Startpagina Actueel

Werkplekleren centraal in nieuwe opleiding Graduaat Productiebeheer (HBO5)

In september gaat een geheel nieuwe opleiding in het hoger onderwijs van start: het graduaat Productiebeheer Land- en Tuinbouw. Het onderwijs komt daarmee tegemoet aan een prangende vraag uit de sector. Wie na twee jaar zijn of haar diploma haalt, is een direct inzetbare productiemedewerker met zin voor organisatie en verantwoordelijkheid.

Leestijd : 3 min

Vlaams minister voor Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) haalde het op haar landbouwpraatje tijdens Agriflanders al aan: het nieuwe graduaat Productiebeheer Land- en Tuinbouw gaat in september van start. Boerenbondvoorzitter Sonja De Becker prees de minister, omdat ze hiermee tegemoet komt aan de dringende vraag naar direct inzetbare, verantwoordelijke arbeidskrachten in de landbouwsector.

Praktijk, praktijk, theorie

Het graduaat is een voltijdse studie van twee jaar, die 120 studiepunten telt. Drie hogescholen bieden de opleiding voor het eerst aan in september: Thomas More in Geel, Odisee in Sint-Niklaas en Vives in Roeselare. Om de opleiding te kunnen volgen is een diploma secundair onderwijs nodig. De studenten krijgen in de lessen een brede, landbouwkundige basis, die dieper gaat dan wat landbouwscholieren zien. Voorkennis is echter niet vereist.

19_04_19_Cartoon_HBO5

In hun lessen werken de docenten heel praktijkgericht, maar het bijzondere aan het graduaat is dat er vooral buiten het leslokaal wordt geleerd. Wettelijk gezien moeten de graduaatsstudenten minstens een derde van de leerstof in het werkveld opdoen.

Dit ‘werkplekleren’ bezorgt hen enerzijds meer technische kennis, anderzijds doen ze ervaring op met het samenwerken met en zelfs het aansturen van andere arbeidskrachten. “Wie afstudeert met een graduaat, kan personeel managen. Hij of zij neemt niet de eindverantwoordelijkheid van het bedrijf op, maar wel een deel ervan”, zegt Stef Aerts, die als docent de opleiding mee vorm gaf op hogeschool Odisee in Sint-Niklaas.

Tussen secundair en bachelor

Aerts noemt de nieuwe graduaatsopleiding ‘de ontbrekende schakel in het landbouwonderwijs’. “Het graduaat Productiebeheer Land- en Tuinbouw is een afstudeerrichting binnen de opleiding Productiebeheer, die bijvoorbeeld ook bestaat voor de textielnijverheid. Ze is ingeschaald op niveau 5, vandaar de benaming HBO5. Het is een niveau hoger dan Se-n-Se (secundair na secundair), dat niveau 4 heeft, en een niveau lager dan bachelor, wat gelijkstaat aan niveau 6. Qua filosofie sluit het graduaat volledig aan bij het hoger onderwijs.”

Docenten Greet Van Avermaet, Betty Heremans en Stef Aerts (Odisee).
Docenten Greet Van Avermaet, Betty Heremans en Stef Aerts (Odisee). - DC

Die ketens zijn verbonden. Je hebt een diploma secundair nodig om te starten met het graduaat. Met je graduaatsdiploma op zak, kan je instromen in een verkort traject naar bachelor. In de bachelor is er dan meer aandacht voor ondernemerschap en specialisatie tijdens de lessen.

Het zalmeffect

Bij Thomas More in Geel duurt het overbruggingstraject twee jaar. Met een omweg kan je er dus in vier jaar tijd je bachelor behalen. Tom Heylen, docent op die hogeschool, verwacht dat sommige studenten dat ook zullen doen: “Het graduaat maakt de overgang van het middelbaar naar het hoger onderwijs beter verteerbaar. Die overgang vraagt veel van een beginnende student: een andere manier van studeren, omgaan met vrijheid… Daardoor vallen bekwame mensen soms uit.”

Docenten Tom Heylen en Paul Grauwen van Thomas More Geel.
Docenten Tom Heylen en Paul Grauwen van Thomas More Geel. - DC

Denkt hij dat de graduaatsopleiding studenten van de bachelor afsnoept? “Misschien zorgt de nieuwe opleiding voor minder inschrijvingen in het eerste jaar bachelor, maar er zal ook minder uitval zijn. Bovendien worden studenten wel wat matuurder op twee jaar tijd. Wie graduaat koos boven bachelor, schakelt nadien misschien over naar bachelor, via het overbruggingstraject”, weerlegt Heylen. “Dat ‘zalmeffect’ zie je meer en meer, in plaats van het omgekeerde ‘watervaleffect’. Dat is veel beter voor de motivatie.”

Werkplekleren

Door de grote focus op werkplekleren, zijn er natuurlijk veel landbouwbedrijven nodig die zich openstellen voor een bedrijfsbezoek of een werkplekstudent. “Een student is niet zomaar een gratis werkkracht, maar we rekenen wel op een win-win”, aldus Aerts. “De bedrijfsleider wordt in de eerste plaats de mentor van de student. Ze worden gematcht volgens hun specialisatie en hebben drie keer contact voor ze het stagecontract ondertekenen. Ook op menselijk vlak moet het kloppen. We laten die bedrijfsleiders niet aan hun lot over. Bij de eerste contacten lichten we alles grondig toe. Het hele semester blijft de bedrijfsleider in contact met de stagebegeleider, die drie keer per semester ter plaatse komt.”

Wie interesse heeft vindt, meer info en contactgegevens verderop in het onderwijsdossier (zie onder).

DC

Lees ook in Actueel

Edito: Ook voor boer moet je (levenslang) leren

Edito De schooltijd – lang of kort, leuk of saai – is dikwijls een memorabele periode. Als jongere moet je dan ook voor het eerst belangrijke keuzes maken. Kiezen voor een landbouwgerichte opleiding is vandaag de dag geen evidentie meer.
Meer artikelen bekijken