Startpagina Melkvee

Hoe zich staande houden in de melkveehouderij van de toekomst

De maatschappij evolueert snel, en daar is de melkveehouderij geen uitzondering op. Niet alleen veranderen de koeien nog steeds met een stijgende melkproductie, maar ook de markt en maatschappij veranderen. Moet de melkveehouderij zich aanpassen aan de markt, of moet de markt zich maar eens aanpassen aan de melkveehouderij?

Leestijd : 6 min

Het is een vraag waarbij stilgestaan werd op het symposium melkveehouderij tijdens de afgelopen Agridagen in Ravels: hoe om te gaan met veranderende omstandigheden? Hoofdredacteur René van Buitenen van het Nederlandse landbouwtijdschrift Zuivelzicht toonde hoe gedifferentieerd de vragen/eisen vanuit de markt zijn geworden. Melkveehouders Luc Nouwen (Balen) en Antoon Vissers (Tholen, NL) vertelden hoe zijn zich wapenen voor de toekomst. Jelle Goossens (Rikolto, vroeger Vredeseilanden) kwam misschien wel met het opmerkelijkste voorstel naar voor: een minimumprijs voor melk, waarbij de dalen gecompenseerd worden door de pieken.

Vragenlijstjes

Van Buitenen, tevens woordvoerder van de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO), maakte een lijstje van wat ngo’s en retailers van de (Nederlandse) melkveehouderij verwachten, en dat is heel wat. In Nederland is er Wakker Dier, die vindt dat we dieren moeten behandelen als mensen. De organisatie Dierenbescherming’ vindt dat boeren aandacht moeten hebben voor het natuurlijk gedrag van de koe. Greenpeace wil vooral de import van soja tegenhouden en beklemtoont de teelt van regionaal eiwit. Milieudefensie hamert dan weer op de grondgebondenheid van de melkveehouderij. Natuur & Milieu ten slotte ijvert voor een milieu- en meer diervriendelijke dierlijke productie.

Eisen uit retail

Maar ook aan de retailzijde vragen de supermarkten meer van de melkveehouders. Edeka, het grootste netwerk van supermarkten in Duitsland eist bijvoorbeeld uitdrukkelijk openfrontstallen. Roterende koeborstels moeten verplicht aanwezig zijn, dieren moeten minstens een keer per jaar de klauwen bekapt worden en onthoornen mag alleen via verdoving, aldus Edeka. Voor Edeka en het Britse Sainsbury’s zijn aanbindstallen onacceptabel; andere ketens zoals Lidl, Real en Aldi willen een uitfasering.

Weidegang is een verplichting van Albert Heijn, Jumbo, Lidl en Waitrose.

Andere trends zijn het eisen van ggo-vrij voeder en het streven naar een hoornloze veestapel. Het is duidelijk dat supermarkten via het stellen van strengere eisen zich trachten te differentiëren op de markt. “Het is echt de trend om te streven naar korte, gesloten zuivelketens”, zo toonde Van Buitenen.

Eisen kunnen daarbij ver gaan. Albert Heijn heeft een concept waarbij het drie cent per kg melk extra betaalt voor melk afkomstig van boerderijen waar er onder andere weidegang is voor jongvee, het rantsoen voor 80 % bestaat uit gras(kuil) en de kalveropfok binnen een straal van 25 km gebeurt.

Betaalt de markt?

Maar ook de NZO zelf legt de lat als brancheorganisatie hoger voor de boeren. De sector wil klimaatneutraal ontwikkelen met minder broeikasgassen en meer duurzame energie. Ook usual suspects antibiotica en dierenwelzijn staan op de agenda. Andere concrete doelstellingen zijn het verlengen van de langleefbaarheid met zes maanden en het behouden van het niveau van weidegang van 2012 (81,2 % paste toen enige vorm van beweiding toe). Of er daar een meerprijs tegenover staat bij de boer? Van Buitenen was daar even vaag als nuchter in: “Iedereen heeft zijn wensen, maar het is uiteindelijk de markt die de melkveehouder betaalt.”

Contact met de buitenwereld

Maar hoe gaan individuele melkveehouders daar mee om? In Landbouwleven gingen we eerder op bezoek op het bedrijf van Luc Nouwen uit Balen. U kon er meer over lezen in het nummer van 9 februari. U las er in hoe hij inzet op preventieve diergezondheid. “Er zijn boeren die zien dat er vandaag een koe ziek is, er zijn er die zien dat er morgen één ziek zal zijn en er zijn er die het maar zien als er een ziek is geweest”, vulde hij daarover aan. Profit, planet en people zijn belangrijk in zijn bedrijfsvoering, maar is duidelijk de welke voor hem de belangrijkste is. “Profit: als je niets verdient, kan je ook geen milieumaatregelen nemen”, klonk.

