Startpagina Varkens

Johan De Wilde, een Waalse varkenshouder met de blik op de toekomst

In een sector die constant evolueert, zoals de veeteelt, is het verstandig om ver genoeg vooruit te plannen, als je niet voor verrassingen wil komen te staan. Johan De Wilde, varkenshouder in Geldenaken (Jodoigne, Waals-Brabant), begrijpt dat maar al te goed. Met zijn nieuwe stallen heeft hij zich gericht op een heldere en modulaire indeling en ruimtebesparing, zodat hij en zijn dieren met een gerust hart de toekomst tegemoet kunnen gaan.

Leestijd : 6 min

Landbouwleven ging langs in Geldenaken voor een bedrijfsbezoek en dat startte waar ook het leven van de varkens begint: bij de inseminatie.

In de dekafdeling zitten de zeugen in boxen, waar ze ongeveer 25 dagen in verblijven om embryoverlies te voorkomen. Zolang de dieren in deze afdeling worden gehouden, weet Johan evenwel dat er nog niets vastligt.

Voldoen aan toekomstige eisen

“Toen we nadachten over deze nieuwbouw, deden we dat met het besef dat de normen zouden kunnen evolueren naar een nog beter dierenwelzijn. We hadden een gebouw nodig dat lang mee moest gaan en dat moest voldoen aan toekomstige maatschappelijke eisen, zonder te moeten terugkeren naar de tekentafel", vertelt de Waalse varkenshouder. Daarom voorzag hij een grote ruimte tussen de zeugenboxen. Die tussenruimte wordt momenteel als gang gebruikt, maar kan indien nodig volledig opnieuw ontworpen worden. Dit laat de boer toe om de zeugen gedurende deze fase ook vrij rond te laten lopen, met een oppervlakte van 2,5 m² per dier, wat de huidige norm is voor de drachtfase. Hiervoor zouden dan enkel de hekken vervangen moeten worden.

Indien het in de toekomst nodig zou zijn, kan de brede gang in de dekafdeling voor 2,5 m² per zeug zorgen.
Indien het in de toekomst nodig zou zijn, kan de brede gang in de dekafdeling voor 2,5 m² per zeug zorgen. - Foto: DT

Direct naast de inseminatie-afdeling zitten de drachtige zeugen. In groepjes van 6 lopen ze rond op roostervloeren. Zij verhuizen vervolgens naar de stal ertegenover, die dienst doet als kraamafdeling. Ook hier heeft de Waalse varkenshouder het voortouw genomen. Hij heeft gekozen voor flexibele kraamhokken. In de eerste fase lijken ze op conventionele kraamhokken. Ze zijn ideaal om veilig te werpen, om te voorkomen dat de biggen worden verpletterd en om de verzorging van de dieren te vergemakkelijken.

Aanpasbare kraamstalinrichting

Na ongeveer 10 dagen openen de hekken en zitten de dieren in boxen van 6,50 m². Deze ruimte is verdeeld in 2 gedeeltes: een zone voor de moeder, met een temperatuur tussen de 22 en 23 °C, en daarnaast de (overdekte) zone voor de biggen. Die zitten lekker warm, in een temperatuur van zowat 30 °C. Om de temperatuur in deze ruimte te stabiliseren, koos Johan voor intelligente warmtelampen.

De kraamboxen zijn modulair en kunnen opengezet worden om de zeug meer vrije ruimte te geven.
De kraamboxen zijn modulair en kunnen opengezet worden om de zeug meer vrije ruimte te geven. - Foto: DT

Johan kan de biggen nog steeds van de moeder scheiden door simpelweg het nestluik te sluiten. "Deze nieuwe inrichting sluit ook aan bij de evolutie van de dieren. Zeugen waren bijvoorbeeld vroeger kleiner en minder productief. Nu hebben ze grotere nesten. Het doel is hier om tussen de 14 en 15 biggen per zeug te spenen. In de jaren 80 waren dat er maar gemiddeld 8", vertelt de varkenshouder.

Passie voor varkens zit in de familie

In de 2 gebouwen is niets meer te herkennen uit het verleden van het bedrijf. Toch stonden nog geen jaar geleden op exact dezelfde plek 4 varkensstallen. Die werden in december van vorig jaar gesloopt, om plaats te maken voor 2 nieuwbouwstallen, waar de zeugen sinds augustus gehuisvest zijn. De oppervlakte bedraagt 500 m² per gebouw, of 1.000 m² in totaal.

“Mijn ouders waren ook boeren. Mijn vader vond deze boerderij via een advertentie in Le Sillon Belge en trok er in 1985 in. De gebouwen waren toen al zo'n 20 jaar oud”, vertelt Johan, die de jongste is van het gezin. Zijn familie heeft haar roots in de varkenssector. “Papa vertelt altijd dat zijn slaapkamer naast de kraamafdeling lag. Hij viel in slaap met het knorren van de varkens”, glimlacht de boer, die in 2014 aan zijn eigen avontuur begon.

Johan deelt zijn passie met zijn vader, die een eigen boerderij heeft, en met zijn broer. Die laatste nam de boerderij van zijn grootvader in Cortil-Noirmont over en houdt er ook zeugen. “Hij heeft eveneens zijn gebouwen verbouwd. Om ervoor te zorgen dat ik de genetische kern van mijn kudde niet kwijt-raakte, heb ik zijn bedrijf opnieuw bevolkt met mijn jonge zeugen, dus met gelten klaar voor productie.”

