Startpagina Aardappelen

Rassen voor thuisverkoop in proef gelegd

Net zoals in 2017 werden in 2018 op twee locaties terug proeven aangelegd met acht rassen bestemd voor thuisverkoop: een combinatie van vastkokende en bloemige variëteiten.

Leestijd : 8 min

Voor het tweede jaar op rij werden op twee locaties (Langemark en Wortegem-Petegem) proeven aangelegd met de focus op thuisverkoop. Er werd bewust gekozen om vooral rassen te beproeven die reeds gekend zijn (en waarvan dus pootgoed beschikbaar is). Hierbij werd een keuze gemaakt tussen rassen die eerder vastkokend zijn en waar dus de kookkwaliteit vooral van belang is. Anderszijds werden ook rassen opgenomen die eerder frietgeschikt zijn. Op beide proefplaatsen werden acht rassen geplant.

In Wortegem-Petegem werd het proefveld verschillende keren beregend waardoor de opbrengst heel wat hoger lag met meer grofte in vergelijking met Langemark. Uitval werd er nauwelijks gevonden in 2018. Het onderwatergewicht daarentegen lag hoger in Langemark met veel minder drijvers (droger). Toch verschilde de smaak van koken niet veel tussen beide locaties. De frietkwaliteit was wel beduidend beter in Langemark. Knollen afkomstig uit Wortegem-Petegem vertoonden een grotere aantasting met Rhizoctonia.

tab3

 

In de groep van de vastkokende tafelaardappelen werd Charlotte als referentieras gekozen en vergeleken met de rassen Allians, Artemis en Charlotte.

Allians

Deze vastkokende tafelaardappel kende een gemiddelde snelheid qua opkomst. Van de drie vastkokende rassen in deze proeven is Allians de meest laatrijpe variëteit en dat is te zien aan zijn iets latere afrijping (wel sneller in vergelijking met Bintje). Op beide locaties vormde Allians een aanzienlijk aantal knollen met een gemiddelde van 19 per struik (grof pootgoed). Ook het aantal stengels per struik lag met 6,5 op een hoog gemiddelde (hoogste van alle rassen in proef).

In Wortegem-Petegem lag zijn netto-opbrengst (+35mm zonder uitval) 32% hoger in vergelijking met Charlotte terwijl in Langemark beide rassen eenzelfde opbrengst behaalden. Allians reageerde dus zeer goed op de beregening in Wortegem-Petegem. Allians vormde heel wat knollen per struik waardoor dit ras niet grof uitgroeide. Slechts 25% behoorde tot de sortering +50mm.

Allians haalde op beide proeflocaties het laagste onderwatergewicht met een gemiddelde van 348 g/5kg. Vooral in Wortegem-Petegem werden heel wat drijvers gevonden (22% bij dichtheid 1,06 g/l). Zijn blauwgevoeligheid bleef dan ook zeer laag (index 28). Net zoals Charlotte haalde dit ras maar net een voldoende smaakkwaliteit met een kleine neiging tot grauwverkleuring. Allians bleek niet frietgeschikt. Het uitzicht van de knollen viel tegen door de aanwezigheid van lakschurft (cfr. Charlotte). Het pootgoed had nochtans weinig symptomen van lakschurft. Ook op vlak van regelmaat van vorm viel dit ras tegen dit jaar.

Allians vormt wel een gevestigde waarde bij de versmarktaardappelen in België. In 2008-’10 lag Allians al eerder in onze proeven aan met toen wisselende resultaten.

Artemis

Artemis is een vroeg (vrij) vastkokend ras (bijna even vroeg als Première). Dit ras vormde net zoals Charlotte slechts 13 knollen per struik (cfr 2017), ondanks een stengeltaantal van 5,4 per struik. Daarom wordt ook een nauwere plantafstand van 30 cm in de rij geadviseerd. Artemis kende een zeer vlotte opkomst (cfr. Charlotte) maar rijpte wel snel af (vroeg ras). Let op met metribuzin in voor-opkomst.

Artemis kende op beide locaties een mooie meeropbrengst van gemiddeld 33% t.o.v. het referentieras (cfr. 2017). De combinatie van weinig knollen per struik en de nauwere plantafstand zorgde ervoor dat toch 61% van de opbrengst in de grove sortering zat. Bijna de ganse opbrengst behoorde tot 35-70mm.

Artemis haalde gemiddeld een onderwatergewicht van 363 g/5kg zonder drijvers. Zijn blauwgevoeligheid lag met een index van 98 laag in vergelijking met de andere rassen (kenmerkend voor dit ras). Ook in 2018 bleek opnieuw zijn frietgeschikheid met een zeer goede score van 2,3. Ook zijn smaak na koken was goed op beide locaties. Net zoals in 2017 hadden de knollen een mooi uitzicht en zeer goede regelmaat van vorm.

