Startpagina Agribex

De 5%-maatregel: alle feiten op een rij

Alles wat jij als rundveehouder moet weten om tegen het einde van het jaar in orde te zijn met de stikstofverplichtingen.

Leestijd : 3 min

Elke rundveehouder (melkvee, vleesvee, kalveren) moet tegen 31 december 2025 minimaal 5% ammoniak reduceren. Dat bepaalt het Stikstofdecreet dat het Vlaams parlement vorig jaar aannam, omdat de uitstoot van ammoniak schadelijk is voor de natuur.

Die doelstelling behalen kan door het aantal dierplaatsen te minderen, door een ammoniakemissiereducerende maatregel (AER) zoals beweiden of een mestrobot toe te passen, of door een combinatie van beide. Om in orde te zijn, moet je de maatregel(en) die je neemt, opnemen in de vergunning via een melding.

Wie moet er niet aan voldoen?

Bedrijven konden voor 31 maart 2025 een vrijstelling aanvragen. De bedrijven die een vrijstelling hebben aangevraagd én gekregen moeten niet meer voldoen aan de verplichting tot een tussentijdse reductie. Het gaat om biologische bedrijven met een impactscore van minder dan of gelijk aan 1% en om kleine bedrijven met een impactscore van minder dan of gelijk aan 0,025% én minder dan 500 kg ammoniakuitstoot per jaar.

Ook rundveehouders die de verplichting tot een tussentijdse reductie reeds gehaald hebben en die dat dan ook opgenomen hebben in hun vergunning, moeten geen melding meer doen.

Hoe voldoe ik aan de 5%-maatregel?

In de eerste plaats kunnen rundveehouders ervoor kiezen om een bepaalde AER-maatregel toe te passen. Voorbeelden zijn beweiden in groep of een mestrobot voor melkvee, beweiden in combinatie met leegstand voor vleesvee en een chemische luchtwasser voor vleeskalveren tot 8 maanden. Voor die laatste 2 diercategorieën zijn dat de enige maatregelen die momenteel erkend worden. Melkveehouders hebben meer keuze. Een overzicht van alle erkende AER-maatregelen vind je op de website van de Vlaamse Landmaatschappij. Recent zijn een aantal bestaande AER-maatregelen voor rundvee versoepeld.

Als alternatief kan het aantal vergunde dierplaatsen (tijdelijk) verminderd worden. Rundveehouders kunnen er tijdelijk voor kiezen om minder runderen te houden, om zo te voldoen aan de 5%-maatregel. Het is namelijk mogelijk om na 31 december een nieuwe of andere ingreep toe te passen met een rendement van minstens 5%. Zo verlies je niet permanent dierplaatsen. Dat moet worden opgenomen in de vergunning.

Hoe breng je je vergunning in orde?

De deadline om de AER-maatregel uit te voeren blijft het einde van het jaar, maar rundveehouders krijgen meer tijd om te melden welke maatregel zij toepassen om te voldoen aan de 5%-maatregel. Die ingreep kan nog gemeld worden tot de deadline van de Mestbankaangifte in maart.

De meldingsprocedure is recent ook minder complex gemaakt. Sinds 18 november is een aangepaste, vereenvoudigde versie van het meldingsformulier beschikbaar: het meldingsformulier ‘Tussentijdse reductie voor rundveehouderijen’. Die versie kan vanaf 1 december ingediend worden via het Omgevingsloket.

In het meldingsformulier moet je aangeven welke ingreep je toepast. Als je een of meerdere AER-maatregelen toepast, moet je de code van de maatregel, op hoeveel dierplaatsen de maatregel van toepassing is, een omschrijving van de maatregel en het reductiepercentage van de maatregel opgeven. Ook als je het aantal dierplaatsen vermindert ten opzichte van de actuele vergunde situatie, al dan niet door een tijdelijke buitengebruikstelling, of als je een combinatie van zowel AER-maatregelen als minder dieren toepast, moet je dat in het meldingsformulier aangeven.

Zal ik gecontroleerd worden?

De tussentijdse reductie wordt beschouwd als een voorwaarde binnen de bestaande vergunning. Doorheen de exploitatie kan de naleving van die voorwaarde gecontroleerd worden. Op het moment van een aanvraag voor een tijdelijke vergunning tot 2030 zal bovendien de tussentijdse reductie op het moment van de vergunningsaanvraag eveneens gecontroleerd worden.

ThD

Lees ook in Agribex

Onzekere toekomst voor expo’s met landbouwdieren in Brussel

Agribex Agribex werd tot in 2023 wel eens ‘de grootste boerderij van het land’ genoemd. Op deze Brusselse landbouwbeurs zullen dit jaar echter geen levende dieren te zien zijn. Dit is een gevolg van de ordonnantie die het Brussels parlement net voor de verkiezingen van 2024 heeft aangenomen en die elke verkoop of tentoonstelling van dieren op zijn grondgebied verbiedt.
Meer artikelen bekijken