Geen populatiebeheer voor wolven in Vlaanderen
Een populatiebeheer voor wolven is in Vlaanderen niet aan de orde, ook niet nadat het Europees Parlement ermee instemde om de status van de wolf in de Europese Habitat-richtlijn te wijzigen van ‘streng beschermde’ naar ‘beschermde’ diersoort.

Op de parlementaire commissie Leefmilieu van 20 mei agendeerde volksvertegenwoordiger Leo Pieters (VB) de door het Europees Parlement gewijzigde beschermingsstatus van de wolf. Hij vernam dat op het platteland en in buitengebieden die in wolventerritoria liggen of waar zwervende solitaire dieren doortrekken, het aantal aanvallen op vee toeneemt. Hij vindt het verontrustend dat wolven leren dat ze van mensen geen angst hoeven te hebben. Dat uit zich in een aantal verontrustende incidenten in het niet zo verre buitenland.
Eigen specifieke kernmerken
In zijn wederwoord bevestigde minister Jo Brouns (cd&v) het belang om de ontwikkelingen in de buurlanden blijvend en nauw op te volgen. Het beleid van omliggende lidstaten of regio’s kan echter niet zomaar doorgetrokken worden tot in Vlaanderen. Elke lidstaat of regio heeft zijn specifieke kenmerken waarop het beleid moet worden gebaseerd. Vlaanderen is dichtbevolkt, waardoor er veel gemeenschappen en sectoren in aanraking kunnen komen met de wolf. Vlaanderen maakt slechts een klein onderdeel uit van de Centraal-Europese wolvenpopulatie.
In de buurlanden is het aantal wolven en wolvenroedels vandaag de dag hoger dan in Vlaanderen. Daardoor is er wellicht op korte termijn in die regio’s meer nood om in te grijpen. Voor die landen is het volgens de minister relevant om meer opties te hebben om dit daadwerkelijk te kunnen doen.
Grotere preventiegraad
Wat de aanvallen op landbouwdieren betreft, ziet Brouns verschillen met onze buurlanden. In Nederland is bijvoorbeeld het schade- en preventiebeleid gedecentraliseerd op het provinciale niveau. Daardoor zijn er grote verschillen tussen de provincies. Dit resulteert in een laag aantal wolfwerende omheiningen. Het beleid in Vlaanderen, waarbij er wordt ingezet op zowel financiële ondersteuning als op advies of hulp bij plaatsing van wolfwerende omheiningen, zorgt voor een grotere preventiegraad en in vergelijking voor minder schadegevallen.
Omdat Vlaanderen een eerder laag aantal gevestigde wolven heeft, zegt minister Brouns dat een populatiebeheer momenteel niet aan de orde is.
Volgens hem blijven investeringen in passende schadepreventiemaatregelen in de eerste plaats cruciaal om het aantal aanvallen op vee te verminderen. De Europese Commissie zal de lidstaten en belanghebbenden blijven helpen bij het ontwerpen en uitvoeren van dergelijke maatregelen via financiering en andere vormen van steun.
Afwijkingsregeling bij problemen
Het interventieprotocol probleemsituaties wolf kan in specifieke situaties als handvat voor een afwijkingsregeling worden gebruikt indien er problemen met individuele wolven zouden ontstaan. Dat is geactualiseerd en geëvalueerd naar aanleiding van de problematiek in het begin van de terugkeer van de wolf in het kerngebied in Noord-Limburg.
Brouns’ ministeriële administratie neemt deel aan internationaal overleg met de buurlanden binnen de Transboundary Wolf Meeting en de Northwestern European Wolf Cooperation. Tijdens deze gezamenlijke overlegmomenten en tijdens bilaterale afstemming met lidstaten wordt informatie uitgewisseld over onder meer terreinervaringen, preventie, schade en probleemwolven. Deze informatie wordt benut om het Vlaamse wolvenbeleid continu te optimaliseren en te actualiseren. In geval van meer urgente en/of grensoverschrijdende dossiers wordt tevens bilateraal overleg gehouden.
Het wolvenbeleid in Vlaanderen zoals dat momenteel wordt uitgevoerd, moet volgens de minister ook in de toekomst berusten op overleg, transparantie en wetenschappelijke onderbouwing. Uiteraard zijn er uiteenlopende visies en standpunten met betrekking tot het samenleven met wolven. Het is naar zijn idee evenwel niet omdat het beleid een lijn uitzet waar vanuit verscheidene invalshoeken naar wordt gekeken, dat dit niet op een objectieve manier kan worden aangepakt.