Startpagina Akkerbouw

Varroamijt schadelijker dan neonics

Neonics, monoculturen,... de maatschappij legt de schuld van de dalende bijenpopulaties bij de landbouw en zijn ‘wanpraktijken’. Het gevaar schuilt volgens Bayer in een hele andere hoek. Niet neonics, maar de varroamijt moet worden aangepakt.

Leestijd : 5 min

L andbouwleven vroeg de bijenexperten Veerle Mommaerts en Hilde Van Dyck van Bayer wat zij als de grootste bedreigingen beschouwen voor het bijenbestand. Je kan veel redenen bedenken waarom de populaties achteruit gaan. Denk maar aan klimaatverandering, monoculturen, te weinig groenelementen en gewasbescherming. Vooral die laatste, gewasbescherming, ligt enorm onder vuur. Onterecht, klinkt het bij Bayer.

Varroamijt, de grote schuldige

De grootste reden van bijensterfte ligt bij een mijt: de ondertussen alombekende Varroamijt. Dat bevestigt een studie door het EU Reference Laboratory for Bee Health, die uitgevoerd is in meerdere Europese landen. Sterker nog, uit de resultaten blijkt dat pesticiden bij goed gebruik achteraan bengelen in de lijst van sterfteveroorzakers. En ook Healthy Bee vond een significante correlatie tussen varroa en wintersterfte.

Een honingbij die geïnfecteerd is met de varroamijt zal verzwakken omdat het beestje zich als parasiet gedraagt. Het voedt zich namelijk met het hemolymfe (het ‘bloed’) van de bij. Uiteindelijk zal de bij dan ook minder lang leven. Via de werkbijen kan de mijt terecht komen in het broed, waar ze ook kunnen parasiteren op de larven. Daar zullen ze ook reproduceren. Een extra probleem bij de varroamijt is dat tijdens het opzuigen van de hemolymfe, virussen overgebracht kunnen worden, zoals het Deformed Wing Virus dat ervoor zorgt dat de vleugels niet goed ontwikkelen.

Imkerorganisaties, de overheid, Honeybee Valley en CARI geven daarom info over varroabehandelingen. Bij Bayer wordt Polivar als bijkomende oplossing voorgesteld: een stripje dat aan ingang van de korf bevestigd moet worden. Er zitten gaatjes in waar bijen net door kunnen. Doordat het stripje geïmpregneerd is met een mijtendodende stof (acaricide), doodt het de varroamijt maar is het wel veilig voor de bijen. Zo vermijd je dat er varroa van buiten naar binnen kan worden gebracht. Dat is nodig, want in het najaar gaan bijen elkaars kasten bezoeken om voedsel te pikken en net dan is de kans op overdracht van de varroamijt groot.

Ziekten en monoculturen

Naast de varroamijt zijn vooral ziekten, Amerikaans vuilbroed en Nosema de belangrijkste redenen voor bijensterfte. De bacteriële ziekte Amerikaans vuilbroed is zeer gevreesd. Als je daarmee te maken hebt, wordt de korf verzegeld, verbrand en wordt rond de korf een schutskring van 3-6 km aangebracht. Het is ook meldingsplichtig en er moeten maatregelen getroffen worden. Het FAVV controleert uiteindelijk of die maatregelen genomen zijn en of het Amerikaans vuilbroed onder controle is. Pas erna mogen bijenhouders terug beginnen met korven. Nosema is een darmparasiet en bezorgt de bij diarree.

Uit studies bleek dat verzwakte bijen zeker geen baat hebben bij monoculturen. Afhankelijk van het gewas heb je een andere aanbreng van voedsel en eiwitgehalte in de pollen. Een monocultuur die een laag eiwitgehalte biedt, zorgt ervoor dat bijen met Nosema nog sterker verzwakken.

Poisoning en pesticiden minst schadelijk

Pesticiden blijken volgens de Europese studie weinig bijensterfte te veroorzaken. En ook vergiftiging scoort laag. Hiermee wordt bijvoorbeeld bedoeld dat de landbouwer slechte landbouwpraktijken toepast waardoor bijen afsterven. Een ander voorbeeld van vergiftiging is dat de behandeling van de korven tegen de varroamijt verkeerd zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld het gebruik van een te hoge dosis. Is dit het geval, dan merk je massaal veel bijen net buiten de kast met hun tong uitgestoken.

Veel landen doen monitoring op die landbouwpraktijken. In België is recent een actieplan opgezet dat zegt wat imkers moeten doen. Zo moet bij het FAVV een melding gebeuren bij fouten, en zal een vervolgonderzoek gebeuren via een draaiboek. Daarin staat bijvoorbeeld hoe stalen moeten worden genomen. Op die manier kan het FAVV ook zijn statistieken bijhouden.

