LCG neemt meer bruine roest en meeldauw waar: “opvolging aanbevolen”
Deze week werden op 22 waarnemingspercelen (proefpercelen en praktijkvelden) waarnemingen uitgevoerd in de wintertarwe op onbehandeld gewas, in West- en Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Limburg. Naast bladvlekkenziekte en gele roest, worden nu ook bruine roest en meeldauw meer waargenomen, meldt het Landbouwcentrum Granen (LCG) in hun graanbericht.
Het meerderdeel van de wintertarwe (66%) bevindt zich op dit moment in het stadium 37 (puntje laatste blad zichtbaar). Bij 32% van de waarnemingen is stadium 39 (laatste blad volledig zichtbaar) al bereikt. Een kleine minderheid van de wintertarwe (2%) heeft stadium 37 nog niet bereikt. Voor oogvlekkenziekte, meeldauw, bladvlekkenziekte, gele roest en bruine roest kan het LCG het volgende vertellen:
Oogvlekkenziekte niet meer opgevolgd
Oogvlekkenziekte moet vanaf het stadium 33 (3e knoop) niet meer verder worden opgevolgd.
Bladvlekkenziekte en gele roest sterk aanwezig
Bladvlekkenziekte blijft praktisch overal aanwezig. Wanneer in stadium 37 of 39 de voorlaatste en zeker de laatste bladlaag bladvlekkkenziekte vertonen, kan een behandeling noodzakelijk zijn. Voornamelijk gevoelige rassen moeten goed opgevolgd worden. Achteraan dit bericht werd een rassenlijst met gevoeligheid voor bladvlekkenziekte toegevoegd.
Gele roest blijft sterk aanwezig en breidde afgelopen week verder uit naar de bovenste bladlagen. Bij iets meer dan de helft van de waarnemingen werd gele roest teruggevonden. Bij verschillende percelen is een behandeling noodzakelijk, zodat dit goed moet worden opgevolgd! Achteraan dit bericht werd een rassenlijst met gevoeligheid voor gele roest toegevoegd. Voor een advies voor uw specifiek perceel verwijzen we naar de mogelijkheid om een gratis telling via het Epipre-adviessysteem te laten doorrekenen, zodat u op een beredeneerde manier al dan niet een bespuiting kan uitvoeren.
Meeldauw en bruine roest in opmars
Meeldauw komt stilaan meer voor (bij 8 van de 22 waarnemingspercelen) en is voorlopig voornamelijk aanwezig op de onderste bladeren. Dit moet de volgende weken nog verder opgevolgd worden.
Bruine roest komt meer en meer voor. Er werd afgelopen week bij 31% van de waarnemingspercelen bruine roest teruggevonden (t.o.v. 23% vorige week). Eens er bruine roest wordt vastgesteld op een perceel, is een regelmatige opvolging sterk aanbevolen.
