Startpagina Akkerbouw

50% driftreductie met verschillende doppen al voldoende

Het gebruik van minimum 50% driftreducerende doppen is sinds 1 januari 2017 verplicht in het kader van Geïntegreerde Gewasbescherming (IPM). Het heeft heel wat voordelen naar het milieu toe, en ook de landbouwer mag de bufferzone naast waterlopen weer wat verkleinen. Na twee jaar ervaring kan men al voorzichtig zeggen dat de gewasbescherming met driftreducerende doppen niet moet inboeten.

Leestijd : 5 min

S tandaardspleetdoppen werken, maar ze veroorzaken veel drift, met heel wat nadelige gevolgen. Met driftreducerende doppen kan men de schade en residu's op buurpercelen, nabijgelegen terreinen en waterlopen beperken. Verder is het gebruik ervan goed voor het imago van de landbouw. Coördinator gewasbescherming/IPM van Inagro Ellen Pauwelyn: “Het gebruik van gewasbescherming staat onder druk. Door te zorgen voor minder residu’s van gewasbeschermingsmiddelen in het water kunnen we de strengere regelgeving beperken. We willen immers nog zoveel mogelijk producten behouden, nadat een heel deel producten zijn verdwenen. Bovendien kan je de bufferzone halveren als je driftreductie gebruikt. Bij het gebruik van 90% driftreducerende doppen kan je voor heel wat producten de bufferzone zelfs reduceren naar een strook van 1 m.”

Welke doppen je mag gebruiken en dus driftreducerend zijn, staat op de site van Fytoweb: hier zie je in tabelvorm alle erkende doppen met de informatie over het merk, type en dopmaat. “Die lijst is recent geüpdatet met nieuwere doppen, waaronder verschillende luchtmengdoppen.” De controle gebeurt door de onafhankelijke controle instantie in het kader van de certificering: vegaplancontroles of de controle van de sectorgids. Momenteel is dat nog niet via de keuring van de spuittoestellen, maar die komt er normaal gezien wel vanaf 2020.

Haalbare doppen getest

In de praktijkproeven van 2018 werden in het kader van het TOPPS-project doppen getest die haalbaar zijn voor de praktijk, namelijk de blauwe doppen die een beperkte waterhoeveelheid vragen (200-300 liter). “We testten vijf driftreducerende doppen in verschillende toepassingen bij meerdere teelten: onkruidbestrijding in maïs en in bieten, plaagbestrijding in aardappel en tripsbestrijding in prei. We vergeleken de driftreducerende doppen met de standaard spleetdop, die niet meer erkend is.”

Onder driftreducerende doppen werd de Teejet DG 110 03 getest, een driftreducerende spleetdop. Het verschil met een standaard spleetdop is een plaatje in de dop die zorgt voor een drukval. Op die manier creëer je lagere snelheden en grotere druppels. Deze dop is erkend als 50% driftreducerend, met een optimale druk van 2 tot 5 bar.

Daarnaast werden twee luchtmengdoppen mee vergeleken. Hier worden grote met lucht gevulde druppels gevormd. De Albuz AVI 110 03 wordt gebruikt met een drukrange van 2-5 bar en is erkend als 75% driftreducerend. De Lechler ID3 120 03 is het best te gebruiken bij 4 -8 bar. Gebruik bij 2 bar is hier niet ideaal. Deze dop is een van de weinige blauwe doppen die als 90% driftreducerend erkend is.

Ten slotte worden ook twee nieuwe types lage druk luchtmengdoppen meegenomen in de proef: de eerste is de Agrotop Airmix 110 03, die gebruikt wordt vanaf 1 tot 6 bar, en 50% driftreducerend is. De tweede is de Lechler IDKT 120 03 dop, een tweewaaier luchtmengdop, ook een lage druk luchtmengdop, die ook gebruikt wordt vanaf 1 tot 6 bar, en 50% driftreducerend is. Een tweewaaier luchtmengdop heeft twee spuitstralen die elk in een hoek staan, waardoor een betere bedekking mogelijk is.

