Weg met de dikke winterjas

Een vierkante centimeter paardenhuid herbergt zo’n 1300 tot 1600 haren.
Een vierkante centimeter paardenhuid herbergt zo’n 1300 tot 1600 haren. - PP

Het wisselen van de wintervacht bij paarden blijft een merkwaardig proces en gaat niet over een nacht ijs. Het start meestal einde januari en eindigt in de late lente. Het is niet zo dat de vacht van het paard gewoon een stukje korter en dunner wordt. Alvorens het lange haar begint los te laten, ontstaat er onder de huidoppervlakte een voedingsbodem voor een nieuwe vacht. Jazeker, een nieuwe vacht van hooguit 10 tot 20 millimeter lang. Minder dan de helft dus van zijn winterse tegenhanger en veelal ook dunner ‘gezaaid’.

Het proces klinkt waarschijnlijk ingewikkeld en ziet er bovendien vrij omslachtig uit. Toch is het minder ingrijpend voor een paard, vergeleken met de vachtwissel bij kleinere zoogdieren.

Hoezo?

Een vierkante centimeter paardenhuid herbergt zo’n 1300 tot 1600 haren. Ter vergelijking: bij een kat zijn er dat 10.000 tot wel 20.000. Er zijn ook verschillen bij de paardachtigen onderling. Zo hebben pony’s bijvoorbeeld een dikkere wintervacht dan warm- of volbloeden.

Een paard wordt trouwens reeds van prille leeftijd af geconfronteerd met huidperikelen. Het veulen komt immers op de wereld met wat men in de volksmond ‘nesthaar’ noemt, maar het wisselt vrij snel van kledij. Al is het niet zo dat een veulen echt van vacht wisselt tijdens zijn eerste levensmaanden. Zijn (geboorte)vacht verdeelt zich gewoon over de oppervlakte van het zeer snel groeiend veulenlichaam. Daarbij neemt het tevens de definitieve vachtkleur aan, met welke het veulen zal geregistreerd worden bij zijn opname in een stamboek. Het veulen op de foto bijvoorbeeld is ruim een week jong. Enkele maanden later zal hij gitzwart zijn en dat ook blijven.

Langere dagen,

kortere vacht

Dikke of dunne wintervacht, winterkledij ruilen voor zomerkledij gebeurt sowieso bij het paard ongeveer vanaf einde januari. Wanneer het voelbaar langer licht blijft buiten wordt de pels van het paard merkbaar dunner. De paardenhouder merkt dan ook steeds meer losliggende langere haren op het lichaam van zijn paard. Stijgende temperaturen, meer zonneschijn en langer daglicht gaan aldus hand in hand. Veel paarden in wintertooi beleefden dan ook warme dagen tijdens de voorbije maand februari. Een paard in vrijheid rolde dan ook volop in zand, gras of aarde om zich te ontdoen van zoveel mogelijk losse en vooral jeukende haren. Wanneer de lentetemperaturen niet echt meevallen – want kille lentes zijn nog steeds niet uitgesloten – kan de vachtwissel op zich soms wel duren tot einde juni.

Op stal versus buiten

De wijze waarop het paard gehouden wordt speelt natuurlijk ook een rol bij het omschakelen van winter- naar zomervacht. Paarden die het grootste deel van de winter op stal doorbrengen en/of onder een deken staan, krijgen nooit een echt zware wintervacht. De vachtwissel is bij deze dieren dan ook veel minder ingrijpend, als bij paarden die de winter doorbrengen buiten met alleen een schuilhok ter beschutting.

Het feit dat stalpaarden dikwijls beschikken over ruim kunstlicht kan het effect van natuurlijk daglicht niet vervangen. De vachtwissel valt en staat met natuurlijk daglicht.

Crisismanagement of niet?

Als de paarden na de stalperiode weer naar buiten komen zet zich dan ook meestal een explosieve vachtwissel in. Paardenhouders kruipen dan dikwijls in de huid van een crisismanager, die met allerlei voedingssupplementen het paard doorheen de vachtwissel wil helpen.

Kruiden, knoflook, lijnzaad …. passeren dan de revue. Een uitgebalanceerd rantsoen, waarbij waardevolle eiwitten een sleutelrol spelen is nochtans het allerbelangrijkste.

Een voedingssupplement dat voldoende sporenelementen bevat kan steun geven bij paarden waar de vachtwissel niet vlot verloopt.

Goed grasland waaraan het paard langzaam kan wennen is dikwijls doorslaggevend om het paard van zijn jeukend haarkleed vanaf te helpen.

Lijnzaad

Als u absoluut supplementen wil bijvoederen, is het altijd veiliger het paard een all-in vitamine- en mineralen mengsel te geven, in plaats van bijvoorbeeld in het wilde weg biergist aan het rantsoen toe te voegen.

100 gram getoaste lijnzaadschilfers per dag aan het krachtvoer toevoegen is een klassieker voor een doorsneewarmbloed van zo’n 500 kg. Deze vorm van lijnzaad dient niet meer gekookt te worden. De waardevolle Omega 3 – vetzuren ervan werken bevorderend op het verloop van de vachtwissel. Het resultaat laat trouwens niet lang op zich wachten.

Zogende merries en oude paarden

Zogende merries zullen langer hun wintervacht behouden, omdat ze veel eiwitten kwijtspelen via de moedermelk. Veel fokkers gaan op zoek naar luzernehooi in deze periode van het jaar om dit te counteren.

Ook oude paarden die lang in de wintervacht blijven zitten zijn schering en inslag. Hun stofwisseling vertraagt en haalt minder voedingsstoffen uit de voeding. Hier zijn aangepaste voedingssupplementen een waardevol hulpmiddel. Het gebit van een ouder paard is minder opgewassen tegen het kauwen van de dikke stengels luzernehooi. Men kan dan kiezen voor de gehakselde variant ervan, vlot verkrijgbaar in de handel.

Wanneer zogende merries en oude paarden ondanks aangepaste voeding en verzorging hartje zomer nog in hun wintervacht staan, dringt diergeneeskundig advies zich op.

PP

Meest recent

Meest recent