Startpagina 75 jaar Landbouwleven

75ste jaargang Landbouwleven: Marie Thumas, symbool van een verdwijnende industrie

Landbouwleven viert dit jaar zijn 75ste jaargang. Het Centrum Agrarische Geschiedenis blikt daarom terug op markante momenten die de sector hebben getekend. Deze week zoomen we in op het faillissement van een Belgisch icoon: Marie Thumas.

Leestijd : 3 min

Begin 1980 stond de Belgische conservenwereld er slecht voor. Nog geen 3 jaar na de sluiting van de fabriek in Wilsele ging Marie Thumas, samen met het Waalse zusterbedrijf Mon Jardin, failliet.

Van nationale trots tot kanarie in de koolmijn

Landbouwleven kroop in de pen met een opvallende analyse. In ongewoon scherpe bewoordingen hield de redactie de sector een spiegel voor: “Eén der voornaamste oorzaken van de moeilijkheden in de conservenindustrie is de bestaande overproductie. Een al te groot gedeelte van onze nationale productie dient uitgevoerd te worden, wat, gezien de zware internationale concurrentie, steeds moeilijker wordt.”

Ook de Belgische concurrentiekracht kreeg ervan langs: “Deze uitvoer wordt bovendien nog bemoeilijkt door de hoge loonlasten en de zeer hoge intrestvoeten in ons land, wat, gezien de seizoensmatige productie in de conservenindustrie, bijzonder nefast is.”

Intussen zat de Franse concurrentie niet stil. Terwijl er onderhandeld werd over een redding, zette Bonduelle, de latere overnemer, zijn expansie in België onverminderd voort. De eigen landbouwlobby kreeg eveneens een veeg uit de pan: “Alsof de Staat meer zou kunnen waarborgen dan zijn ingezetenen… Het siert niemand om de echte oorzaken te verzwijgen en zich te beperken tot het eisen van reddingskredieten.”

Landbouwleven sloot het artikel niet af zonder waarschuwing: “De situatie zal onhoudbaar worden indien men niet terugkeert naar de echte waarden van arbeid, spaarzaamheid en goed beheer en indien men niet afwijkt van de weg van de gemakzucht en het avontuur.”

betaling landbouwers

Het faillissement was een harde illustratie dat een sector zonder structurele aanpassingen niet kan overleven in een open markt.

Een merk dat een sector belichaamde

Die klap kwam extra hard aan, omdat Marie Thumas bijna een eeuw lang gold als toonbeeld van Belgisch vernuft. Het verhaal begon in 1886, toen ingenieur Edmond Thumas aan het kanaal in Wilsele een kleine fabriek startte, genoemd naar zijn echtgenote Marie Durieux. Het was meteen de eerste Belgische fabriek die zich specialiseerde in groenteconserven. Het was een revolutionaire techniek in een tijd waarin verse groenten buiten het seizoen schaars waren.

Op 10 jaar tijd verveelvoudigde de productie 15 keer. Het succes bouwde voort op een sterke band met de landbouwers in de streek. Tot 700 telers leverden erwten en bonen, vaak op basis van vaste hectarecontracten. Om oogstschommelingen te beperken was Marie Thumas zelfs aangesloten op de weerkundige dienst van het leger. Het kanaal vergemakkelijkte niet alleen de aanvoer van groenten, maar ook de export van volle blikken naar Brussel en Antwerpen.

Groeien met de tijd

Rond 1905 werd het assortiment uitgebreid met onder andere spinazie en selder. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwamen soep en later ook fruit in blik. In 1913 volgde de overname van Le Soleil, een Mechelse fabriek met een eigen blikslagerij. Na WO II groeide deze uit tot Eurocan, een grote toeleverancier voor conservenblikken in de hele Benelux. Het was verticale integratie avant la lettre.

Tijdens de zomercampagnes van de jaren 30 werkten tot 900 arbeiders in Wilsele. Het merk werd een begrip in Belgische huishoudens. Het kreeg in 1958 zelfs een eigen paviljoen op Expo 58, een symbool van status voor de hele Belgische conservenindustrie.

De schaduw van succes

In de jaren 70 begon de ster te tanen. Koelkasten werden gemeengoed, supermarkten verkochten jaarrond verse groenten en de West-Vlaamse diepvriesindustrie won snel terrein. Daarbovenop stegen de verpakkingskosten fors: de prijs van staal en lak voor blikken schoot op 3 jaar tijd met 40% omhoog.

Marie Thumas probeerde nog stand te houden met de overname van Mon Jardin in Geer (1973), maar het mocht niet baten. In 1977 sloot de fabriek in Wilsele, 3 jaar later vielen de boeken definitief dicht.

De lessen van Marie Thumas

Bonduelle, dat het merk in 1980 overnam, hield de merknaam nog een tijd in de rekken, maar de productie verdween voorgoed uit België. Vandaag leeft het merk voort als erfgoed omwille van zijn iconische affiches en etiketten. Het staat symbool voor de gouden eeuw van de Belgische conservenindustrie. Het verhaal toont hoe technologische vernieuwing en veranderende consumptiegewoonten een sector kunnen maken én breken. Dat is een les die ook vandaag de dag nog relevant is.

Sven Lefèvre (CAG)

(n.v.d.r. Recent werd het iconische merk Marie Thumas opnieuw gelanceerd door het West-Vlaamse Dicofoods. Het maakt zijn comeback als... diepvriesgroentenmerk.)

Lees ook in 75 jaar Landbouwleven

Meer artikelen bekijken

Vind uw droomjob in de land- en tuinbouw

Vlaams Agrarisch Centrum cv

Merelbeke, Oost-Vlaanderen, België

Solliciteer nu

Boerenbond vzw

Geel, Antwerpen, België

Solliciteer nu

Vind de medewerker die echt bij u past.

Plaats een vacature
Bekijk alle vacatures