Startpagina Recht

Aanpassing van de kritische depositiewaarden stikstof

Met een arrest van 18 juni vernietigde de Raad van State het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) ‘Nelissen Steenfabrieken NV’. Het beroep werd ingesteld door een milieuvereniging en focuste op de mogelijke aantasting van belangrijke natuur door stikstof. Op 1 juli liet minister van Omgeving Jo Brouns in de commissie Omgeving van het Vlaams parlement weten dat de stikstofregels werden aangepast naar aanleiding van dit arrest. Meer in het bijzonder werden de kritische depositiewaarden (KDW) stikstof aangepast aan recentere wetenschappelijke inzichten.

Leestijd : 4 min

In dit artikel leggen we uit waarom deze kritische depositiewaarden stikstof werden aangepast.

Habitattoets voor belangrijke natuur

Wanneer een project gelegen in of nabij habitatrichtlijngebied wordt aangevraagd, moet door de aanvrager een zogenaamde ‘habitattoets’ worden uitgevoerd. Bij elke vergunningsplichtige activiteit moet immers worden nagegaan of er een negatieve impact kan zijn op die habitats en leefgebieden van soorten. Aanvankelijk wordt een preliminaire ‘voortoets’ uitgevoerd om uit te maken of met zekerheid kan uitgesloten worden dat het voorgenomen project, op zichzelf of in combinatie met andere reeds bestaande projecten, enige betekenisvolle effecten kan veroorzaken op de beschermde habitats. Kan enig betekenisvol effect niet worden uitgesloten, dan moet een meer ingrijpende passende beoordeling worden uitgevoerd. Als die passende beoordeling op zijn beurt een betekenisvolle aantasting niet kan uitsluiten, moet de aanvraag principieel worden geweigerd.

Rechterlijke controle op de habitattoets

Rechtscolleges die vergunningen op hun wettigheid toetsen, leggen de lat erg hoog bij de beoordeling en controle van de habitattoets. De aanvrager of de vergunningverlenende overheid moet door middel van de best beschikbare technieken elke wetenschappelijk twijfel wegnemen over de impact van de aanvraag op beschermde habitats. Een leemte in de voorafgaande effectenbeoordeling kan dus verregaande gevolgen hebben voor de aanvrager. In eerste instantie kan een gebrek leiden tot een vernietiging van het vergunningsbesluit door de bestuursrechter.

Ook daarna blijven de reguliere hoven en rechtbanken onbeperkt in de tijd bevoegd om overheidsbeslissingen aan het Unierecht en hogere wetgeving te toetsen en om deze in het kader van een gerechtelijke procedure buiten toepassing te stellen. Op die manier kan men zelfs met een jarenoude vergunning op zak toch nog in de problemen komen.

Stikstofdepositieberekening is geen sinecure

Doordat over het Vlaams grondgebied heen veel kleine versnipperde habitatrichtlijngebieden werden afgebakend, konden vele milieuvergunningsaanvragen van veehouders niet zomaar de voortoets doorlopen. In het voorbije decennium zorgde vooral het aspect van de stikstofdepositie voor vele kopzorgen. Ammoniakemissiebronnen hebben immers uit hun aard een potentieel ruim verspreidingsgebied, zodat zelfs beschermde habitats gelegen op een afstand van tientallen kilometers in acht moeten worden genomen bij de effectenbeoordeling. Uit de regelgeving volgt dat er een berekening moet gemaakt worden van de stikstofdepositie om uit te maken of het aangevraagde impact zal hebben op de habitatgebieden in de omgeving. Het is voor individuele landbouwers evenwel vaak praktisch of financieel niet haalbaar om een wetenschappelijk stringente passende beoordeling te laten uitwerken. Het is ook effectief onwenselijk om landbouwers hiertoe te verplichten wanneer het in het licht van hun omvang, toegepaste ammoniakemissiearme technieken en afstand ten opzichte van de habitats voor de hand ligt dat hun aanvraag geen betekenisvolle impact heeft. Om die reden heeft de overheid zelf in een instrument voorzien.

Impactscoretool aangepast

Om landbouwers in Vlaanderen enig houvast te bieden legt het inmiddels inwerking getreden stikstofdecreet verscheidene stikstofdepositiedrempelwaarden vast om te bepalen of een aanvraag vrijgesteld wordt van, dan wel onderworpen moet worden aan een passende beoordeling. Op datum van de opmaak van dit artikel moet het Grondwettelijk Hof zich wel nog uitspreken over verscheidene vernietigingsberoepen die onder meer de drempelwaarden aanvechten op hun adequaatheid of proportionaliteit.

Naar aanleiding van de opmaak van het stikstofdecreet heeft de Vlaamse overheid een impactscoretool ontwikkeld die op basis van een aantal parameters automatisch de impactscore voor een project berekent op het vlak van stikstofdepositie. De impactscore geeft het aandeel weer van de activiteit in de kritische depositiewaarden van de verscheidende habitats. Die leggen op hun beurt de grenzen vast waarbij negatieve effecten kunnen optreden. Het gebruik van de impactscoretool is een relatief eenvoudige en laagdrempelige manier om de effecten van ammoniakemissiebronnen op beschermde habitats te laten berekenen.

Het is precies aan deze berekening van de impactscore dat de Vlaamse overheid nu is gaan sleutelen op basis van een recent arrest van de Raad van State. De kritische depositiewaarden die gehanteerd werden in de impactscoretool dateerden immers uit 2013, terwijl er intussen recentere en meer accurate waarden uit 2022 bestaan. Door deze aanpassing poogt de Vlaamse overheid te vermijden dat nieuwe vergunningen alsnog ter discussie zouden worden gesteld, omdat niet elke wetenschappelijk twijfel over de impact van het aangevraagde op beschermde habitats is weggenomen. Met de strenge rechterlijke controle in het achterhoofd lijkt deze snelle bijsturing geen overbodige luxe geweest.

Jan Opsommer

Lees ook in Recht

De rechtskundige (r)evolutie in de landbouw

75 jaar Landbouwleven Van oudsher informeert Landbouwleven haar lezers over de relevante agrarische regelgeving. Nieuwe wetten en decreten worden uitgelegd, interessante rechtspraak wordt onder de aandacht gebracht en lezersvragen worden met een (deel van het) antwoord gepubliceerd als boeiende praktijkgevallen voor velen. Ook op dit vlak is er veel veranderd in de afgelopen 75 jaar.
Meer artikelen bekijken