Syngenta vestigt aandacht op maïskopbrand
Eind vorige week namen de technische medewerkers van Syngenta ons mee naar het Nederlandse Megen om de ziekte maïskopbrand (Sphacelotheca reiliana) onder de aandacht te brengen.
Syngenta wil deze ziekte onder de aandacht brengen omdat dit niet mag doodgezwegen worden, aldus Kurt Goethals en Roel Van Avermaet. Er mag volgens hen geen scenario zijn waarbij we een sluimerend probleem doodzwijgen om erna voor feiten te staan die we niet meer kunnen beheersen. Ze maken de vergelijking met de knolcyperusproblematiek. Syngenta wijst erop heel wat tolerante rassen aan te bieden, zodat het probleem het hoofd kan geboden worden.
Recent probleem
I
Builenbrand
Deze laatste ziekte is een schimmel die groeit buiten op de kolf of de plant. Maïskopbrand is daarentegen een ziekte die groeit onder de schutbladeren. ‘In de kolf’ dus, hierom niet altijd zichtbaar is als er niet te nauw wordt gekeken. En ook ontstaat snel de verwarring met builenbrand.
Voorkomen
Pas vanaf de bloei is de infectie zichtbaar. Tot eind augustus valt er nauwelijks iets te zien; alleen de plantlengte die wat achter blijft. Na de bloei ontstaat soms zwart schimmelpluis op de pluim en in het schutblad op de plaats van de kolf ontstaat een grote harige schimmelbol, die de gehele kolf vervangen heeft. Vooral als de schutbladeren de infectie bedekken is het moeilijk om de ziekte in het veld vast te stellen.
Bij het hakselen is soms een zwarte stofwolk te zien van de schimmelsporen. Naast verspreiding via de bodem is er ook verspreiding van de ziekte via de wind en machines.
Gevolgen
Er is momenteel nog maar weinig gekend over de giftigheid. De smakelijkheid van met maïskopbrand besmette percelen neemt wel flink af. Onder de 5 % aantasting (5 op 100 planten), kan de maïs ingekuild en vervoederd worden. Bij een aantasting van 10 tot 25% is het aangeraden om de maïs apart in te kuilen en op basis van een analyse na te gaan of hij nog vervoederd kan worden.
Bij aantastingen boven 25% is het advies om de maïs niet te oogsten, noch te vervoederen. Maïskopbrand is hierdoor een veel groter probleem voor veehouders dan builenbrand.
Maatregelen
Rassen
In Nederland wordt kopbrand tolerantie sinds 2018 binnen het officiële rassenonderzoek gescreend. Het is echter nog niet zeker dat er dit najaar al cijfers gepubliceerd zullen worden.
Gezien de ernst van de ziekte, en de mogelijk snelle verspreiding dringt Syngenta aan dat ook andere kwekers open kaart zouden spelen en de toleranties van hun rassen bekend zouden maken. Er zijn immers heel wat gevoelige rassen op de markt die de verspreiding in de hand werken.
“Het volstaat niet dat een bedrijf een paar rassen naar voren schuift die tolerantie tonen, en zwijgt over al de gevoelige rassen in hun pakket en deze gewoon volop promoot in regio’s waar de ziekte al aanwezig is. De zaadfirma’s zouden hier dringend hun verantwoordelijkheid moeten nemen en de landbouwers correct informeren, “ besluit Kurt Goethals.