Filemon van de Sluizenweg: eindbeer met toprendement
In de jongste testronde (2025.2) sprong één beer er duidelijk bovenuit: Filemon van de Sluizenweg. Deze Piétrain-beer, gefokt door Marc Peters uit Millen en in eigendom van KI Clincke uit Ruiselede, overtuigde met opvallende prestaties.

De nakomelingen van Filemon groeien niet alleen vlot (de fokwaarde levensgroei bedraagt 151), ze scoren ook zeer sterk in karkaskwaliteit (2,92 AFI/MBI, fokwaarde SLKW 143). Een goede groei en uitstekende karkaskwaliteit resulteerden niet onverwacht in een uitstekende voederconversie (fokwaarde ‘voederconversie’ bedraagt 139).
Wat Filemon echter écht bijzonder maakt, is het slachtrendement van gemiddeld 81,8% (koud karkasgewicht ten opzichte van levend gewicht). Ter vergelijking: een andere beer met gelijkaardige voederconversie, maar met een rendement van slechts 78,6%, levert al snel 3 tot 4 kg minder karkas per varken op.
En het is dat karkasgewicht dat uitbetaald wordt, niet het levend gewicht.
Exterieur: vlees, vlees en nog eens vlees
Wie Filemon ziet, begrijpt waar dat hoge rendement vandaan komt. Zijn nakomelingen tonen een duidelijk vleestype, met droge bespiering, een uitgesproken conformatie en een fijn beenwerk (zie foto 1). Zulke kenmerken zorgen niet alleen voor een hoog slachtrendement, maar ook voor een uitstekend snijrendement bij de uitbener en vleesverwerker.
Sterke bloedlijn
In de afstamming van Filemon duiken klinkende namen op, zoals Gelex
Meer recent zien we invloed van vader Dion en grootvader Zinko, beiden uit de stal van Luk Vermeiren. Dion werd slechts beperkt ingezet, maar zijn broers Draxler
Een bijzonder detail: een van die Zinko-zonen, Denzel van de Sluizenweg, gefokt door dezelfde Marc Peters, werd in 2023 al uitgeroepen tot Beer in de kijker. Nu komt Zinko opnieuw in the picture, net zoals het vorige seizoen, via een dochter (Donna van de Sluizeweg) die tekent voor het moederschap van een index-topper. Voor een beer die relatief weinig nakomelingen naliet in het ras, is de nafok van Zinko ronduit indrukwekkend.
Successtrategie van een kleine fokker
Met slechts een handvol fokzeugen weet Marc Peters toch regelmatig topberen te leveren aan KI Clincke. Dat doet hij door streng te selecteren op exterieur, rendement en voederconversie, door snel beloftevolle jonge beren in te zetten en door risico’s te nemen die soms exclusieve bloedlijnen opleveren.
Niet elke keuze pakt altijd perfect uit, maar de aanpak bezorgt Marc Peters wel een streepje voor. Regelmatig duiken er nakomelingen van zijn stal op aan de top van de ranglijsten.
Speciale vermelding: Flint van de Janshoek
Niet alleen Filemon verdient aandacht. Ook Flint van de Janshoek (gefokt door Jan Gorssen) haalde in deze testronde hoge scores. Flint combineert een uitzonderlijke voederconversie (fokwaarde 193, gemiddeld 1,946 in de test) met sterke robuustheidskenmerken: levenskracht 131 (top 0,3% van de populatie) en kraamstaluitval 139 (duidelijk beter dan gemiddeld).
Flint toont dat er meer wegen zijn naar succes. Jan Gorssen legt de focus op robuuste, stress-negatieve Piétrains, die zelfredzaam zijn in de kraamstal en die probleemloos presteren in de vleesvarkensstal. Dat levert niet altijd ‘hitlijstenknallers’ op, maar wel varkens die renderen in de praktijk.
De top wordt breder
Met Filemon en Flint zien we dat er meerdere fokstrategieën resultaat opleveren. Of het nu via rendement en karkaskwaliteit is (zoals bij Filemon), of via robuustheid en duurzaamheid (zoals bij Flint), de genetische vooruitgang in het Piétrain-ras is duidelijk voelbaar.