Startpagina Granen

Bladziektebestrijdingsproeven in wintertarwe

Het Landbouwcentrum Granen (LCG) en partners verrichtte ook vorig jaar weer nuttig onderzoek naar de ziektebestrijding in wintertarwe. Diverse fungiciden werden vergeleken ten aanzien van de bestrijding van bladziekten, toepassing in het stadium ‘voorlaatste blad/laatste blad’ in wintertarwe.

Leestijd : 3 min

Doel van de proefveldwerking is na te gaan welke fungiciden technisch gezien, het meest efficiënt zijn tegen de respectievelijke bladziekten bij de bladbehandeling in wintertarwe.

Hiertoe werden er vijf bladziektebestrijdingsproeven aangelegd in 2016. Deze werden gerealiseerd door:

- Inagro vzw, afdeling Akkerbouw, te Rumbeke-Beitem (proefplaatsen Koksijde in de kustpolder en Zwevegem - Sint-Denijs, provincie West-Vlaanderen)

- vzw PIBO Campus en het Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs (PIBO), te Tongeren (proefplaats Tongeren-Piringen, provincie Limburg)

- het Vrij Technisch Instituut, Land- en Tuinbouw, te Poperinge (proefplaats Poperinge, provincie West-Vlaanderen)

- het Land-en Tuinbouwcentrum Waasland (LTCW), Biotechnische & Sport, te Sint-Niklaas (proefplaats Beveren-Waas (Kieldrecht) in de Wase polder, provincie Oost-Vlaanderen)

Bij de interpretatie van de proefresultaten dient rekening gehouden te worden met de ziektedruk in het proefveld. Het resultaat van een welbepaalde behandeling hangt immers in belangrijke mate af van de aanwezige ziektedruk (aard van de ziekten, tijdstip van de infectie en bezettingsgraad).

In de hiernavolgende proefresultaten dient bij de weergegeven bruto-korrelopbrengsten (= reële korrelopbrengsten) de kostprijs van de fungicidebehandeling (fungicide-, arbeids- en machinekost) nog in mindering gebracht te worden. Deze kostprijs is zeer variabel van bedrijf tot bedrijf.

ziekte1
ziekte2
ziekte3

Zwevegem en Koksijde

Diverse bladbehandelingen werden vergeleken bij toepassing in het stadium ‘voorlaatste blad’ te Zwevegem (Sint-Denijs) en in het stadium ‘verschijnen voorlaatste blad’ te Koksijde. Gezien de vroege druk van gele roest te Zwevegem (Sint-Denijs) en te Koksijde werd er voorafgaand aan de bladbehandeling in het stadium ‘voorlaatste blad’ een behandeling uitgevoerd in het stadium ‘1e knoop’ tegen gele roest met Rubric 1 l/ha.

Onder de gegeven proefomstandigheden werden er tussen de diverse fungiciden bij de bladbehandeling geen significante verschillen vastgesteld te Koksijde. En nagenoeg geen significante verschillen te Zwevegem (Sint-Denijs); enkel Palazzo 1,6 l + Bravo 1 l/ha presteerde significant beter dan de meeste andere fungiciden te Zwevegem (Sint-Denijs)

Toevoeging van Bravo 1 l/ha aan Palazzo 1,6 l/ha verhoogde de bruto-graanopbrengst met 312 kg/ha te Zwevegem (Sint-Denijs) en met 272 kg/ha te Koksijde.

Toevoeging van Rubric 0,75 l/ha aan Cherokee gaf een lichte verhoging van de bruto-graanopbrengst (+ 229 kg/ha) te Zwevegem (Sint-Denijs); te Koksijde werd er geen verhoging van de bruto-graanopbrengst bekomen.

Poperinge en Tongeren

Te Poperinge en Tongeren (Piringen) werd er één bladbehandeling uitgevoerd; deze werd uitgevoerd in het stadium ‘voorlaatste blad’ te Poperinge en in het stadium ‘voorlaatste tot laatste blad’ te Tongeren.

Onder de vermelde proefomstandigheden werden bij inzet van de bladbehandeling in het stadium ‘voorlaatste blad’ te Poperinge, de significant hoogste bruto-meeropbrengsten bekomen met Tifex 0,8 l + Panax 2,4 l en ook de combinatie Cherokee 1,25 l + Rubric 0,75 l. Tussen de overige fungiciden bij de bladbehandeling werden er geen significante verschillen vastgesteld.

Te Tongeren werd de bladbehandeling op een iets later tijdstip ingezet namelijk in het stadium ‘voorlaatste tot laatste blad’. Tussen de diverse fungiciden werden er geen significante verschillen in graanopbrengst vastgesteld.

Beveren-Waas

De bladbehandelingen te Beveren-Waas (Kieldrecht) werden uitgevoerd in het stadium ‘laatste blad’ op 24 mei 2016, dit in tegenstelling tot de andere eerder weergegeven proeflocaties waar dit gebeurde in het stadium ‘voorlaatste blad’. De periode tussen de bladbehandeling en de daaropvolgende aarbehandeling (6 juni 2016) bedroeg slechts dertien dagen.

Onder de gegeven proefomstandigheden en ziektedruk bedroeg de bruto-meeropbrengst door inzet van de bladbehandeling in het stadium ‘laatste blad’ gevolgd door een aarbehandeling met Acanto 0,8 l + Prosaro 1 l/ha, gemiddeld slechts 842 kg/ha. Tussen de diverse fungiciden bij de bladbehandeling werden er geen significante verschillen vastgesteld.

Besluit

Globaal genomen werden er tussen de diverse fungiciden bij de bladbehandeling weinig significante verschillen in bruto-meeropbrengst bekomen. Voor de enkele gevallen waar er significante verschillen tussen de fungiciden bij de bladbehandeling optraden, beperkte dit zich tot slechts twee van de vijf proeflocaties en ging het bo vendien niet om dezelfde fungiciden op beide proeflocaties.

Desalniettemin blijkt dat er een positieve bijdrage kan geleverd worden aan de bruto-graanopbrengst:

- door toevoeging van chloorthalonil aan de bladbehandeling

- door het combineren van meerdere werkzame stoffen/triazolen bij de bladbehandeling

D. Wittouck, J. Claeys, L. Willaert, K. Boone, Inagro vzw, afdeling Akkerbouw, Rumbeke-Beitem; D. Cauffman, M. Carlens, N. Luyx, M. Peumans, K. Vrancken,vzw PIBO Campus en het Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs (PIBO), Tongeren; P. Vermeulen, D. Goethals, S. Vandeputte,Vrij Technisch Instituut, Land- en Tuinbouw, Poperinge; D. Martens, R. Van Avermaet, Land- en Tuinbouwcentrum Waasland (LTCW), Biotechnische & Sport,

Sint-Niklaas.

Lees ook in Granen

Meer artikelen bekijken