Brussels verbod op dierententoonstellingen gaat te ver voor minister Weyts
Op de volgende editie van de landbouwbeurs Agribex zullen geen levende dieren getoond kunnen worden op de tot voor kort traditionele veeprijskamp. Dat is het gevolg van een Brusselse ordonnantie uit 2024. Voor Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) gaat de Brusselse ordonnantie te ver.

In het debat over het tentoonstellen van dieren op evenementen in de commissie Dierenwelzijn van 5 november geeft de minister aan dat hij het Brusselse voorbeeld niet snel zal volgen. Het Brussels Gewest verbiedt levende dieren tentoon te stellen op markten, beurzen, dierententoonstellingen en bij soortgelijke gelegenheden.
Verbod heeft grote reikwijdte
“Mijn administratie heeft van de Brusselse administratie vernomen dat men over dat verbod heel veel vragen en klachten krijgt, meer bepaald over de precieze interpretatie en reikwijdte van die bepaling. Het belangrijkste bezwaar tegen die Brusselse ordonnantie is dat men onvoldoende rekening heeft gehouden met de reikwijdte van het verbod. De ordonnantie is zo opgesteld dat elke tentoonstelling en verzameling van dieren, ook een vogeltentoonstelling, een hondenwandeling, een jumpingwedstrijd of de hondenzwempartij van enkele weken geleden, onder die bepaling vallen. En dat gaat voor mij absoluut te ver”, zegt minister Weyts.
Nadia Naji van Groen stuurde in haar parlementaire vraag in de commissie aan op de invoering van een algemeen Vlaams verbod op het tentoonstellen van dieren, naar Brussels model, naar aanleiding van berichten over een mobiele boerderij met dieren op het muziekfestival Campo Solar. Ook Gianna Werbrouck van Vooruit vroeg aan minister Weyts om werk te maken van duidelijke criteria, of zelfs van beperkingen, om onnodige stress of lijden bij dieren op drukbezochte evenementen zoals jaarmarkten te vermijden.
Bestaande regels volstaan
Eerder dan telkens voor elke situatie nieuwe regels te willen maken, denkt de minister dat in Vlaanderen de bestaande bepalingen volstaan. “We moeten zorgen voor een afdoend draagvlak voor het dierenwelzijnsbeleid. Je ziet bijvoorbeeld, heel specifiek in Brussel, dat de regelgeving wat is doorgeslagen en dat die daar zorgt voor veel discussie en twijfel. We moeten niet proberen om nieuwe regels te verzinnen voor elk geval dat zich zou kunnen voordoen”, besluit minister Weyts.





