwerkbedrijf runt. “Vroeger voerde ik heel veel veldwerkzaamheden zelf uit”, stelt Jos. “Nu moet ik af en toe bijspringen in de hoevewinkel en moet ik keuzes maken; ik kan niet meer alle werkzaamheden zelf doen. Ik doe steeds meer een beroep op Wilfried voor diverse taken: tarwe ploegen en zaaien, maïs planten, graan en maïs dorsen, gras maaien, hooi en voordroog persen… Voor mij werkt het prima zo: Wilfried woont in ons dorp, hij weet al mijn percelen liggen… Het is fijn samenwerken met hem.”

Succesvolle hoevewinkel

Eind 2017 besloten Jos en Ann om met een hoevewinkel te beginnen. “Dat liep vrij snel uit de hand. In het begin kwamen de mensen voor onze aardappelen, maar we voorzagen ook al vlug wat wintergroenten, appelen, peren en zuivel van landbouwers uit de streek. Wat later vroegen onze klanten of we geen vlees verkochten. In die periode ging Ann halftijds in het ziekenhuis in Pellenberg werken en de rest van de tijd in de winkel als flexi-job. Door het grote succes van de hoeveverkoop koos ze er echter uiteindelijk voor om haar job als verpleegkundige op te geven en om zich volop toe te leggen op de uitbouw van de hoevewinkel. Daar heeft ze nog geen spijt van; de winkel garandeert ook het voortbestaan van ons bedrijf. Het sociale contact met de klant speelt voor haar ook een belangrijke rol. Ze is intussen ook gestart met het maken van bereide gerechten: vol-au-vent, goulash, balletjes in tomatensaus, spaghettisaus en stoofvlees. Daar kruipt veel tijd in.”

Jos doet de inkopen van groenten en fruit voor de hoevewinkel. De verwerking van het rund-, varkens- en kippenvlees doen Jos en Ann samen. Ann werkt vooral in de winkel voor de verkoop. Ze volgt er de bestellingen op en verzorgt ook de website. Ondertussen kunnen ze ook rekenen op de hulp van 2 jobstudenten in de winkel en van 2 flexi-jobbers in de hoeveslagerij (naast de winkel).

Ann is vooral actief als verkoopster in de hoevewinkel.
Ann is vooral actief als verkoopster in de hoevewinkel. - Foto: JVB

Smaakvol Hereford-vlees

Door het succes van de hoevewinkel groeide de vleesverkoop van Hereford-rundervlees en Duroc-De Riegel-varkensvlees – dat van Yvan en Nadine Schurmans uit Kortenaken komt – uit tot de voornaamste hoofdtak van het bedrijf. Jos hield een tijd melkkoeien en witblauw vleesvee, maar hij had 2 opeenvolgende jaren heel weinig vaarskalfjes en dus te weinig vrouwelijke opvolging. Hij moest dus jongvee bijkopen. “Toen keken we uit naar een ander ras. Na getwijfeld te hebben over Limousins, Blonde d’Aquitaines, Piemontese- en Belfurn Angus-runderen, kwamen we in 2016 uit bij Herefords. We kozen voor dit ras omwille van het rustige karakter en het afkalfgemak. Het geboortegewicht van de kalfjes is laag, waardoor de meeste koeien alleen afkalven en we daar niet bij moeten helpen. We hebben een 60-tal stuks. Onze stamboekdieren zijn afkomstig van Duitse en Deense Hereford-bedrijven. Dat waren vaarzen, en de eersten kalfden hier dan in 2017. Het eerste jaar heb ik de vaarzen kunstmatig laten insemineren. Daar hebben we ook een fokstier uit gefokt. Langzaamaan heb ik de stapel uitgebouwd. Groeien in Herefords is geen probleem, je hebt elk jaar sowieso een gezond kalf.

Het bedrijf heeft een 60-tal stuks Hereford-runderen, waarvan het vlees gemarmerd, smaakvol en supermals is.
Het bedrijf heeft een 60-tal stuks Hereford-runderen, waarvan het vlees gemarmerd, smaakvol en supermals is. - Foto: JVB

Ze krijgen geen industriële voeding, maar puur gras, hooi, voordroog, luzerne en gras-klaver. Uiteraard probeer ik de stapel zo goed mogelijk op te volgen. We werken niet meer met een koopman. Alle dieren die hier worden geboren, worden uiteindelijk in Aubel geslacht. Het vlees is gemarmerd, heel smaakvol en supermals. In onze hoevewinkel is het een topper.”

Jos kan het verzorgen van zijn Herefords goed combineren met de diverse akkerbouwteelten. “De piekperiode is in april, als er moet geplant en gezaaid worden. In november 2023 zijn we gestart met de eigen verwerking van ons rundvlees en van het Duroc De Riegel-varkensvlees. Dat loopt heel goed, ze vullen ons totaalassortiment goed aan.”

Meer info over het bedrijf van Jos en Ann vind je hier.

Jan Van Bavel

Lees ook in Aardappelen

Meer artikelen bekijken