Startpagina Actueel

Meer doornappel waargenomen op Vlaamse akkers

De doornappel teistert de aardappel- en bietenvelden. Vanaf volgend jaar is de bestrijding verplicht van zodra er 10 doornappelplanten per ha staan.

Leestijd : 2 min

“Het is een plant die enerzijds invasief is, moeilijk te bestrijden, maar anderzijds ook op het vlak van voedselveiligheid problematisch kan worden omdat ze giftige alkaloïden bevat. De planten zouden dus giftig kunnen zijn. Ze geven ook problemen bij het verwerken van de producten en bij het oogsten. Het is een soort waar we beter van af zouden zijn, maar dat is niet evident”, duidt Bart Dochy.

Aanwezigheid neemt toe

“De aanwezigheid van dit onkruid is de laatste jaren inderdaad toegenomen. De toename heeft verschillende oorzaken. Een eerste oorzaak is dat deze plant tot zeer laat in het groeiseizoen kiemkrachtig is. Hierdoor kan de doornappel nog steeds kiemen en groeien als het gewas door onder andere hitte of droogte wat minder blad zou hebben. Daarom wordt deze plant ook vaak in september nog waargenomen en kan die dan nog veel kiemkrachtige zaden geven voor het volgende seizoen. Een tweede oorzaak is dat niet elk type bestrijding bij alle teelten even goed werkzaam blijkt. In combinatie met de late kieming zorgt dit ervoor dat de doornappel gedurende een heel groeiseizoen lang kan kiemen en tot ontwikkeling kan komen”, vertelt de minister.

“Wanneer landbouwers of loonwerkers de vereiste hygiëne- en preventieve maatregelen onvoldoende opvolgen, kan de verspreiding vanuit een besmet perceel een grotere impact hebben in de ruimere regio rond het bedrijf. Daarnaast stellen we eveneens een niet onbelangrijk verspreidingstraject vast via het gebruik van besmette aanvulgronden die gebruikt worden bij bijvoorbeeld openbare infrastructuurwerken”, zegt Jo Brouns.

Van klasse 2 naar klasse 1

De verplichte bestrijding van de doornappel is sinds 2022 opgenomen in de Integrated Pest Management-checklist (IPM) als een klasse 2-controlepunt. Vanaf 1 januari 2026 wordt dit volgens de minister een klasse 1 in de IPM. Dit houdt dus een verplichte bestrijding in. Concreet betekent dit dat indien er meer dan 10 planten met zaadproductie per ha aanwezig zijn, deze verplicht bestreden moetenworden.

Daarnaast is er uiteraard heel wat communicatie en sensibilisering vanuit onder andere de praktijkcentra en de onderzoekscentra naar landbouwers. Daarnaast wordt er via artikels, proefveldbezoeken en wintervoordrachten al verschillende jaren heel wat communicatie gevoerd naar een breed publiek. Dit gebeurt om de hele landbouwsector en -keten bewust te maken van de problematiek en de gevaren van dit onkruid.

Praktijkcentra moeten oplossingen aanreiken

Landbouwers weten de praktijkcentra heel goed te vinden en ze gaan heel vaak bij hen te rade. Zij zijn dan ook het best geplaatst om die problematiek op de meest correcte, veilige en efficiënte manier aan te pakken en om de juiste oplossingen aan te reiken.

“Het is een problematiek die misschien inderdaad vaak onvoldoende bekend is. Bij overheden kunnen de problemen met de doornappel op het niveau van de landbouwraden worden aangekaart”, besluit minister Brouns.

FVDL

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken