Hoge aantasting bladluis, maar aantal stabiliseert
De bladluisaantastingen bleken afgelopen week af te nemen in de wintergerst en bleven doorgaans op eenzelfde niveau in wintertarwe. Dit najaar is dit echter een gemiddeld hoog aantastingsniveau. De aangekondigde koude kan een verdere stabilisatie enkel ten goede komen.

De bladluisdruk is zoals steeds sterk perceelsafhankelijk. Ook op perceelsniveau kan de bladluisdruk sterk verschillen tussen tellingen aan de rand van het perceel (grenzend aan graskant, maïsstoppel, waardplanten, …: met wellicht hogere bladluisdruk) of midden in het veld. Een degelijke controle op bladluizen moet op verscheidene plaatsen op het perceel gebeuren.
Voor de wintergranen die niet (meer) beschermd zijn tegen het dwergvergelingsvirus/bladluizen blijft het nog steeds absoluut noodzakelijk alle percelen te controleren op de aanwezigheid van bladluizen. Dit is zeker nodig als het weer aanhoudend zacht blijft. Vóór het ingaan van de winter moet een degelijke controle gebeuren. Indien een insecticidebehandeling niet dringend is, kan deze met het oog op een verdere nawerking wat uitgesteld worden, doch zorg ervoor dat een eventuele behandeling nog haalbaar is. De weersomstandigheden en de toegankelijkheid van de percelen voor een eventuele insecticidebehandeling worden immers enkel moeilijker.
Tellingen
Op 12, 13 en 14 november werden door het LCG opnieuw bladluistellingen uitgevoerd op verscheidene locaties.
De tellingen werden uitgevoerd in West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Limburg. De waarnemingen van 12, 13 en 14 november omvatten 19 waarnemingen in wintergerst en 16 waarnemingen in wintertarwe.
De 12 waarnemingen in wintergerst zonder insecticidebehandeling
tonen dat gemiddeld 11,3% van de planten bezet met minstens één bladluis, variërend 2,3% tot maar liefst 40,5%. Dit hoogste percentage (40,5%) komt voor bij een perceel gezaaid zelfs op 10 oktober te Kermt (provincie Limburg).
Bij het merendeel van de percelen, namelijk 9 van de 12 percelen (of 75% van de percelen), is meer dan 5% van de planten bezet met minstens 1 bladluis! (5% = de behandelingsdrempel in de herfst bij virulente bladluizen volgens Gembloux Agro-Bio Tech, België).
Bij 4 van de 12 percelen is zelfs meer dan 10% van de planten bezet met minstens 1 bladluis, m.a.w. bij 1/3 van de percelen. (10% = de behandelingsdrempel volgens Arvalis Frankrijk).
Gemiddeld werden 1 tot 2 luizen per plant waargenomen. Op het perceel te Kermt, met een bezetting tot maar liefst 21 luizen per plant blijft het gemiddeld aantal luizen per plant ongeveer gelijk, namelijk 2,7 luizen per plant.
Op de 10 percelen wintergerst die deze én ook vorige week werden geëvalueerd onder vergelijkbare omstandigheden, blijkt de druk afgelopen week afgenomen te zijn van 19,1% vorige week naar 12,2% van de planten bezet met minstens één bladluis deze week.
Ook 7 percelen wintergerst met insecticidebehandeling werden geëvalueerd, 3 met zaaizaadbehandeling en 4 percelen met een bladluisbespuiting:
- Op de 3 percelen met Argento zaaizaadbehandeling gezaaid tussen 25 september en 6 oktober werd bij twee percelen een lichte toename van de bladluisdruk vastgesteld (tot maximaal 3,5% planten bezet met minstens één bladluis). Op het derde perceel werden er geen bladluizen vastgesteld.
- Op de 4 percelen met een bladluisbespuiting is bij de 2 percelen behandeld tussen 19 en 25 oktober ongeveer 2% van de planten bezet met minstens 1 bladluis, en bij de 2 percelen behandeld tussen 5 en 8 november komen er momenteel nagenoeg geen bladluizen voor.
Op de 12 onbehandelde
Bij ongeveer de helft van de percelen, namelijk 7 op 12 percelen, is meer dan 5% van de planten bezet met minstens 1 bladluis (5% = de behandelingsdrempel in de herfst bij virulente bladluizen volgens Gembloux Agro-Bio Tech België).
