53 stuwen voor klimaatrobuuste landbouw in Sint-Gillis-Waas
In het gebied rond de Klokputweg in Sint-Gillis-Waas werden 53 stuwen geïnstalleerd en 5 hoekputten hersteld dankzij 17 landbouwers, Boerennatuur Vlaanderen (Boerenbond), Viaverda en de gemeente Sint-Gillis-Waas.

Dankzij de stuwen en de hoekputten kan meer hemelwater worden vastgehouden, wordt het trager afgevoerd en beter geïnfiltreerd in de bodem. De stuwen werden geplaatst in kader van het PDPO-project ‘Klimaatrobuuste landbouw door stuwen’.
In het gebied van de Klokputweg werden stuwen geplaatst op perceelsgrachten en baangrachten. Een stuw houdt het regenwater tegen, waardoor het de tijd krijgt om in de bodem te dringen. Zo kan de neerslag beter in het gebied infiltreren en komt het ter beschikking voor de planten en het grondwater. Bovendien verhinderen stuwen dat het water snel uit het gebied kan lopen waardoor het overstromingsrisico stroomafwaarts vermindert. De landbouwers helpen met hun stuwen dus rechtstreeks mee aan droge voeten in de Pompstraat.
Dit project is volgens voorzitter Lode Ceyssens van Boerenbond een mooi voorbeeld van waar de kracht van Boerennatuur ligt: oplossingen op maat van en samen met land- en tuinbouwers zoeken naar oplossingen voor een steeds groter wordend probleem als de droogte en wateroverlast.
8 dagen extra groei
Viaverda onderzocht het effect van een stuw. Wim Buytaert uit Meerdonk pionierde enkele jaren geleden zelf met het plaatsen van 2 stuwen. Aan die stuwen werden door Viaverda verschillende hydrologische metingen uitgevoerd het groeiseizoen van 2023 en 2024. Uit de metingen met de bodemvochtsensoren bleek dat een stuw een wezenlijk effect heeft op het bijhouden van water. Een stuw hield op die plaats zoveel water tegen dat de droogtestressdrempel voor maïs pas 8 dagen later werd bereikt. Dat betekent dat het gewas daar 8 dagen langer kon groeien dan mocht er geen stuw gestaan hebben.
Ook bij vele andere regenbuien ziet men dat de stuw het water kan tegenhouden. Ook de waterkolom is via de peilbuizen gemeten. De stuw hield 43 cm water op in de gracht, wat resulteerde in een stijging van het grondwater met 26cm tot op10m van de stuw.
Van nul naar 53 stuwen
De gemeente detecteerde dat de regio van de Klokputweg erg gevoelig is voor droogteschade. Dat kon iedereen waarnemen in de droge jaren (2017–2021). Daarom besloten ze de landbouwers te helpen. Gelijktijdig liep het Leaderproject ‘Klimaatrobuuste landbouw door stuwen’. De gemeente heeft gebruik gemaakt van de expertise van Boerennatuur Vlaanderen om de landbouwers te begeleiden.
Er werden verschillende infomomenten gehouden voor landbouwers. Ook alle grondeigenaars werden aangeschreven en er werd een afzonderlijk infomoment voor hen georganiseerd. Voorts werden ook de landbouwraad en de bedrijfsgilde van Boerenbond betrokken.
Grondige voorstudie
De gemeente bracht alle perceelsgrachten in kaart en bepaalde samen met de landbouwers geschikte locaties voor de stuwen. Er werd besproken wat de optimale hoogte van de verschillende stuwen moest zijn. Met een GPS werden alle locaties uitgemeten en de maximale opstuwhoogtes bepaald. Er werd een methodiek gehanteerd waarbij het opstuwen van het water enkel effect kan hebben op de 2 aanpalende percelen. Zo kunnen landbouwers het beste gebruik maken van de stuwhoogte. Ook zijn er keermuren geplaatst zodat het waterpeil van een heel perceel kan gestuurd worden op 1 punt. Dat maakt het voor de landbouwer véél eenvoudiger om aan optimaal waterbeheer te doen. Het overgrote deel van de landbouwers in het gebied neemt deel aan dit project.
Financiering
De deelnemende landbouwers verenigden zich in een groep en hebben samen met Boerennatuur de aanvraag ingediend bij het VLIF voor niet-productieve investeringen (NPI ). Nu er groepsaanvragen mogelijk zijn, kan men makkelijker grotere projecten gefinancierd krijgen. Voor baangrachten en landbouwers die geen aanspraak konden maken op de steun betaalt de gemeente de kost voor de plaatsing van de stuwen. De totale projectkost komt neer op 177.736,90 euro. Zelf hoeft de landbouwer niet te betalen voor deze ingreep.
Administratieve last
Boerennatuur heeft de vergunning voor de stuwen opgesteld en ingediend. Die administratieve drempel is vaak te groot voor landbouwers om het zelf te doen. Ook ziet Boerennatuur dat het soms moeilijk is om stuwvergunningen te krijgen. Dat is vreemd omdat een stuw naar waterconservering een eerste broodnodige stap is om te nemen. Deze administratieve last moeten naar beneden zodat er meer en gemakkelijker van deze maatregelen kunnen genomen worden.
Opvolging
De landbouwer is helemaal vrij om de stuwhoogte te bepalen. Bij code oranje van het KMI kan de gemeente of Boerennatuur Vlaanderen aan de landbouwers vragen om een bepaalde stuwhandeling uit te voeren.
Wanneer alle stuwen geplaatst zijn, richten de landbouwers een agrobeheergroep op. Indien de landbouwersgroep dat wil, kunnen nog andere projectideeën uitgevoerd worden.
Buurman als gelijke
Landbouwers waarvan een gracht tussen 2 eigendommen ligt, vrezen vaak voor conflict over de stand van de stuw. In de praktijk ziet men dat het eigenlijk allemaal heel goed verloopt. Dat komt omdat vele gewassen een gezamenlijke waternood hebben. Het groeiseizoen van bijvoorbeeld maïs of gras ligt heel gelijklopend. Best spreken landbouwers op voorhand even af wanneer de veldwerkzaamheden beginnen. Zo kan er beslist worden om de waterstand op het juiste moment te laten zakken. Die lagere waterstand zorgt dan voor minder structuurschade aan de bodem. Maar van zodra de teelt in de grond zit, is deze gebaat bij een hogere waterstand. Dan zou de stuw op maximale hoogte moeten komen, zodat het kleine plantje of zaadje voldoende water krijgt om gemakkelijk te kunnen kiemen. Voor wateroverlast hoeft men niet te vrezen, want er is steeds een noodoverloop op de stuw die ervoor zorgt dat het water minstens 10 tot 15 cm onder het maaiveld blijft.