VPOV ziet wegen om AVP-crisis aan te pakken

VPOV ziet grote onzekerheid en ongerustheid bij haar leden. Ieder varken dat vandaag vertrekt naar het slachthuis laat een financieel gat na van 20 euro. Waarvan 12 euro omwille van de conjunctuur in de sector, en nóg eens 8 euro omwille van AVP bij wilde zwijnen in de provincie Luxemburg. Op die manier verliest een bedrijf dat wekelijks 150 varkens aflevert zo maar eventjes 3.000 euro. “En in die situatie zitten wij nu al bijna 4 weken. Dus 4 weken en gemiddeld 12.000 euro per varkenshouder later is het tijd om deze aderlating te stoppen”, stelt VPOV.

Lichter afleveren vleesvarkens

VPOV roept alle Vlaamse varkenshouders op om de varkens lichter te gaan afleveren. Belangrijkste effect is dat door de varkens lichter af te leveren de hoeveelheid vlees op de markt afneemt. Een dalend aanbod kan zo zorgen voor een zekere prijsondersteuning.

Tevens is het zo dat de laatste kilo’s vlees ook de hoogste voederconversie hebben. “Met een voerconversie van pakweg 3,4 en een voerprijs van 255 euro/ton kosten die laatste kilo’s alleen al aan voer 1,06 EUR per geslachte kilogram. De laatste kilo’s zijn dus in alle opzichten de minst efficiënte kilo’s. Als we als producenten dus willen ingrijpen op het aanbod is de meest efficiënte én effectieve maatregel het verlagen van het aflevergewicht”, zo berekende VPOV.

Ten slotte, door de varkens lichter te gaan afleveren worden er liquide middelen vrijgemaakt. Liquide middelen die kunnen gebruikt worden om de betalingsachterstand bij leveranciers te beperken. VPOV gaat er dus ook van uit dat de ketenpartners zo’n marktgerichte aanpak van de producenten zullen toejuichen en ondersteunen.

Aanzwengelen export levende varkens

Een andere maatregel die VPOV naar voren schuift, is het aanzwengelen van de export van levende varkens. Door de AVP-perikelen is de levende export deels weggevallen. Hierdoor is het aanbod op de binnenlandse markt gestegen, wat druk zet op de prijzen. Door het aanzwengelen van de levende export kan de binnenlandse markt ontlast worden en kan de afstand tussen de Belgische varkensprijs en de Duitse prijs opnieuw normaliseren. Hiertoe wil VPOV de expertise bij handelaren inzake export van levende varkens maximaal aanboren. Voordeel van deze maatregel is dat dit een onmiddellijk positief effect heeft op de (Belgische) markt.

Samen kostprijs onder controle houden

Naast de daling van de verkoopprijs wordt de varkensketen ook geconfronteerd met een (sterke) stijging van de kostprijs. De voeders zijn ten opzichte van een jaar geleden 30 à 40 euro/ton duurder. Als je weet dat ongeveer 320 kg voeder wordt gebruikt vanaf zeug, over big tot en met vleesvarken, geeft dit een kostprijsverhogend effect van maar liefst 10 euro per afgeleverd varken. En het is géén zekerheid dat de stijging van de voeders ten einde is. Het lijkt dus logisch om als Belgische keten alle mogelijkheden aan te boren om nu vooral de kostprijs van productie onder controle te houden. En voederbedrijven en slachthuizen hebben vandaag absoluut dezelfde belangen als de varkenshouders: het overleven van de Belgische productieketen. VPOV nodigt daartoe graag de voedersector en de slachthuissector uit tot een gesprek, om te kijken hoe we de komende 8 maanden (tot en met juni 2019) de kostprijs van productie onder controle kunnen houden.

Gerechtelijke stappen

Het Bestuur van VPOV overweegt om, in samenspraak met de landbouworganisaties binnen Agrofront, een klacht tegen onbekenden in te dienen met burgerlijke partijstelling. Deze gerechtelijke stap heeft drie doelstellingen:

- Door de burgerlijke partijstelling is het Parket verplicht om onderzoek te voeren. Seponering van het dossier is niet mogelijk;

- Door de burgerlijke partijstelling krijgen de varkenshouders inzage in het gerechtelijk onderzoek, waardoor het mogelijk is om enige transparantie te krijgen in, bijvoorbeeld, het al dan niet bestaan van transporten van wilde everzwijnen. Dit is immers een immense bedreiging voor de professionele varkenssector in Noordwest-Europa. Deze praktijken moeten een halt worden toegeroepen, ook al zou dit niet de onmiddellijke oorzaak zijn van de huidige besmetting;

- Een derde doelstelling is het vrijwaren van de economische belangen van haar leden. Door de burgerlijke partijstelling is het mogelijk om een eis tot schadevergoeding in te dienen. Belgische varkensbedrijven leiden collectief een rechtstreekse schade ten belope van ongeveer 1.500.000 euro per week.

Eengemaakte markt / oneerlijke handelspraktijken

De stappen die recent gezet werden door de Europese instellingen om oneerlijke handelspraktijken te onderzoeken en af te straffen kan op veel bijval rekenen bij de Vlaamse varkenshouders. Er blijven echter vragen rond de reikwijdte van deze maatregelen. VPOV vraagt de bevoegde wetgever om duidelijkheid te verschaffen rond de juridische status van een éénzijdige prijskorting of zelfs productweigering door afnemers binnen de ééngemaakte markt. Dat een EU-lidstaat (Tsjechië) door de commissie op de vingers wordt getikt, vinden wij dan ook hoopvol in dit perspectief.

VPOV ziet ook enig licht in de zware duisternis. Daarvoor trekt het de vergelijking met de gevolgen van de Belgische dioxinecrisis in 1999 en de Duitse dioxinecrisis in 2011 en de mate waarin die de prijsvorming beïnvloed hebben. Na de vaststelling in Etalle op 13 september ging de prijs onmiddellijk naar beneden, met een afwijking van 8,2 eurocent per kg geslacht met de Duitse prijs. Die prijsdaling is minder zwaar dan die na de dioxinecrisis van 1999 in ons land of die van 2011 in Duitsland. Wel ziet het VPOV parallellen met de tweede fase van de crisis uit 1999, waarin het verschil gaandeweg stelselmatig werd weggewerkt. VPOV gaat er dus vanuit dat de spread met Duitsland ook nu zal worden weggewerkt in een ritme van pakweg 1 eurocent per week.

VPOV wil nog even onderstrepen dat ze géén beroepsorganisatie is, noch een syndicale werking ambieert! De bestaansreden en het doel van VPOV is samenwerking tussen individuele varkensboeren om de marktpositie te versterken.