Bosmuizen en onkruid in de bietenteelt
Het KBIVB meldt dat er reeds schade door bosmuizen wordt waargenomen in de eerst gezaaide bietenvelden. Het Bieteninstituut raadt aan om uw gezaaide velden te controleren en de bosmuizen te bestrijden.

In het kader van deze problematiek kan het nog nuttig zijn om zitstokken te voorzien in open zones voor roofvogels. Zo kunnen deze de populatie bosmuizen mee onder controle houden.
Vergeet niet dat er sinds 2014 geen erkende producten meer bestaan voor de bestrijding van bosmuizen in de akkerbouwgewassen. De roofvogels hebben graag een panoramisch uitzicht. Hoe hoger ze zitten, hoe groter hun waarnemingsstraal. De steunpalen (ten minste 40 cm in de grond) zouden minstens 2 m boven de grond moeten steken en zeer stabiel zijn. De zitstok moet horizontaal zijn, goed vastzitten en niet-wegglijdend (ruw hout) zijn. Hij moet een breedte (of diameter) hebben van 3-5 cm en 20 cm lang zijn.
Vooropkomstbehandeling
Een vooropkomstbehandeling kan uitgevoerd worden op de vroeg gezaaide percelen indien men veel probleemonkruiden verwacht. Hoe droger de omstandigheden hoe minder werking men mag verwachten van deze behandeling. Hoe later de zaai, hoe minder het nut van deze vooropkomstbehandeling.
Er is vanaf dit jaar een erkenning voor het toepassen van
Een tweede wijziging die invloed heeft op de wijze waarop men een vooropkomstbehandeling doet is de volgende: vroeger was er een wettelijke beperking op het toepassen van ‘Centium’ in combinatie met chloridazon (‘Pyramin’) of vloeibare metamitron (‘Goltix’).
Dit zijn natuurlijk niet de enige mogelijkheden voor een vooropkomstbehandeling. Een andere samenstelling van flora kan uw productkeuze beïnvloeden. Meer info over de onkruidbestrijding is terug te vinden op de website van het Bieteninstituut via www.irbab-kbivb.be.
Op percelen waar er geen probleemonkruiden zijn (kamille, hondspeterselie, etc…) is deze behandeling niet strikt noodzakelijk.