Belgian Pork Group onderzoekt antibioticavrije productie

DSC_0364

Luc Verspreet, operationeel directeur bij Belgian Pork Group, windt er geen doekjes om: “Wij zijn iets aan het uitwerken. Het is de bedoeling dat we ermee de markt op gaan. Is het niet in België, dan voor de export.” De topman van de groep is het beu om telkens weer in het defensief te worden gedreven. “Mensen moeten weer met een gerust hart varkensvlees kunnen eten. Daarom moeten we proactief te werk gaan”, vindt hij.

Operationeel directeur van Belgian Pork Group, Luc Verspreet, wil aan de slag met varkensvlees opgekweekt zonder antibiotica.
Operationeel directeur van Belgian Pork Group, Luc Verspreet, wil aan de slag met varkensvlees opgekweekt zonder antibiotica. - DC

Hij vraagt zich luidop af of de Belgische retail klaar is voor vlees van varkens die zonder antibiotica zijn opgekweekt. Heeft de distributie hier er niets extra voor over, dan maakt hij zich sterk dat er buiten de Belgische markt wel een meerwaarde te halen valt. Minstens even belangrijk is de vraag of de Belgische varkenshouders er klaar voor zijn. Daar heeft professor Jeroen Dewulf van de Gentse diergeneeskundefaculteit een uniek zicht op.

Is het mogelijk?

De professor, die bekend staat om zijn strijd tegen antibioticaresistentie, overzag in opdracht van Belgian Pork Group een project bij zestien Vlaamse varkenshouders die leveren aan de groep. Negen daarvan gingen voor een drastische vermindering van hun antibioticaverbruik, terwijl zeven varkenshouders de antibiotica helemaal aan de kant lieten staan.

“Zeven deelnemende bedrijven slaagden erin varkens af te leveren die nooit in aanraking zijn geweest met antibiotica”, vertelde professor diergeneeskunde Jeroen Dewulf.
“Zeven deelnemende bedrijven slaagden erin varkens af te leveren die nooit in aanraking zijn geweest met antibiotica”, vertelde professor diergeneeskunde Jeroen Dewulf. - DC

Op de vraag waarom niet alle varkenshouders voor zero-antibiotica gingen, antwoordt hij: “Produceren zonder antibiotica, dat kan op dit moment nog niet iedereen. Maar het is geen utopie meer. Het is mogelijk. Onder onze begeleiding slaagden zeven bedrijven erin varkens af te leveren die nooit in aanraking zijn geweest met antibiotica: niet via het water, niet via het voeder en niet via injectie.”

Waarom moeite doen?

Voor hem hangt de slaagkans in de eerste plaats af van de motivatie van de varkenshouder. Die moet goed weten waarom hij minder antibiotica probeert te gebruiken. “Het wordt wel heel moeilijk wanneer je niet overtuigd bent en er het jouwe van denkt”, zegt Dewulf.

Welke overtuigende argumenten zijn er dan? “Antibioticaresistentie zorgt ervoor dat antibiotica niet meer werken, niet bij dieren en niet bij mensen. Dan krijg je opnieuw vooroorlogse toestanden, waarbij mensen bezwijken aan een eenvoudige bacteriële infectie”, legt de professor uit. “Hoe meer antibiotica we gebruiken, hoe meer resistentie bacteriën ontwikkelen. Gelukkig werkt het ook in de andere richting. Minder antibiotica gaan gebruiken, resulteert in minder resistentie.”

Hoe gaat dat?

Het team van Dewulf bezocht de zestien deelnemende bedrijven drie keer. De eerste keer maakt een onderzoeker kennis met het bedrijf en brengt die het antibioticagebruik in kaart. De tweede keer bekijken onderzoeker en varkenshouder samen aan welke punten er te sleutelen valt. “De varkenshouder moet zich daar goed bij voelen. De hond, bijvoorbeeld, zien wij het liefst niet in de stal, maar veel varkenshouders zijn gesteld op hun gezelschap bij het werk. Daar hebben wij respect voor.”