Tijdens de werkzaamheden verminderde hij het aantal dieren op zijn bedrijf en verplaatste ze, onder andere naar de vleesvarkensafdeling, voordat hij ze weer in hun nieuwe afdeling kon plaatsen. Hij heeft nu 200 zeugen op zijn bedrijf, terwijl het doel is om er 250 te hebben. “We hebben zo snel mogelijk gesloopt en herbouwd. De varkensstallen zijn nu al even operationeel, hoewel er nog wat puntjes op de i moeten worden gezet. Ik hoop alles dit jaar af te hebben.”

Groei naar 250 dieren

Johan De Wilde is lid en beheerder van de coöperatie Porc Qualité Ardenne. Hij gebruikt de kruising Landras x Large White als zeugen en insemineert met Piétrain-Saphir. Momenteel, in afwachting van de groei van zijn dierenbestand, werkt hij met 4 groepen van 40 zeugen, met een interval van 5 weken. Over het algemeen worden zeugen na 10 tot 12 worpen afgevoerd. Meestal realiseren ze 2,5 worpen per jaar.

De biggen worden gespeend na 28 dagen. Dan volgen 7 tot 8 weken in de biggenbatterij, daarna de voormestfase en ten slotte de afmestfase. Om te voorkomen dat te kleine dieren direct in grote hokken worden geplaatst, wat hun comfort en groei zou kunnen schaden, verplaatst hij ze in 2 fasen.

Tijdens dit afmestproces zitten de varkens op stro. Bovendien bieden sommige stallen toegang tot een buitenruimte. Dit verbetert het comfort voor zowel de varkens als de varkenshouder: “Dit maakt het schoonmaken gemakkelijker, omdat de mest meestal buiten ligt.” Ze zijn na het afmesten 6 tot 7 maanden oud en ze hebben een slachtgewicht van 105 tot 110 kg wanneer ze naar het slachthuis van de coöperatie in Malmédy worden gebracht.

Zelfvoorzienend inzake voer

Tijdens hun verblijf op deze familieboerderij kunnen de dieren genieten van zelfgeproduceerd voer. De Waalse varkenshouder beschikt over een eigen meelfabriekje. Dankzij zijn opbrengst aan tarwe, wintergerst en maïs is hij nagenoeg zelfvoorzienend inzake voer voor zijn varkens. Voor de eiwitinname koos hij voor ProtiWanze, een product van de BioWanze-fabriek, gemaakt van lokale grondstoffen ter vervanging van geïmporteerde eiwitten. Tegelijkertijd voegt hij een supplement van Scar toe, met name voor de mineralen.

Rationeel antibioticagebruik is een prioriteit in de veehouderij, en ook daarin heeft de jonge varkenshouder uit Jodoigne een voordeel. "Ik heb het geluk dat ik in Wallonië woon. Omdat de meeste varkenshouderijen in Vlaanderen liggen, is de gezondheidsdruk in het zuiden van het land lager. Waar ik woon, zijn we vrij van alle ziekten." Bovendien zijn alle behandelingen alleen curatief, niet systemisch. "We gebruiken meestal homeopathische middelen, zoals kruiden. Bij een voorbijgaande griepaanval doe ik bijvoorbeeld mentholproducten in het drinkwater. Zo kan ik, zonder incidenten, altijd de antibioticastatus van het bedrijf onder controle houden."

Porc Qualité Ardenne

Dat Johan De Wilde in 2014 de familieboerderij overnam, kwam onder meer door zijn lidmaatschap bij Porc Qualité Ardenne (PQA). Volgens Johan is het een kwaliteitsgarantie die waarde toevoegt aan zijn veestapel en waardoor hij een eerlijke prijs kan krijgen. Dat is voor hem een belangrijke factor in deze periode. Met de Chinese heffingen op Europese varkens en het Stikstofdecreet in Vlaanderen maakt de varkenssector moeilijke tijden door. “De prijzen zijn niet goed. Dat zet de markt onder druk, ook al werken we bij PQA met 100% Waalse varkens. Voor de lange termijn is dit niet geruststellend”, benadrukt hij.

De hele familie De Wilde heeft er vertrouwen in dat PQA hun werk naar waarde schat.
De hele familie De Wilde heeft er vertrouwen in dat PQA hun werk naar waarde schat. - Foto: DT

Bovendien is het goed om te weten dat de producenten die lid zijn van deze coöperatie hun dieren slachten in Malmédy, in een slachthuis dat gemiddeld 1.000 dieren per week verwerkt. “Het is een rustig slachthuis. De dieren worden geslacht na verdoving. Dit is een cruciale stap: een slechte aanpak zou ons werk tenietdoen.”

En Johan is niet de enige die er zo over denkt, want zijn broer en vader zijn ook lid van de coöperatie. Dit familieverhaal speelt ook een rol op de boerderij waar hij samen met zijn vrouw, Laura Léonard, werkt. Zij was het die op het idee kwam om Les cochons d'antan te lanceren, een korteketenverhaal waarbij liefhebbers van varkensvlees rechtstreeks op de boerderij in Jodoigne pakketten kunnen kopen.

Deborah Toussaint

Lees ook in Varkens

Meer artikelen bekijken