Neonics overschat

Drie neonics zijn verboden in maïs, koolzaad, zonnebloemen en bepaalde groenteteelten sinds 2013, en dit vanuit een voorzorgsprincipe. Het jaar erna was er een lichte teruggang in wintersterfte, maar dat werd weer erger erna. “We zien een verspreid beeld in Europa, er is geen lijn in te trekken. Die maatregel is niet nuttig om de bijen te helpen. Er zijn verschillende factoren waar bijen mee te maken hebben, vb stressfactoren, juiste behandeling varroamijt, ziekten, klimaat,…”

In vele gevallen is gewasbescherming moeilijker geworden. Vaak moeten landbouwers terug bladbespuitingen uitvoeren met insecticiden die kwalijk zijn voor de bijen.

Schadelijkheid moeilijk te bewijzen

Bij de evaluatie van producten door het EFSA wordt een bee guidance document gebruikt, dat de veiligheid voor bijen moet garanderen. “Probleem is dat het een draft is die nog niet aanvaard is door de lidstaten. Het is namelijk onwerkbaar. Toch gebruikt het EFSA en de commissie dit document om de neonicotinoïden clothianidine, imidaclopride en thiamethoxam te beoordelen en om op basis daarvan een verbod voor te stellen. Alle studies die in de dossiers geleverd werden, werden op basis van het bee guidance document uitgevoerd.”

Het document laat niet toe om onderscheid te maken tussen wat schadelijk is en wat niet, klinkt het. Een variabiliteit van 7% tussen controlekasten en behandelde kasten wordt als problematisch beschouwd en dan moet er verder getest worden. “Voor die tests heb je echter veel volkeren en een grote oppervlakte nodig, en Europa heeft die capaciteit niet. De eisen zijn onrealistisch. Voor één veldstudie heb je een testgebied nodig ter grootte van het eiland Malta. Verder loopt het bijenseizoen van april-mei tot oktober. Er is dus ook niet veel tijd voor die testen. Daarnaast gaat het om testen voor bijen, hommels en solitaire bijen, maar hier zijn nog geen testmethodologieën beschikbaar. Nu komen ze stilaan beschikbaar, maar in 2013 waren die er nog niet.”

“We vrezen dat als de draft niet wordt aangepast, veel producten in de toekomst zullen falen en als schadelijk bestemd worden terwijl dat niet zo is. We hebben dan ook een voorstel geopperd om die draft aan te passen en haalbaar te maken.”

Zelf testen noodzakelijk

Omdat Europa in sommige aspecten zo strikt is, wordt van het begin af aan alles getest. Hilde: “Voor ons is het onaanvaardbaar dat er middelen of oplossingen worden weggenomen waar er geen risico aan verbonden is, dan zijn we contraproductief bezig.” Een product wordt eerst getest in het labo, waar de contact- en orale toxiciteit wordt bepaald. Daarna gebeuren semiveldtesten: in tunnels wordt bloeiend gewas behandeld, waar bijen rondvliegen. Ten slotte wordt er getest in open veld. “Hier zijn wel uitwijkmogelijkeden voor de bij. Bijen kunnen merken als er iets mis is met het gewas. In tunnels kunnen ze niet weg, op open veld wel. Zo geeft een veldstudie de meest realistische weergave van wat in praktijk gebeurt.”

Er zijn middelen die schadelijk zijn voor de bij. Op basis van een risico-evaluatie worden daarom maatregelen op het etiket gezet. Naast de juiste dosis, moet je soms alle bloeiend onkruid wegmaaien, niet spuiten tijdens uren dat bijen vliegen, toepassingstijdstip, enz. “Meer en meer wordt er gescreend naar middelen die een veilig profiel hebben voor bijen. Gebruik je een insecticide, dan moet je goed definieren hoe het product goed gebruikt kan worden.” Bayer publiceerde een studie, in samenwerking met een instituut en universiteit in Engeland, over genen voor detoxificatie die in bijen geïdentificeerd zijn. Dat kan helpen in de zoektocht naar middelen die een veilig profiel hebben voor bijen. “Wordt een potentieel molecule gevonden, dan worden al vroeg bijenproeven gedaan om na te gaan of het groen licht krijgt.”

MV

Lees ook in Akkerbouw

Fruitboeren vrezen voorspelde nachtvorst

Akkerbouw De lagere temperaturen van de afgelopen dagen en de voorspelde nachtvorst kan tot grote schade leiden bij de fruitkwekers in Limburg. Zowel woensdag- als donderdagnacht (17 en 18 april) zullen de fruitkwekers alle middelen bovenhalen om te voorkomen dat de temperatuur in hun plantages onder het vriespunt zakt. “Al vanaf -1°C kan er schade optreden”, zo zegt Danny Bylemans van PC Fruit in Velm (Sint-Truiden).
Meer artikelen bekijken