Een andere no-go bij de coaching is een daling van de productie. “Wij houden constant de kengetallen van het bedrijf in het oog. We weten heel goed dat je niets hebt aan een antibioticavrije nulproductie.” Boer en onderzoeker betrekken ook de bedrijfsdierenarts. “Die willen wij geenszins vervangen”, verzekert Dewulf.

Wat voor advies?

Al die bezorgdheden maken dat de aanpak echt op maat van het bedrijf gebeurt. “We hanteren geen one fits all-aanpak. Dat bestaat gewoon niet. Elk bedrijf is anders: verschillende genetica, looplijnen...” Toch zijn er een aantal algemene richtlijnen. “Bioveiligheid is de basis, het fundament. Dat combineer je dan met goede preventieve maatregelen als vaccins, voederadditieven of drinkwatersupplementen, enkel en alleen als die nodig en nuttig zijn”, vertelt de professor.

Hij benadrukt dat méér vaccineren niet de oplossing is. “We stellen het vaccinatieschema op punt. Eerst voeren we diagnostiek uit. De juiste vaccinaties op het juiste moment, dat maakt het verschil.” In onderstaand kader staan de voornaamste bioveiligheidsadviezen opgelijst. Daarnaast raadt de professor aan om tomen zoveel mogelijk samen te houden (bijvoorbeeld in kraamopfokhokken). “De hiërarchie staat al vast, er komen geen nieuwe ziektes bij... De dieren blijven rustiger en gezonder.”

Wat met zieke dieren?

Waar behalen de professor en zijn team de meeste winst? “Het zijn de systematische behandelingen voor de hele groep, bijvoorbeeld bij de niet-gespeende biggen, waar we vanaf willen. Dat doen we stapsgewijs. Gebeurt het te bruusk, dan riskeer je brute pech en gaat het antibioticagebruik opnieuw omhoog.

Wordt er één varken ziek, dan ga je individueel behandelen. Het dier krijgt een apart oormerk en komt in een andere groep terecht. Zo kan je het dierenwelzijn respecteren en toch varkens afleveren die nooit in aanraking geweest zijn met antibiotica. Volgens de professor kan dat voor de grootste meerderheid.

Wat levert het op?

Professor Dewulf deelde op het Salon in Roeselare de resultaten in primeur mee. “Tussen het kennismakingsbezoek en de eindevaluatie op elk bedrijf zaten negen maanden. Op die tijd daalde de BD100 - een parameter die toelaat antibioticagebruik tussen bedrijven van verschillende grootte te vergelijken en ook gebruikt wordt in database Sanitel-MED - aanzienlijk bij de betrokken bedrijven.

Bij de niet-gespeende biggen stelden de onderzoekers een daling van 74% vast, bij de gespeende biggen één van 22%. Hier werd ook in absolute hoeveelheden het meeste winst geboekt. Vleesvarkens daalden 54% in gebruik. Dat is bemoedigend maar leidt tot een minder spectaculaire absolute daling. Dewulf toont zich erg tevreden: “Dit waren al behoorlijk goede bedrijven, die sowieso al weinig antibiotica gebruikten. Toch hebben we nog een mooie winst kunnen boeken.”

Brute pech

Het resultaat bij de zeugen - een stijging van 55%, weliswaar bij lage hoeveelheden - valt te verklaren doordat op één van de zestien bedrijven toch een ziekteprobleem opdook. Ondanks alle inspanningen kun je gewoon pech hebben. “We zijn niet blind voor de realiteit. We weten dat er ziektes kunnen uitbreken. Op zo’n moment zit er niets anders op dan te behandelen op grote schaal”, legt Dewulf uit. Programma’s voor antibioticavrij opgekweekte varkens houden daar best rekening mee, willen ze genoeg leveranciers vinden.

DC

“Als het kraakt, is het te laat”, en andere wenken

“Helemaal vrij van ziektekiemen word je nooit”, beseft professor Dewulf. “Enerzijds heb je robuuste, gezonde dieren nodig, anderzijds een lage ziektedruk.” Daarvoor houd je best de externe en interne bioveiligheid goed in de gaten. Hier vindt u enkele veel voorkomende verbeterpunten.