Enkele jaren terug hadden we Artemis ook al in onze proeven met rassen voor de versmarkt. Toen zagen we drie jaar op rij een hogere opbrengst dan de referentie met een voldoende onderwatergewicht. Vooral zijn goede frietkwaliteit werd telkens bevestigd en zijn smaak na koken was meestal (net) voldoende. Opvallend waren ook zijn mooie uitzicht en regelmaat van de knollen.

Charlotte

Charlotte werd als referentieras gekozen. Net zoals in 2017 verliep zijn opkomst wel trager samen met een snelle afrijping (een vroegrijp ras). Charlotte vormde slechts13 knollen per struik, maar er werd dan ook gebruik gemaakt van de kleine potermaat. Let op, dit ras bezit geen resistentie voor aardappelcystenaaltjes.

Charlotte haalde een opbrengst op de twee locaties van gemiddeld 32,6 ton/ha (+35mm zonder afval). Deze proefopbrengst kan naar de praktijk vertaald worden door aftrek van 20% (spuitsporen, kopakkers) en bedraagt dan 26,1 ton/ha (34, 35 en 28 ton/ha in respectievelijk 2017, 2016 en2015). 34% van de opbrengst behoorde tot de sortering +50mm. Er zat nauwelijks een knol in de +70 mm. Door te beregenen in Wortegem-Petegem lag de opbrengst daar heel wat hoger (35 ton/ha t.o.v. 17 ton/ha).

Charlotte haalde een onderwatergewicht van respectievelijk 400 en 341 g/5kg in Wortegem-Petegem en Langemark met nauwelijks drijvers (dichtheid 1,06 g/l); dit in combinatie met een blauwgevoeligheid van 100. Zijn smaak na koken viel dit jaar wel tegen met net een ‘voldoende’. Zelfs met een hoog onderwatergewicht werden de aardappelen als ‘week’ ervaren. Als typisch vastkokende aardappel scoort Charlotte toch vaak ook goed voor de frietkwaliteit wat ook nu weer het geval was. Doordat de knollen na oogst aantasting met lakschurft vertoonden (vooral in Wortegem-Petegem) viel zijn uitzicht tegen. Charlotte haalde een goede score voor zijn regelmaat van vorm.

 

In de groep van de bloemige aardappelen (frietgeschikt) werd Bintje als referentieras gekozen, en vergeleken met de rassen Challenger, Ramos, Valencia en Victoria.

Bintje

Aangezien Bintje nog vaak gebruikt wordt als aardappel voor thuisverkoop, werd dit ras als referentie opgenomen voor de bloemige rassen.

Zoals we van Bintje gewoon zijn verliep zijn opkomst heel snel in combinatie met een trage afrijping. Er werden maar liefst 23 knollen en 5,5 stengels per struik gevormd. Daarom wordt Bintje, in tegenstelling tot veel andere (nieuwe) rassen op een ruime afstand van 40 cm geplant (grotere potermaten). Bintje is zoals gekend vatbaar voor aardappelcystenaaltjes.

De netto-opbrengst (sortering +35 mm zonder afval) op de twee proefvelden kwam in 2018 uit op respectievelijk 56,9 en 29,1 ton/ha in Wortegem-Petegem (beregening) en Langemark. Deze opbrengst (onder ideale omstandigheden) is vergelijkbaar met een praktijkopbrengst van 34,4 ton/ha na aftrek van 20% (geen invloed van kopakkers, spuitsporen, …). De volledige opbrengst behoorde tot de sortering 35-70 mm. Zijn grofte viel dan ook zeer laag uit met slechts 49% in de sortering +50mm. Bintje haalde de laagste opbrengst van de bloemige rassen in proef; ook op het proefveld met beregening.

Vooral in Wortegem-Petegem bleef zijn onderwatergewicht te laag (331 g/5kg) met 17% drijvers (dichtheid 1,06 g/l). In Langemark werd wel 385 g/5kg gehaald. Het onderwatergewicht lag iets lager dan het gemiddelde van de rassen voor thuisverkoop en zijn blauwgevoeligheid lag net iets hoger met een index van 157. Het is gekend dat Bintje redelijk blauwgevoelig is. Zijn friekwaliteit was goed (wel wat heterogene frieten aanwezig). Zijn smaak na koken was voldoende, maar viel vooral tegen in Wortegem-Petegem omwille van het lage onderwatergewicht. Typisch voor Bintje is de vele gewone schurft op de knollen.

Challenger

Challenger kennen we al langer als frietras voor de verwerking. Dit ras zien we ook opduiken in de thuisverkoop en werd daarom in deze proef mee opgenomen. Challenger vormt ook een hoger aantal knollen (18) en stengels per struik (5,0). Dit ras kende de traagste opkomst, maar ook de traagste afrijping. De sterke groei op het einde van het groeiseizoen is typisch voor Challenger. Door die trage, onregelmatige ontwikkeling kende dit ras geen mooie gewasstand tijdens de eerste paar maanden van de groei. Net zoals Bintje wordt Challenger ruim geplant op 40 cm en heeft het ras geen enkele resistentie voor aardappelcystenaaltjes.

Zijn netto-opbrengst lag op beide proeflocaties veruit het hoogst met +30% t.o.v. de referentie. 77% behoorde tot de +50mm en 9% was wel iets te grof voor thuisverkoop (+70mm).

Met een onderwatergewicht van 414 g/5kg met nauwelijks drijvers haalde Challenger de hoogste waarde. Hiermee lag ook zijn blauwgevoeligheid hoog (index 187). Zijn frietkwaliteit was zeer goed. Zijn smaak na koken viel dan weer sterk tegen: de aardappelen waren droog en melig.

Challenger is wel iets gevoeliger voor interne bruinverkleuring door roest.

Ramos

Ramos is al langer gekend in Vlaanderen (Agria-kruising) en werd van 2001 tot 2004 al opgenomen in onze rassenproeven met late frietrassen. Net zoals in 2017 zien we bij Ramos een vlotte opkomst en een afrijping met gemiddelde snelheid. Ramos vormde 17 knollen per struik (plantafstand 36 cm in de rij).

Ramos kende een meeropbrengst t.o.v. Bintje (+13%) met meer grove knollen in de sortering +50 mm (68%) en nauwelijks in de sortering +70mm. Ook deze resultaten zijn vergelijkbaar met 2017.

Ondanks zijn gevoeligheid voor doorwas haalde Ramos op beide proeflocaties een voldoende hoog onderwatergewicht met een gemiddelde van 380 g/5kg (1% drijvers 1,06 g/l). Zijn blauwgevoeligheid lag wel wat hoger (index 174) in vergelijking met zijn onderwatergewicht. Net zoals vorig jaar was zijn frietkwaliteit uitstekend (cfr. Victoria) en de beste van alle rassen. Zijn smaak na koken was ook zeer goed. Zijn knollen zagen er heel mooi uit maar met een mindere regelmaat van vorm.

Valencia

Dit ras is een nieuwe variëteit. Zijn opkomst en afrijping verliep zeer gelijkaardig aan deze van Ramos: vlotte opkomst en gemiddelde afrijping. Valencia vormde slechts 13 knollen per struik (potermaat 40/50mm). De geadviseerde plantafstand lag toch op 40 cm.

Afhankelijk van de proeflocatie haalde Valencia een hogere (na beregening) of lagere opbrengst in vergelijking met Bintje. Gemiddelde over beide percelen werd een meeropbrengst van 7% gevonden. Door het lagere knolaantal (en ruimere plantafstand) konden de knollen grof uitgroeien met 83% in de sortering +50mm en ook een aanzienlijk aandeel in de +70 mm (15%).

Zijn onderwatergewicht was zeer verschillend met 349 g/5kg (5% drijvers) in Wortegem-Petegem en 414 g/5kg in Langemark. De blauwgevoeligheid volgde dezelfde trend. Zowel de frietkwaliteit als de smaak na koken was zeer goed in Langemark en onvoldoende in Wortegem-Petegem. Ondanks zijn lage onderwatergewicht in Wortegem-Petegem waren de knollen melig na koken.

Valencia vormt mooie regelmatige knollen met een mooie schilkwaliteit en wasbaarheid.

Victoria

Als laatste werd ook het dubbeldoelras Victoria mee opgenomen in de rassenproeven thuisverkoop (ook in 2017). Dit ras werd heel wat jaren terug ook al geplant in onze proeven late friet (1998 tot 2002 en in 2005). Victoria vormde weinig knollen per struik (13) en werd dan ook op een dichtere plantafstand van 34 cm geplant. Zijn opkomst verliep gemiddeld snel en zette pas later de afrijping in.

Op beide locaties werd een meeropbrengst gemeten van 15% t.o.v. Bintje. Victoria haalde een mooie grofte van 78% in de +50mm (zonder veel knollen in de +70mm).

Zijn onderwatergewicht kwam gemiddeld uit op 387 g/5kg zonder drijvers. Zijn blauwgevoeligheid lag wel zeer hoog. Zijn frietkwaliteit was uitstekend en de smaak na koken was op beide locaties goed. Dit bevestigt zijn geschiktheid als dubbeldoelras (cfr. 2017). Ook zijn uitzicht en regelmaat van vorm waren (zeer) goed.

Dit zijn allemaal te verwachten resulaten voor Victoria.

V. De Blauwer (Inagro), M. Peumans (PIBO), I. Eeckhout (PCA),

P. Vandemoortele (LTCW),

P. Vermeulen (VTI)

Lees ook in Aardappelen

Hoe presteerden de chipsrassen in 2023?

Aardappelen Vorig jaar was een opmerkelijk teeltjaar voor aardappelen. Toch slaagde het Landbouwcentrum Aardappelen (LCA) er opnieuw in om de prestaties van chipsrassen in Vlaanderen op te volgen. Binnen deze rassenproeven wordt de variëteit VR808 als referentie beschouwd.
Meer artikelen bekijken