Startpagina Maïs

Eerste maïs is geoogst en de afrijping gaat gestaag verder

Op 21 augustus werden voor de derde keer monsters genomen door het LCV-netwerk voor de opvolging van de afrijping van de kuilmaïs. De drogestofpercentages gaan fel de hoogte in. Het wordt duidelijk een vroeg jaar. Op diverse praktijkpercelen is de eerste maïs trouwens al geoogst.

Leestijd : 3 min

De redenen om te gaan hakselen zijn divers. Sommige percelen zijn vroeg gezaaid, hebben goed ontwikkelende kolven en zijn bijgevolg rijp. Andere percelen worden echter geoogst omwille van de droogte. Het gewas staat al dermate dor dat wachten nog maar weinig zin heeft. Qua kolven is er op deze percelen een grote variatie. Soms is de kolf nog behoorlijk en rijp, in andere gevallen zijn er nog kolven in het melkstadium aanwezig. Door het verdroogde gewas zal de afrijping van de kolf maar zeer beperkt, of zelfs niet, evolueren. Sommige percelen ogen nog vrij groen, maar de kolven zijn doorgaans al voldoende rijp. Zeker wanneer er een hoog kolfaandeel aanwezig is, ligt het drogestofpercentage vaak hoger dan verwacht.

Bij een oogst van te droge mais – met een drogestofpercentage van 38% of meer – liggen bewaarproblemen om de hoek. Het is dus belangrijk wanneer je zo’n maïs inkuilt. Besteed voldoende aandacht aan het aanrijden en afdekken. Eens de kuil open is, is het zaak om voldoende voersnelheid aan te houden, om potentiële problemen met broei voor te blijven.

Overal al hoge drogestofpercentages

Om een goed beeld te hebben van de afrijping van de maïs, nemen de partners van het Landbouwcentrum Voedergewassen (LCV) wekelijks op donderdag stalen bij kuilmaïs. Die gaan dan voor 72 uur in de droogstoof bij 105 °C. Maandagmiddag worden, na weging van de gedroogde monsters, de drogestofgehaltes verwerkt in een bericht. Op die manier wil het LCV landbouwers helpen om het oogsttijdstip te bepalen. Het LCV-netwerk is deze week uitgebreid met de locaties Sint-Laureins, Sint-Niklaas en Poperinge (zie tabel 1).

35-3507-LCV-web

Gemiddeld genomen bedraagt het drogestofpercentage over alle locaties heen 32,7%. Vergeleken met vorige week is er een stijging van 4,8% over alle locaties heen.

Locatie Poperinge laat de hoogste cijfers zien. Uitgezonderd het latere ras SY Frejya hebben alle rassen een drogestofpercentage van meer dan 40%. Ook in Hoogstraten liggen de cijfers voor de vroegste rassen P7179, KWS Curacao en LG32257 boven de 40% droge stof. SY Opale en SY Frejya naderen met een waarde van circa 37% ook de grens van 40% en zijn bijgevolg ook meer dan oogstrijp. Op de locatie Hoogstraten was de stijging tegenover vorige week, met 9,4%, het hoogst.

Alle rassen evolueren snel

Het ultravroege ras P7179 is, uitgezonderd de later gezaaide locaties Oudsbergen en Sint-Niklaas, overal oogstklaar.

Bij de andere rassen is het afrijpingsbeeld afhankelijk van de locatie. Over het algemeen zijn de vroege rassen KWS Curacao en LG32257 oogstklaar of naderen ze hun oogstmoment. Voor SY Opale en SY Frejya liggen de cijfers iets lager, maar ook bij deze rassen komt het oogstmoment dichterbij.

Op de vroeg gezaaide locaties Oosterzele en Langemark-Poelkapelle en de later gezaaide loaties Sint-Niklaas en Oudsbergen bedragen voor de 4 andere rassen de drogestofpercentages 30% of minder.

Voor LCV: Gert Van de Ven, An Schellekens (Hooibeekhoeve)

Lees ook in Maïs

Biedt een mengteelt kuilmaïs-klimboon kansen?

Maïs Nieuwe, robuustere gewassen of variëteiten kunnen het risico op misoogsten verlagen en vaak zowel een hoge opbrengst als goede voederwaarde garanderen. Zo kan de mengteelt kuilmaïs-klimboon meer eiwit opleveren met een betere stikstof- efficiëntie. Het project Farmers’ Benefits onderzocht de voor- en nadelen van deze mengteelt.
Meer artikelen bekijken