Startpagina Edito

Tijd om aan de oren te trekken

Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Dat mogen ze nu ook bij Belbeef ondervinden. En dat als gevolg van een interne oefening. Een bron van trots werd (tijdelijk) een bron van schaamte.

Leestijd : 2 min

De VRT pakte vrij groot uit met de uitkomst van een interne oefening waarin op basis van DNA-stalen stukken vlees werden gekoppeld aan het originele rund. Van 34 afgenomen stalen bleek slechts bij achttien ervan de oren beschikbaar, terwijl dat nochtans verplicht is. Van die achttien stalen, kon men bij zes stalen het vlees niet aan het juiste oor linken.

Uiteraard is dat geen goed rapport. Dat er maar een beperkt aantal oren werd geleverd, heeft ongetwijfeld ook deels te maken met het feit dat het niet om een dwingende controle ging. Maar wat de VRT er van maakte, dat de herkomst van een derde van het rundvlees in onze supermarkten onbekend is, en dat Belbeef onbetrouwbaar is, is de waarheid geweld aandoen. Volgens De Standaard voerde het FAVV in drie jaar tijd 1.233 DNA-analyses uit, waarbij 92 % van de stalen conform de regels waren. Dat die 1.233 analyses een representatiever beeld geven van de correctheid waarmee er gewerkt wordt in de sector dan de 18 stalen uit de interne oefening is duidelijk voor iedereen. Helaas krijg je dat achteraf moeilijk verkocht.

In dit verhaal zijn er enkel verliezers. Het valt moeilijk in te beelden dat diegene die de cijfers vanuit Belbeef aan de openbare omroep bezorgd heeft, iets gewonnen heeft. De resultaten van de interne oefening waren vast en zeker munitie genoeg om op de Belbeef-bijeenkomsten hard op tafel te slaan. Slachthuizen staan er niet om bekend om altijd te streven naar het algemeen belang van de sector of dat van de boer. Denken we maar aan de onverkwikkelijke Veviba-affaire, of de omrekening van warm naar koud gewicht die nog altijd niet overal volgens de Europese regelgeving gebeurt. Maar door de resultaten van een interne oefening in de media te gooien, deelt de hele sector nu in de klappen. Dat verdient de sector niet, en dat verdienen zeker de vleesveehouders niet die het Belbeef-label trekken en die zich dag in dag uit inzetten voor lekker en veilig rundvlees.

Vleesveehouders kunnen hun geld voor andere dingen gebruiken dan voor het financieren van interne oefeningen die nu als stok worden gebruikt om de hele sector te slaan. De conclusie van wat de slachthuizen zelf een mislukte oefening noemden, mag evenwel niet zijn om minder traceringsoefeningen te houden, wel integendeel. Ook al is de rol van diegene die het in de media gegooid heeft verwerpelijk; de conclusie dat de slachthuizen hun huiswerk nog veel serieuzer ter harte moeten nemen, moet wel degelijk onthouden worden. Daarvoor mag - intern - zeker hard aan de oren getrokken worden.

IDC

Lees ook in Edito

Meer artikelen bekijken