Vlaamse bodem bevat 155 miljoen ton koolstof
Volgens een pas gepubliceerd tussentijds rapport van het Departement Omgeving in samenwerking met INBO en ILVO herbergt akkerland het grootste aandeel van de totale koolstofvoorraad in Vlaanderen. Per hectare scoren tuinen echter beter. In totaal bevat de Vlaamse bodem 155 miljoen ton koolstof.

Dat blijkt uit metingen die het Departement Omgeving de afgelopen 4 jaar heeft uitgevoerd samen met het Instituut voor Natuur-en Bosonderzoek (INBO) en het Instituut voor Landbouw-, Visserij en Voedingsonderzoek (ILVO). Hoge organischekoolstofvoorraden maken onze bodem beter bestand tegen klimaatverandering en zorgen er ook voor dat er minder koolstof, zoals CO2, in de atmosfeer zit. Op die manier spelen ze een cruciale rol in de strijd tegen klimaatverandering. Om deze positieve effecten te versterken moeten we onze koolstofvoorraden beschermen en nog verhogen.
Cmon brengt organische koolstof in kaart
Om het koolstofgehalte in de bodems van Vlaanderen te achterhalen, startte het Departement Omgeving in juli 2021 met een bodemkoolstofmonitoringsmeetnet (Cmon). Gedurende een periode van 10 jaar worden bodemmonsters genomen op 2.594 locaties in Vlaanderen.
Tussen 2021 en 2025 werden op een 1.000-tal Cmon-meetpunten stalen genomen. Die bevinden zich op gronden met verschillende vormen van landgebruik: akkerland, blijvend grasland, bos, open natuur en onverhard ruimtebeslag (dat is ruimte die door de mens is ingenomen, maar niet is verhard, zoals tuinen of parken).
Het volledige areaal onverharde bodems in Vlaanderen blijkt 87 miljoen ton organische koolstof te bevatten in de 0-30 cm bodemlaag, in totaal gaat het om 155 miljoen ton koolstof in de bodemlaag van 0-100 cm.
Waar vinden we de hoogste organische koolstofvoorraden in Vlaanderen?
Binnen een bepaald landgebruik stijgen de gemiddelde koolstofvoorraden als de meetpunten natter zijn. Kleibodems bevatten hogere gemiddelde voorraden dan leembodems. Veenbodems zijn vaak echte koolstof-hotspots. De voorraden koolstof die daarin opgeslagen liggen, mogen niet verloren gaan.
Groot potentieel voor akkerland en onverhard ruimtebeslag
Per hectare bevatten akkers een lagere organischekoolstofvoorraad in vergelijking met bodems met een ander landgebruik (figuur 1).

Maar in totaal herbergt akkerland wel het grootste aandeel van alle koolstofvoorraad in onverharde bodems, namelijk 33% (zie figuur 2).

Dus hoewel akkerbodems per hectare de laagste koolstofvoorraden bezitten, hebben ze door hun uitgebreide oppervlakte een groot potentieel om de koolstofopslag te verhogen. Dat kan bijvoorbeeld door de juiste gewassen te kiezen.
Onverhard ruimtebeslag bevat 26% van de organische koolstofvoorraden in Vlaanderen. Bij blijvend grasland is dat 18%, bos 15% en open natuur 8%. Dus ook het beheren van het onverharde ruimtebeslag is belangrijk om de organischekoolstofvoorraden in Vlaanderen te beschermen of te verhogen, bijvoorbeeld door het aanplanten van bomen, struiken of hagen.
Koolstofopslag verhogen
155 miljoen ton koolstofopslag mag dan veel lijken, het is nog onvoldoende om onze koolstofuitstoot te compenseren. De netto-opslag van koolstof in Vlaanderen nam af doorheen de tijd, en sinds 2018 is er zelfs netto-uitstoot. Om dit om te buigen zou de totale koolstofopslag van 155 miljoen ton in de bodem dus nog moeten stijgen. Het is daarbij belangrijk om de koolstofvoorraden minstens te beschermen en waar mogelijk te verhogen, bijvoorbeeld door vernatten, het inpassen van groenbedekkers in de landbouw en het vergroenen van de bebouwde omgeving.
Een Europese verordening (LULUCF-verordening) legt bindende doelstellingen op aan de EU-lidstaten voor bijkomende koolstofopslag. De Europese Richtlijn Bodemmonitoring en de Europese Natuurherstelverordening zetten aan om het potentieel aan koolstofopslag te monitoren en verder uit te bouwen. Het Cmon-meetnet vormt de basis voor de diverse Europese rapporteringen.
Na 4 werkjaren zijn op 40% van de Cmon-locaties stalen genomen. De komende 6 jaar worden de metingen verder gezet.
Meer info: Rapport Bodemkoolstofmonitoringnetwerk Cmon-jaarrapport werkjaar 4 (2024–2025)