Voorts raadde hij de boeren in de zaal ook aan om contact te zoeken met de buitenwereld. “We zien bij rondleidingen dat als je de zaken vertelt op een begrijpelijke manier, mensen ook begrip hebben voor hoe het er aan toe gaat.” Ook als ondernemer moet je op zoek gaan naar kruisbestuivingen. “Ga naar bijeenkomsten van Unizo of Voka. Ga op zoek naar kruisbestuivingen. We kunnen heel wat leren van andere sectoren, en zij kunnen ook veel leren van ons.”

50 liter vasthouden

Zijn Nederlandse collega Antoon Vissers melkt 250 melkkoeien in Tholen, dat niet ver van de Belgische grens ligt, naast het Schelde-Rijnkanaal. Ook zijn echtgenote en vader zijn actief op het bedrijf. Antoon melkt met vier melkrobots. De productie is 12.000 liter, maar hij wil naar de 14.000 liter. “Ik hoef de pieken van 60-70 liter niet, maar ik wil wel 50 liter en dit vasthouden tot twee weken voor het droog zetten”, zo is zijn visie. Beweiden kost volgens hem melk. “Als ik moet beweiden, moet ik gewoon 50 koeien minder houden of een productiedaling accepteren. Nu zit een koe rond de drie melkingen per dag, bij beweiden zakt dit naar misschien 2,4.”

Er is ook nog een andere reden dat Vissers niet beweidt. “In juni komt er pas gras op de weide. De eerste en tweede snede worden gewoon opgegeten door de ganzen. Het gaat om overwinteraars dus we mogen ze nauwelijks verjagen. Vorige week zaten er 20.000 ganzen. Schade wordt redelijk vergoed, maar je verliest altijd.” Het maakt dat hij relatief veel voeder bijkoopt, ook onder de vorm van bijproducten. Aan landbouwverbreding doet hij naar eigen zeggen niet veel, al ontvangt hij wel scholen en groepen. Hij heeft een goed beeld van het verbruik aan gewasbeschermingsmiddelen en antibiotica. Ook zijn energieverbruik wil hij met de installatie van zonnepanelen naar beneden halen. “Dat is voor de toekomst, momenteel heb ik vooral geïnvesteerd in fosfaatrechten”, zo gaf hij aan.

Trage crisis

Vissers gaf aan dat hij zijn inkomen in vergelijking met het gemiddelde momenteel wel als ‘oké’ beschouwt. Maar dat gemiddelde inkomen van melkveehouders is lang niet altijd oké, en zeker niet in tijden van lage melkprijzen. Jelle Goossens van Rikolto (vroeger Vredeseilanden) kwam met een enigszins opmerkelijke analyse. De technologie is er volgens Rikolto al om de vele uitdagingen uit de toekomst aan te gaan. Druppelirrigatie om water te besparen, erosiemaatregelen, stressresistent zaaigoed, drones, precisielandbouw... “Alleen vindt die technologie te traag ingang in de praktijk of is die onvoldoende op snelheid voor de enorme uitdaging die de sector wacht”, aldus oossens.

Maar het werkelijke probleem voor de sector zit volgens Goossens in de zakelijke modellen. “De gemiddelde leeftijd van de boer op wereldniveau is 60 jaar. Het is een trage crisis, waarbij we niet aan mogen voorbijgaan. Wij willen een sector die voor iedereen perspectief biedt”, aldus Goossens.

Gegarandeerde minimumprijs

Rikolto ziet daarvoor stabiele markten als essentieel. Boeren hebben een stabiele afzet nodig, voedingsbedrijven hebben stabiele leveranciers nodig. Daarom speelt Rikolto met het idee voor een systeem met een minimumprijs voor bijvoorbeeld melk. Maar een systeem vinden dat werkt, is niet eenvoudig, weet ook Goossens. “De sector is zo divers dat het berekenen van een minimumkostprijs moeilijk is. Bovendien dreigt bij een te hoge minimumprijs overproductie. Wij willen een systeem met een gecompenseerde minimumprijs, waarbij de dalen gecompenseerd worden door de pieken. Die minimumprijs zou dan berekend worden als 90 % van de gemiddelde melkprijs van de voorbije drie voortschrijdende jaren”, legde Goossens uit. “Die minimumprijs zou ook een richtcijfer zijn voor de boer: als hij niet tegen die minimuprijs kan produceren, moet hij zich aanpassen. Het systeem zou niets mogen kosten op lange termijn; het zou moeten opbrengen. Iedereen is immers gebaat bij een stabiele prijs.”

Aftoetsen

Het basisconcept is er; Rikolto toetst dit nu af met supermarkten, boerenorganisaties en alle schakels ertussen. “Iedereen ziet wel wat het voordeel zou kunnen zijn. Wij hebben ook geen direct belang, hetzij het maatschappelijke en we hopen zo alle spelers zo in de juiste richting te bewegen.”

Rikolto wil zich overigens uitdrukkelijk niet moeien in de bedrijfsstrategie die melkveehouders moeten volgen. “Wij dragen de vragen naar duurzaamheid mee uit, maar we voegen er aan toe dat die vragen economisch haalbaar moeten zijn. Elke melkveehouder heeft zijn eigen redenen om het te doen zoals hij of zij het doet.”

IDC

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken