Edito: Als kansen botsen op knelpunten
De verkoop van vlees via de korte keten staat al lang onder druk in Vlaanderen. Veehouders die hun vlees zelf willen afzetten in de korte keten lopen vaak vast in wettelijke kaders, die vooral gericht zijn op grote spelers. Met het project ‘Samen versnijden’ willen het Steunpunt Korte Keten van Ferm en Boerenbond daar iets aan doen.

Met haar uitspraak ‘De toekomst van de korteketenvleesverkoop is ten dode opgeschreven als er niet snel zaken veranderen’ veroorzaakte Ann Detelder van het Steunpunt Korte Keten van vrouwenorganisatie Ferm enige opschudding tijdens het persmoment naar aanleiding van de lancering van bovenstaand project bij hoeveslagerij Mattes in het Limburgse Alken. Tegelijk sloeg ze de nagel op de kop toen ze de uitdagingen opsomde waarmee veehouders die hun vlees willen afzetten in de korte keten worden geconfronteerd.
Een eerste drempel die ze moeten overwinnen is een slachthuis vinden dat hun dieren wil slachten. De voorbije jaren sloten veel slachthuizen immers hun deuren en in degene die overblijven zijn korteketenlandbouwers niet altijd welkom. Vindt de veehouder toch een slachthuis, dan is het versnijden van de karkassen de volgende drempel. Hij kan daarvoor terecht bij een erkende uitsnijderij of hij kan het karkas opnieuw naar de boerderij laten vervoeren – waar hij het zelf moet verwerken of een slager in dienst moet hebben die het vlees in een conforme ruimte verwerkt. Maar een slager, was dat ook weer geen knelpuntberoep? Juist... Een derde mogelijkheid is om de karkassen bij een (hoeve)slager te laten versnijden, maar karkassen op naam van de veehouder mogen niet door een slager worden verwerkt. Kan je nog volgen? Een omweg is een ‘toelating vleeswinkel’ aanvragen bij het FAVV, gekoppeld aan een extra VEN-nummer (vestigingseenheidnummer) op het adres van de slager. Daardoor kan verwerking bij een slager onder strikte voorwaarden. Dat is dus alweer nauwelijks haalbaar... Een vierde en laatste piste voor potentiële hoeveslagers is een erkenning van een uitsnijderij aanvragen. Dat blijkt echter opnieuw niet zo simpel, want kleine uitsnijderijen moeten aan dezelfde eisen voldoen als de grote.
Vlaams minister van Landbouw Brouns (cd&v) heeft de boodschap begrepen. Hij wil een Vlaams kader scheppen om microslachthuizen gemakkelijker te kunnen installeren en tegelijk tegenstrijdigheden rond voedselveiligheid bespreken met het FAVV en zijn federale collega van Landbouw David Clarinval (MR). Zoals in vele andere landbouwdossiers is er dus weer een sterke verweving tussen het Vlaamse en federale niveau. Het is afwachten wat die gesprekken zullen opleveren en of ze het leven van veehouders en van de circa 170 Vlaamse hoeveslagers zullen vergemakkelijken...