Verdedig je fort

“Ziektes, dat koop je aan, daar betaal je voor”, stelt professor Dewulf. Hij raadt varkenshouders aan om waakzaam te zijn bij aankoop van dieren. Ook personeel, andere bezoekers en vrachtwagens slepen ziekten binnen. De transportwagen voor de zeugen is soms een pijnpunt. “Die wordt doorgaans minder goed gereinigd dan bij biggen en doet verschillende bedrijven aan”, legt hij uit.

Hef het glas

Het drinkwater van de dieren is ook een belangrijk aandachtspunt, volgens de professor. “Water lijkt een banaal product, maar is heel belangrijk voor je varkens. Ze drinken twee keer zoveel dan ze eten. Controleer de kwaliteit van je water, zowel aan de bron als aan de laatste nippel. Tank daar een glas vol van en drink het op. Heb je daar geen problemen mee, dan is het waarschijnlijk goed water.”

Als het kraakt, is het te laat

Ook intern valt er vaak iets te verbeteren. Over looplijnen en aparte bedrijfskledij en laarzen per diergroep hoor je regelmatig. Dewulf benadrukt dat je per toom (ongeveer vijftien biggen) best een nieuwe naald gebruikt om te injecteren: “Als het kraakt, is het ruimschoots te laat. Met dezelfde naald verschillende tomen injecteren is een fantastische manier om ziekten over te dragen.”

Ik wacht op mijn baasje

“Een moeilijke is de hond of de katten uit de stal te houden. Voor sommige varkenshouders is dat echt geen optie. We respecteren dat, maar eigenlijk moet je daar echt vanaf”, waarschuwt de professor nog.

Zoek verder

Andere bioveiligheidstips vind je in de brochure ‘Bedrijfsgezondheid en vaccinatiestrategieën op varkensbedrijven’ op de website van Amcra, onder het tabblad ‘Adviezen en wetgeving’. Ook DGZ en varkensloket plaatsten bioveiligheidstips voor varkenshouders op hun website.

Zo ziet een antibitioticavrij bedrijf eruit

“Produceren zonder antibiotica, dat kan op dit moment nog niet iedereen”, stelde professor diergeneeskunde Jeroen Dewulf eerder. Zeven bedrijven gingen onder begeleiding van zijn team de uitdaging aan om zonder antibiotica te produceren. Ze slaagden alle zeven. Wat typeert deze bedrijven?

Eigen aanfok

“Eerst en vooral werken die bedrijven bijna allemaal met eigen aanfok. Ze kopen zelf geen dieren aan. Er gaan dus alleen dieren weg van het bedrijf”, begint Dewulf. “Verder zijn het niet de grootste bedrijven. Het aantal zeugen varieert tussen de 85 en de 240.”

Gemiddelde productiegetallen

“De productiegetallen zijn gemiddeld: geen top, maar zeker niet slecht. De kengetallen hangen af van het boekhoudsysteem, het is niet altijd evident te vergelijken”, gaat de professor verder. Opvallend is dat geen enkel bedrijf werkt met een vierwekensysteem. Drie en vijf komen het meeste voor.

Niet te jong spenen

Verder verdient ook de speenleeftijd speciale aandacht. Op twee varkenshouders na, speende iedereen pas na minstens 26 dagen. “21 dagen is het wettelijke minimum, maar jong spenen maakt het ook gewoon moeilijker om zonder antibiotica te werken”, brengt Dewulf in herinnering. Ten slotte castreerden alle bedrijven, op één na, dat Improvac gebruikte.

Iets voor u?

Varkenshouders die zich aangesproken voelen om mee te doen met de tweede ronde, kunnen zich aanmelden bij UGent-dierenarts Elise Bernaerdt (via Elise.Bernaerdt@UGent.be) of Belgian Pork Group. Wie graag zelf al aan de slag gaat, komt een heel eind met de gratis online biocheck van de Gentse universiteit en het programma Veepeiler Varken van Dierengezondheidszorg Vlaanderen.

Meest recent

Meest recent