Startpagina 75 jaar Landbouwleven

75ste jaargang Landbouwleven: Een gouden voor door wereldkampioen Daniël Hertleer

Landbouwleven viert dit jaar zijn 75ste jaargang. Het Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG) blikt daarom terug op de vele verhalen die het rijke archief van Landbouwleven te bieden heeft. Deze keer blikken we terug naar de allereerste wereldtitel voor België in het wedstrijdploegen in 1989.

Leestijd : 3 min

In 1989 behaalde Daniël Hertleer uit Lembeke wat tot dan toe onmogelijk leek: de allereerste Belgische wereldtitel in het wedstrijdploegen. Met een perfect uitgevoerd rondgaand ploegwerk liet hij op Noorse bodem de concurrentie achter zich. Het was een unicum voor een land dat, ondanks een sterke landbouwtraditie en ruim 35 jaar aanwezigheid op wereldkampioenschappen (WK), nog nooit het hoogste schavotje had bereikt.

Aanpassen aan nieuwe innovaties

Wedstrijdploegen lijkt de dag van vandaag misschien vooral iets voor gepassioneerde hobbyisten, maar decennialang waren de wedstrijden een belangrijk vormingsinstrument voor jonge boeren. Sinds de jaren 1950 organiseerde de Boerenjeugdbond (BJB), later KLJ en Groene Kring, systematisch ploegwedstrijden op gouw-, provincie- en nationaal niveau. De opkomst van de tractor bracht immers een geheel nieuwe manier van ploegen met zich mee. Met paarden kon men traag, maar nauwgezet werken, maar tractorploegen vereiste andere vaardigheden: de bestuurder zat vóór het werktuig, moest nieuwe types ploegen beheersen en de technische afstellingen onder de knie krijgen.

Ploegwedstrijden boden jonge boeren een competitief maar leerrijk kader om zich die vaardigheden eigen te maken. Vaak ging dat verder dan alleen ploegtechniek: op kampioenschappen werd geregeld ook een gymkana georganiseerd, een behendigheidsparcours waarin deelnemers met hun tractor hindernissen en precisieopdrachten moesten afleggen. Zo werd tegelijk hun rijvaardigheid getraind in een periode waarin het besturen van een tractor nog lang geen evidentie was.

Lang zonder succes

Toch bleef internationaal succes uit. Het wedstrijdploegen kende een getrapt systeem: de besten uit de lokale manches stootten door naar het provinciaal kampioenschap, waarna ze zich kwalificeerden voor het Belgisch kampioenschap. De top 2 van het Belgisch kampioenschap mocht uiteindelijk onze driekleur verdedigen op het wereldkampioenschap. Zo’n WK was telkens een belevenis én een unieke kans voor de deelnemers om een unieke reis te maken en de wijde wereld te verkennen.

De Belgische ploegers keken lange tijd op naar hun collega’s uit Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Canada of de Verenigde Staten. Zeker in het dominante rondgaand ploegen was de kloof groot. Belgische deelnemers misten vaak praktijkervaring met die specifieke techniek, waardoor ze zelden echt meedongen naar het podium.

De ommekeer

In de jaren 70 kwam daar verandering in. Het Belgisch Ploegcomité (onder leiding van mechanisatieconsulent Jos Merckx van Boerenbond) zette in op een gestructureerde voorbereiding. Er kwamen aangepaste oefenploegen, technische begeleiding en zelfs een bondscoach: de Nederlandse oud-wereldkampioen Marinus Schoonen. Hij leerde de Belgische ploegers hoe ze hun materiaal moesten afstellen en hoe ze het terrein en de bodem optimaal konden lezen. Die aanpak wierp snel vruchten af. In 1973 werd Karel Van Dijck vijfde in de Verenigde Staten en in 1980 behaalde Hugo Verhoeven een vierde plaats op het WK in Nieuw-Zeeland.

1989: het keerpunt in Noorwegen

Het echte kantelpunt kwam in 1989. Daniël Hertleer bracht in Noorwegen alles samen: een doorgedreven voorbereiding, perfecte afstelling, ervaring én de rust om onder druk foutloos te blijven. Zijn ploegwerk was een toonbeeld van gelijkmatigheid, dieptecontrole en afwerking. Hij werd wereldkampioen in het rondgaand ploegen: een primeur voor België. Die overwinning betekende meer dan de fel begeerde gouden ploeg: het luidde een periode in waarin Belgische ploegers op internationaal niveau eindelijk konden wedijveren met de absolute top.

Specialisatie

Inmiddels was het wedstrijdploegen sterk geëvolueerd. In de beginjaren was er weinig verschil tussen goed ploegwerk op het veld en op de wedstrijd. Maar door de opkomst van specifieke wedstrijdploegen, met risters die ontworpen werden om vooral esthetisch te scoren, ontstond een steeds grotere kloof met het alledaagse ploegwerk op het veld. Het Noorse merk Kverneland speelde daarin een pioniersrol. Het ontwikkelde specifieke wedstrijdploegen en -risters, ondersteunde individuele ploegers en werd vaste sponsor van nationale en internationale kampioenschappen. Die nauwe betrokkenheid maakte van de wedstrijden een belangrijk uithangbord voor hun merk.

Levend vakmanschap

De dag van vandaag zijn ploegwedstrijden geen massa-evenementen meer zoals vroeger, maar het vakmanschap leeft voort. Wie dit jaar de Belgische titel op zijn naam mag schrijven en ons land zal vertegenwoordigen op het EK en WK volgend jaar, wordt op zaterdag 24 augustus beslist in Bertem.

Sven Lefèvre (CAG)

Lees ook in 75 jaar Landbouwleven

Meer artikelen bekijken