Startpagina Actueel

‘Versoepel regelgeving ggo’s’

In een nieuw standpunt roepen wetenschappers op om de regelgeving inzake ggo's (genetische gewijzigde organismen) te versoepelen. Volgens de academici, verbonden aan verschillende Vlaamse universiteiten en onderzoeksinstituten, is de wetgeving niet meer aangepast aan de huidige stand van de wetenschap. "De wetgeving is zo complex, dat enkel nog de grote multinationals financieel in staat zijn om nieuwe ggo's te ontwikkelen", zegt co-auteur en professor bio-ingenieurswetenschappen van de UGent Godelieve Gheysen.

Leestijd : 3 min

Het standpunt werd gepubliceerd door de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten. De wetgeving over ggo's dateert van eind jaren 80 en werd destijds gemaakt op vraag van de wetenschappers zelf, die niet helemaal zeker wisten of genetisch gemanipuleerde gewassen geen gezondheidsrisico's inhielden. "Het doel was om op termijn de regels aan te passen aan de nieuwe wetenschappelijke bevindingen", zegt Gheysen.

"Al sinds de jaren 90 zijn we er zeker van dat de risico's onbestaande zijn, en zeker niet groter dan de risico's van de klassieke plantenveredeling door kruising. Helaas hebben enkele voedselschandalen rond het einde van de vorige eeuw, de dioxinecrisis en de dolle koeienziekte, ervoor gezorgd dat Europa de regels nog verstrengde om de bevolking gerust te stellen. Sedert die tijd is de Europese ggo-wetgeving de strengste ter wereld. Er werd toen onder meer beslist dat op de verpakking van voedingswaren aangegeven moest worden dat er ggo's waren gebruikt. Het gevolg was dat veel voedselproducenten het gebruik van ggo's systematisch gingen vermijden, omdat hun negatieve imago een rampzalige invloed had op de verkoop."

Intussen is in de Verenigde Staten ruim 80 procent van alle maïs, suikerbieten en soja een ggo, volgens Gheysen zonder dat er ook maar één gezondheidsprobleem is gerapporteerd. Bovendien, aldus de wetenschapster, verschillen de nieuwste generatie ggo's in niets van de gewassen die met klassieke veredeling zijn gemaakt of zouden ze zelfs gewoon door natuurlijke mutatie kunnen zijn ontstaan. "De regelgeving is ook niet consequent: gewassen die in de jaren vijftig door mutagenese werden gemanipuleerd - ze werden radioactief bestraald om mutaties te veroorzaken - ontsnappen wél aan de regelgeving, omdat ze officieel geen ggo zijn... ", zegt Gheysen.

Het gevolg van de strenge Europese regelgeving is dat de gewassen die onder de ggo-definitie vallen, nu veel strenger worden gecontroleerd. "Er is sprake van een tweesporenbeleid zonder wetenschappelijke basis", vindt Gheysen. "Kleine en middelgrote bedrijven hebben niet de capaciteit om nog te investeren in de langdurige en dure tests die vereist zijn voor een ggo gecommercialiseerd kan worden, met monopolies van de grote multinationals voor gevolg." Maar niet iedereen is het zonder meer eens met het nieuwe standpunt van de Academie.

"Ik vind het een gemiste kans", zegt professor Dessein van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) en de UGent. "We komen uit een periode van jarenlang gepolariseerd debat. Dat dwingt tot een zwart-wit stellingname: je bent voor of je bent tegen ... Een tegenstelling die ook in het beleid wordt weerspiegeld: producten zijn met of zonder ggo. De mogelijke nuances over de context waarin de ggo werd toegepast ontbreken." Dessein droomt niet van nog meer debat, maar van een ander debat waarin ggo's in een context worden geplaatst.

"De uitdaging gaat niet over de ggo-technologie op zich, " vindt Dessein, "maar veeleer over welke soort landbouw we als maatschappij willen en dus over de context waarin deze technologie al dan niet kan worden toegepast. Het zou moeten gaan over hoe het toelaten van deze technologie de context verruimt of beperkt. Wat, in se, eerder een maatschappelijk-politieke dan een wetenschappelijke vraagstelling is." Volgens Dessein zou een standpunt, dat vanuit verschillende wetenschappelijke én maatschappelijke disciplines en posities vertrekt, een veel sterker startpunt kunnen zijn voor dergelijk proces.

"Het gaat niet op om dergelijk debat over te laten aan énkel de technologen en de ontwikkelaars", besluit hij. "We moeten investeren in het ontwikkelen van vaardigheden om dat soort maatschappelijke debatten te voeren. Tijdens colleges en debatten valt me vaak op hoezeer de biotechnologen van de toekomst zich wel bewust zijn van de controverse, maar ze niet over vaardigheden beschikken om de complexiteit ervan te duiden en een maatschappelijke dialoog hierrond op te bouwen."

BELGA

Lees ook in Actueel

Reageer snel op onkruiden in bietenpercelen

Bieten Het Bieteninstituut (KBIVB) waarschuwt om snel te reageren op de aanwezigheid van onkruiden in suikerbietvelden. Verder bemerken ze dat we opnieuw met een late uitzaai van bieten kampen.
Meer artikelen bekijken