Startpagina Actueel

Richtlijn agrarische grond in natuurbeheerplannen roept vragen op

Volksvertegenwoordiger Bart Dochy (cd&v) stelt zich vragen over een recente nieuwe richtlijn voor de opname van agrarische gronden in het globale kader van de natuurbeheerplannen. In het verleden werden verschillende natuurplannen goedgekeurd waarin agrarische gronden wel waren opgenomen. Op enkele uitzonderingen na kan dat in de toekomst niet langer.

Leestijd : 4 min

In de commissievergadering Leefmilieu van 18 november wees Dochy erop dat een natuurbeheerplan een hulpmiddel is voor de langetermijnplanning van een stuk natuur. Het zorgt ervoor dat het beheer zo georganiseerd wordt dat de biodiversiteit er alle kansen krijgt. Het bevat maatregelen en toelatingen om bepaalde natuur te creëren of om bestaande natuur verder te ontwikkelen.

Doelstellingen van natuurbeheer

Een natuurbeheerplan omvat enerzijds de effectief deelnemende percelen en anderzijds het globale kader. De effectief deelnemende percelen zijn de gronden waarvan de indiener van het plan eigenaar is of waarover hij een gebruiksrecht heeft. Het globale kader daarentegen bevindt zich buiten deze percelen en wordt aangeduid door de indiener van het plan in functie van de langetermijndoelstellingen van het natuurbeheerplan.

Door de afbakening van een globaal kader kan de indiener van het plan subsidies krijgen om de gronden die hij nog niet bezit in de toekomst te verwerven. Indien hij nadien grond verwerft of er gebruiksrechten op krijgt binnen dit globale kader, kan het goedgekeurde natuurbeheerplan er versneld op worden toegepast.

De website van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) verwijst naar de recente richtlijn van de minister waarin gesteld wordt dat ‘buiten de gronden beheerd door de indiener van het beheerplan, in het globale kader geen gronden kunnen opgenomen worden gelegen in agrarische bestemming, behoudens een aantal specifieke uitzonderingen’.

Belangrijke beleidswijziging

Bart Dochy zegt dat deze richtlijn een belangrijke beleidswijziging betekent, omdat in het verleden verschillende natuurbeheerplannen werden goedgekeurd waarin agrarische gronden wel in het globale kader waren opgenomen. In lopende procedures bij de Raad van State wordt bovendien vaak gesteld dat de opname van gronden in het globale kader geen rechtsgevolgen teweegbrengt. De nieuwe richtlijn lijkt volgens hem echter te erkennen dat de opname wel impact kan hebben op landbouwers of eigenaars. Die impact gaat dan onder meer over mogelijke marktverstoring via verwervingssubsidies, bijkomende natuurtoetsen bij vergunningen, strengere gebruiksbeperkingen of zelfs een invloed op pachtverhoudingen en voorkooprechten.

Stijgende polarisering

Minister Jo Brouns (cd&v) stelt de laatste jaren een stijgende polarisering vast tussen de landbouw- en natuursector, onder meer als gevolg van de toepassing van het globale kader. Hij zegt dat er om die trend te stuiten, om te draaien en om beide sectoren dichter bij elkaar te brengen afspraken zijn gemaakt in het Vlaamse regeerakkoord. Die afspraken zijn later ook vertaald in concrete afspraken op het terrein. Samengevat komt het erop neer dat aankoopsubsidies zich focussen op de voor natuur meest aangewezen gebieden. Dat zijn de groene planologische bestemmingen, het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en de speciale beschermingszones (SBZ's). Brouns zegt dat enkel in die laatste 2 categorieën aankopen in agrarisch gebied nog subsidieerbaar zijn.

Hij vervolledigt met de toelichting dat de ligging in een globaal kader geen gevolgen heeft voor het grondgebruik en geen bijkomende beperkingen oplegt. De beheermaatregelen in het natuurbeheerplan gelden enkel voor de effectief deelnemende percelen die al in eigendom of beheer van de indiener van het beheerplan zijn. Alle bestaande rechten op gronden in eigendom van of verpacht aan landbouwers blijven behouden.

Mochten globale kaders als argument of onderbouwing gebruikt worden bij waardebeoordelingen of opmaak van visies en processen, is dit dus expliciet niet in overeenstemming met de wettelijke bepalingen daaromtrent.

Positieve doelmatigheidstoets

Het enige gevolg – en dat is enkel van toepassing voor het ruimere globale kader van een natuurbeheerplan type 4 – betreft volgens Jo Brouns de aankoopsubsidies: “Er kunnen aankoopsubsidies uitgekeerd worden voor aankoop van gronden binnen een globaal kader aan beheerders van terreinen waarvoor een natuurbeheerplan type 4 is opgesteld, gelijkwaardig aan en op voorwaarde dat aan alle voorwaarden voldaan wordt van een positieve doelmatigheidstoets.”

De minister stipt aan dat de aanvraag voor die aankoopsubsidies voor een perceel een doelmatigheidstoets ondergaat zoals wettelijk voorzien. Het dossier wordt daarbij getoetst aan de wettelijke bepalingen met betrekking tot de aankoopsubsidies, de bepaling uit het regeerakkoord en afspraken die daarover zijn gemaakt. Die zijn ook terug te vinden op de website van het ANB.

Het globale kader van bestaande beheerplannen blijft behouden, zolang de beheerplannen niet worden aangepast of uitgebreid. Indien dat wel het geval is, wordt het ruimere globale kader opnieuw bekeken conform de bepalingen uit het regeerakkoord en conform de nieuwe afspraken die daarover zijn gemaakt.

Diezelfde afspraken worden eveneens toegepast bij alle grondaankopen die beoordeeld worden voor potentiële subsidiëring.

Fons Jacobs

Lees ook in Actueel

Europa overweegt vergunningen met onbeperkte duur voor gewasbeschermingsmiddelen

Akkerbouw Op verzoek van de gewasbeschermingsindustrie en om de wetgeving te vereenvoudigen overweegt de Europese Commissie om onbeperkte marktvergunningen te verlenen voor gewasbeschermingsmiddelen. Deze vergunningen worden per geval beoordeeld op basis van wetenschappelijke gegevens. Dit voorstel, gepland voor behandeling 16 december, baart ngo's zorgen.
Meer artikelen bekijken