Op de 7 percelen wintertarwe die ook vorige week geëvalueerd werden, bleef de bladluisdruk deze week gemiddeld genomen gelijk: 8,1% vorige week en 8,7% van de planten bezet met minstens één bladluis deze week. Op 4 van de 7 percelen bleef de aantasting ongeveer op eenzelfde niveau, op 2 percelen steeg de aantasting en op één perceel verminderde het percentage bezette planten.
Er werden ook 4 percelen wintertarwe met insecticidebehandeling
- Op de 3 percelen wintertarwe met een bladluisbespuiting tussen 23 en 25 oktober was maximaal 3,5% van de planten bezet met minstens één bladluis.
- Er werd ook één perceel wintertarwe geëvalueerd met Argento zaaizaadbehandeling gezaaid op 4 oktober. Er werden deze week geen bladluizen vastgesteld.
Op de meeste percelen wintergranen werden nog steeds
In Wallonië tonen de waarnemingen weinig verandering in aantasting de afgelopen week.
Op de percelen
In de
Ook deze week wordt vastgesteld dat de bezettingsgraad met bladluizen in het waarnemingsnetwerk in Wallonië opmerkelijk (véél) lager ligt dan in het LCG-waarnemingsnetwerk in Vlaanderen.
In
Wat te doen?
Voor de wintergranen die niet beschermd zijn tegen het dwergvergelingsvirus/bladluizen blijft het nog steeds absoluut noodzakelijk alle percelen te controleren op de aanwezigheid van bladluizen. Dit is zeker nodig als het weer aanhoudend zacht blijft.
Op deze percelen dient de bladluisdruk opnieuw opgevolgd te worden wanneer de werkingsduur van de insecticidebespuiting naar zijn einde loopt en het weer aanhoudend zacht blijft. De toegelaten middelen zijn niet systemisch en bieden geen bescherming aan de nieuwe blaadjes gevormd na de behandeling, deze percelen kunnen opnieuw aangetast worden door bladluizen.
De rassen wintergerst die tolerant zijn ten aanzien van het dwergvergelingsvirus (Rafaela, Domino, Novira, LG Zebra, Hirondella, …) zijn beschermd ten aanzien van het dwergvergelingsvirus.
De percelen wintergranen behandeld met Argento (gezaaid in de geadviseerde zaaiperiode) zijn momenteel nog steeds voldoende beschermd. Het is aangewezen om in geval van aanhoudend zachte weersomstandigheden en bij hoge bladluisdruk de bladluisaantastingen op deze percelen (gezaaid in de geadviseerde zaaiperiode) op te volgen vanaf 10-15 november.
Richtlijnen bij het gebruik van insecticiden
Behandelingsdrempel
De behandelingsdrempel volgens Livre Blanc "Céréales" (Gembloux, België) is verschillend naargelang het moment/tijdstip (Bron: Livre Blanc "Céréales" – september 2014, Université de Liège – Gembloux Agro-Bio Tech, België):
- in de herfst wordt een bladluisbehandeling aanbevolen vanaf het moment dat
- op het einde van de vluchten (ten laatste half november) bij het ingaan van de winter ligt de behandelingsdrempel veel lager, namelijk vanaf het moment dat
- op het einde van de winter wordt een bladluisbehandeling aanbevolen
Opmerking: we weten niet hoeveel % van de bladluizen momenteel virusdragend is in Vlaanderen.
Productkeuze
In de meeste gevallen wordt in de herfst voldoende resultaat bekomen met
Wanneer de behandeling uitgevoerd wordt bij zacht (17°C en meer) en droog weer, kan de
Behandelingsmodaliteiten (bij gebruik van insecticiden op basis van een pyrethroïde)
Pyrethroïden zijn contactinsecticiden, de insecticidebehandeling dient daarom dusdanig uitgevoerd te worden dat het insecticide in contact komt met de bladluizen. Een correcte spuittechniek en goede weersomstandigheden (onder andere windstil weer) zijn bijgevolg zeer belangrijk.
Wanneer de weersomstandigheden droog en zonnig zijn, is het belangrijk om:
- voldoende water te gebruiken
- niet te behandelen in perioden met felle zon; ’s avonds of beter ’s morgens vroeg behandelen
Info omtrent "Bladluizen, overdragers van het dwergvergelingsvirus tijdens de herfst en het vroege voorjaar in wintergranen" is raadpleegbaar op de LCG-website (www.lcg.be).