75ste jaargang Landbouwleven: de Mansholt-betoging van 1971
Dit jaar viert

Sinds 1968 hing het Memorandum Landbouw 1980 van Europees commissaris Sicco Mansholt als een onweer boven de Europese velden. Het pleitte voor grootschalige bedrijven, een halvering van de actieve boerenbevolking en minder areaal. Dat waren voorstellen die vooral kleine familiebedrijven de pas zouden afsnijden. Terwijl Europese ministers ruzieden over structuurhervormingen, bleven de prijzen bevroren en liepen de inkomens van boeren verder achter op die van werknemers in industrie en diensten. “Eerst de prijzen, dan de rest”, luidde de roep vanuit COPA, maar in Brussel bleef het stil.
Het Groene Front smeedt een coalitie
Voor het eerst verenigden de verschillende boerenorganisaties zich in het Groene Front. Met een ongeziene propagandacampagne riepen ze via de pers op tot een ‘bevel tot algemene mobilisatie’. Geen boer mocht op 23 maart nog op het veld staan. De oorlogstaal voorafgaand aan de betoging (“Wie thuisblijft, verraadt zijn stand”) illustreerde hoe diep de frustratie zat en hoe groot de bereidheid was om te betogen.
Landbouwleven schetste de week nadien de situatie als volgt: “Dinsdag 23 maart is voor velen een openbaring geweest, zelfs voor degenen die de dramatische toestand in sommige sectoren van de landbouw kennen. Men heeft kunnen vaststellen dat de kwaal al veel dieper zit dan men had durven vermoeden. Het is wellicht de eerste keer dat aan een massabetoging van boeren mensen deelnamen die niets meer te verliezen hebben. Mensen die werkelijk geruïneerd zijn.”
100.000 landbouwers in de stad
Die frustraties kwamen tot uiting tijdens de betoging. Spandoeken vergeleken Mansholt met Hitler, een symbolische lijkwagen reed mee in de stoet en verschillende betogers hingen Mansholt-poppen aan de strop. Over de passage aan de Beurs noteerde Landbouwleven het volgende:
"Op de trappen van de Beurs hadden de politiekers naast de leiders van de organisaties plaats genomen, omdat zij wellicht hadden gemeend dat de betogers hun hun sympathie zouden betuigen. Het moet hun echter een teleurstelling geweest zijn, want naast de weinigen die groetten, werd door sommigen gesmeten met aardappelen, eieren en voetzoekers."
Uiteindelijk zouden bijna 100.000 landbouwers deelnemen aan de manifestatie, veel meer dan verhoopt. Het was een indrukwekkend signaal richting de politiek. De stoet van boeren uit heel Europa liet zien dat de strijd tegen het Europese landbouwbeleid nationale grenzen overstijgt en dat Europese boeren een gemeenschappelijke solidariteit kennen.
Rellen en menselijke tragedie
Doordat de stoet amper nog in beweging kwam, liepen de frustraties al gauw op en sloeg de sfeer om. Vernielingen van straatmeubilair en winkels waren schering en inslag. Bij een confrontatie met de politie kwam de jonge Waalse boer Adelin Porignaux om het leven. De dodelijke afloop van de betoging en het geweld overschaduwden de dagen nadien de berichtgeving in de algemene pers.
Betoging miste impact niet
Het indrukwekkende machtsvertoon miste zijn effect niet. Twee dagen later kwam er een akkoord over het verhogen van de landbouwprijzen. De scherpe kantjes van het Plan-Mansholt werden teruggebracht tot 3 gematigde richtlijnen: modernisering, een afvloeiingsregeling en professionele vorming. Die werden in 1972 goedgekeurd. De demonstratie bewees dat de macht van het getal politieke inertie kan breken, maar ook dat hervormingen niet te bruusk mogen worden opgedrongen aan de sector.
Visionair plan?
Vijftig jaar later erkennen veel betogers dat Mansholt misschien toch zijn tijd vooruit was. Bedrijven werden groter, het aantal boeren halveerde en marktsteun evolueerde naar inkomenssteun. Onder het motto ‘Slechte heelmeesters maken stinkende wonden’ blijft het de vraag of de situatie voor de Europese landbouw in de jaren 80 en 90 rooskleuriger zou zijn geweest als de plannen van Mansholt niet waren afgezwakt.
Eigenaarschap
De Mansholt-betoging staat in het collectieve geheugen gegrift. Ze droeg bij aan het ontzag voor de landbouwers én voedde bij ordediensten en politici de vrees voor escalaties bij toekomstige boerenbetogingen. Zo werden betogingen en acties een krachtig drukkingsmiddel om gehoor te krijgen bij de politiek. Vandaag herinnert 23 maart 1971 eraan dat verandering pas duurzaam is wanneer boeren zich eigenaar voelen van het beleid. Wie weet staan er anders morgen opnieuw 100.000 betogers klaar.