Onkruidbestrijding in maïs

Op een demoplatform in Nieuwenhove werd een onkruidbestrijdingsproef gedaan in maïs, met de zes verschillende doppen. Dit gebeurde op 30 mei als de maïs in 4-5 bladstadium stond met een breed werkend onkruidbestrijdingsmiddel. Zowel bij het spuiten met lage druk (2,5 bar) en 5,5 km/u als met hoge druk (5 bar) aan 7,5 km/u waren er geen verschillen te zien in de resultaten tussen 50%, 75% en 90% driftreducerende doppen, en die vertoonden ook geen verschil met de standaard spleetdoppen. “Als je kan, zoals bij maïs, kies dan voor de hoogste driftreducerende doppen”, raadt Pauwelyn aan. “Wel is het belangrijk om weten dat voor hogedrukluchtmengdoppen 2 bar wel weinig is. Een hogere druk (min 3 bar) is nodig.”

Onkruidbestrijding in bieten

De onkruidbestrijdingsproef in bieten werd aangelegd door het KBIVB. Die werd beoordeeld naar melganzevoet in juni en september, er er werd gewerkt bij verschillende druk en waterhoeveelheden. Omdat je op kleine onkruiden werkt, is spuittechniek heel belangrijk. Alle 50% driftreducerende doppen zorgden in 2018 voor een goede onkruidbestrijding. KBIVB testte in 2017 ook reeds de Teejet DG dop en deze dop geeft reeds twee jaar op rij 100% bestrijding.

Dit is een zeer positief resultaat aangezien 2017 een moeilijker jaar was voor de onkruidbestrijding in biet. “Ook de doppen die meer dan 50% driftreducerend zijn, bieden mogelijkheden voor bepaalde toepassingen. Hier zijn echter wel wat aandachtspunten: gebruik zeker voldoende water: we zien betere resultaten bij 200 l/ha in vergelijking met 150 l/ha. Belangrijk is ook dat je binnen de optimale drukrange blijft en voldoende druk geeft bij hoge druk luchtmengdoppen”, luidt het. Dit wordt verder onderzocht.

Plaagbestrijding in aardappel

De plaagbestrijdingsproef in aardappel werd uitgevoerd samen met het PCA op het demoplatform in Elsegem, op het ras Fontane. Toen werd gespoten bij 5 bar en 300 liter per hectare. In juni, augustus en september werd in totaal drie keer beoordeeld. Ook hier zag men dat bij de 50% drifreducerende doppen en de 90% driftreducerende doppen nooit plaag werd waargenomen. Enkel bij de Albuz AVI dop werden enkele vlekken teruggevonden. “In verdere proeven moet worden opgevolgd of die verschillen consistent zijn”, gaat de onderzoekster verder.

Tripsbestrijding in prei

In deze proef werd bij de gewone spleetdoppen de grootste aantastingen gevonden. Bij het behandelen met de driftreducerende doppen was er minder tripsschade in vergelijking met de standaard spleetdop, met het beste resultaat bij het gebruik van de Lechler ID3 dop. Tripsen zitten bij prei in de schacht, dus door de grotere druppels is er mogelijks een betere indringing van het product. Bij het gebruik van grotere waterhoeveelheden deed de Lechler IDKT dop het net iets beter in vergelijking met de andere doppen, maar dat verschil was niet heel erg groot.

Meer herhaling nodig

Deze resultaten zijn bekomen na één jaar proef, maar de proef moet meerdere keren herhaald worden om de goede werking te bevestigen. Daarom is ook recent een demoproject goedgekeurd door de Vlaamse overheid, waarbij de spuittechniek in de akkerbouw verder onder de loep wordt genomen. Met PCA, Inagro, LCV en KBIVB worden dezelfde proeven herhaald en uitgebreid, in andere weersomstandigheden en andere middelen(combinaties), andere onkruiden,... “Eventueel worden de testen ook uitgebreid met andere driftreducerende doppen, en zullen we ook andere innovatieve spuittechnieken gebruiken in de proef”, sluit Pauwelyn af.

MV

Lees ook in Akkerbouw

Gouverneur en Antwerpse deputatie ontvangen eerste witte asperges uit volle grond

Groenten Op donderdag 25 april waren de grootmeesters van ‘het Grafelijk Genootschap van de Klein-Brabantse Asperges’ te gast in het provinciehuis. Ze brachten de eerste witte, Vlaamse asperges uit volle grond mee. Dat doen ze zo goed als elk jaar sinds 1993. Provinciegouverneur Cathy Berx (cd&v) is ridder in het Grafelijk Genootschap. Zij kreeg samen met de Antwerpse deputatie de eer om de eerste asperges te ontvangen.
Meer artikelen bekijken