Startpagina Akkerbouw

Krijtlijnen brede weersverzekering vastgelegd

De laatste drie jaar hebben maar liefst acht rampen België geteisterd. Particulieren en zeker de landbouwers hebben dan ook hun peren wel gezien, of zien vallen. De discussie rond het Vlaams rampenfonds en de Vlaamse brede weersverzekering werd in maart beslecht. De Vlaamse regering gaf de goedkeuring voor een subsidieregeling: vanaf 1 januari 2020 kunnen landbouwers die een brede weersverzekering sluiten tot 65% van de verzekeringspremie terugbetaald krijgen. De details leest u hier.

Leestijd : 7 min

D e voorbije drie jaar werden we met maar liefst acht rampen geconfronteerd. Deze kregen een erkenning als algemene ramp ofwel als landbouwramp. De algemene rampen hebben vaak te maken met stormen, rukwinden of overvloedige neerslag. De voorbije twee jaar was er dan weer meer droogte, met een erkenning tot landbouwramp als gevolg.

“Meer dan 95% van de vergoedingen werden bij de algemene rampen uitbetaald aan landbouwers”, vertelt Karolien Cools van Boerenbond op de eerste inspiratienamiddag akkerbouw ‘AKKademie’ van Inagro. “Dat was niet omdat die meer schade zouden hebben, maar omdat in andere sectoren wateroverlast verplicht is opgenomen in een brandverzekering. Die mensen kregen via een klassieke verzekeringsweg het grootste deel van de vergoeding, en dat was bij landbouwteelten niet het geval.”

Het resultaat daarvan is dat we nu geconfronteerd worden met twee nieuwe wetgevingen. Het eerste is het Decreet Vlaams rampenfonds: dat is de overname van het federale decreet over de algemene rampen want tot voor kort was dat nog een federaal verhaal. Het tweede is de brede weersverzekering.

Decreet Vlaams rampenfonds

Het Decreet Vlaams rampenfonds vervangt vanaf 1 januari 2020 de bestaande regelingen voor tegemoetkoming bij algemene of landbouwrampen. Ondertussen blijven de bestaande regelingen geldig. Het fonds komt tussen voor schade voor 'algemene rampen' en dat zal vooral op basis zijn van de gevolgen van ongunstige weersomstandigheden. Die ramp moet wel erkend worden door de Vlaamse overheid.

“Er zijn al wel een aantal aanpassingen voorzien in vergelijking met vroeger. Vroeger kon men enkel een erkenning krijgen als de calamiteit zich om de 20 jaar voordeed, nu wordt dat opgetrokken naar één keer om de 30 jaar”, ging Cools verder. In het verleden werd heel veel gespeeld met de periodes. Ook de financiële criteria moeten vastgelegd worden.

“Nu is het zo dat voor een erkenning van een landbouwramp er minimum voor in totaal 1,24 miljoen euro aan schade moet zijn, met minstens 5.580 euro per dossier gemiddeld. Voor een algemene ramp is dat 1,25 miljoen euro en gemiddeld 5.000 euro per gezin. Hier wordt met ‘per gezin’ gewerkt omdat ook particulieren vergoeding kunnen krijgen.”

Vijf jaar overgangsperiode

Het Vlaams rampenfonds kwam voorheen tussen bij ongunstige weersomstandigheden, zoals vorst, storm en rukwinden, hagel, sneeuw- of ijsdruk, hevige regenval op korte termijn of aanhoudende regen en ernstige droogte. Die moet je nu gaan verzekeren via een brede weersverzekering. Teeltschade door ongunstige weersomstandigheden zal niet langer onder het Vlaams rampenfonds vallen. Er komt wel een overgangsperiode van vijf jaar.

Er zijn twee uitzonderingen voorzien waar het Vlaams rampenfonds wel nog tussen kan komen. Dat is bij zelfstandigen die het financieel zeer moeilijk hebben, en vanuit dat oogpunt wellicht de privéverzekering niet kunnen betalen. Ook wanneer de schadevergoedingen die uitgekeerd worden door privéverzekeraars meer bedragen dan 100 miljoen euro per jaar, zal het rampenfonds optreden als herverzekeraar.

“De eerste 100 miljoen euro zal moeten betaald worden door de verzekeringen. Is het bedrag hoger, komt het rampenfonds tussen. Dit om te vermijden dat de verzekeringen compleet onbetaalbaar zouden worden”, klinkt het.

Overgangsregeling

De tussenkomst voor teeltschade worden afgebouwd in een periode van vijf jaar. Die tussenperiode wordt gekoppeld aan een verzekering. “Tot nu toe is het zo dat mensen die de voorbije twee jaar een dossier hebben ingediend voor droogte, konden genieten van 80% tussenkomst vanuit het rampenfonds voor de geleden schade op voorwaarde dat ze een verzekering hebben afgesloten betreffende ongunstige weersomstandigheden. In de huidige situatie gaat het om een hagelverzekering, want dat is de enige verzekering die op de markt is in Vlaanderen op dit moment. Naar de toekomst toe zal dat een brede weersverzekering zijn”, verklaart Cools.

Vanaf 1 januari 2020 zal het zo zijn dat als tussen 25 en 50% van het areaal verzekerd is, je voor niet-verzekerd areaal kan rekenen op de steun van het rampenfonds, maar met een maximum van 40%. Dat wordt afgebouwd naar 32%, 24%, 16%, 8% en uiteindelijk 0 % vanaf 1 januari 2025. Wie voor meer dan 50% van het areaal verzekerd is, zal een vergoeding krijgen voor de niet-verzekerde teelten van maximum 80%. Die wordt evengoed in die periode van vijf jaar afgebouwd naar 64%, 48%, 32%, 16% en uiteindelijk 0 % vanaf 1 januari 2025. “Dat maximum van 80% is het gevolg van een Europese wetgeving waarop we moeten zien dat we binnen het Europese kader voldoen aan de regels rond staatssteun. Als er verboden staatssteun wordt uitgekeerd, bekijkt Europa dat als verdoken landbouwsubsidie.”

Brede weersverzekering erkend onder voorwaarden

De brede weersverzekering is een polis die aangeboden wordt door privéverzekeraars, en die moeten aan een aantal voorwaarden voldoen. Eén van die voorwaarden die gesteld wordt vanuit de overheid, is dat die weersverzekering minstens zes ongunstige weersomstandigheden of risico's moet verzekeren. Het gaat dus enkel om polissen die verzekeren rond vorst, storm en rukwinden, inclusief hagel- sneeuw of ijsdruk, hevige felle regenbuien of langdurige neerslag en ernstige droogte. “Enkel de verzekering die al deze risico's omvat, komen in aanmerking. Een hagelverzekering alleen komt dus niet in aanmerking voor subsidiering.” Daarnaast moet de brede weersverzekering beschikbaar zijn voor alle openluchtteelten. Als landbouwer moet je je niet voor alle teelten verzekeren, maar wel de kans hiervoor krijgen.

Bovendien kan schade die 20% groter is ten opzichte van het vijfjarig gemiddelde verzekerd worden. “Dat is een verschil met de huidige landbouwramp: om in aanmerking te komen voor een vergoeding uit een landbouwramp moet je minstens 30% schade hebben aan die teelt”, vertelt Cools. Bij de vergelijking met het vijfjarig gemiddelde worden de extremen wel uitgesloten. “Men gaat kijken naar de gemiddelde opbrengsten, en de hoogste en laagste vliegen eruit.” Er is echter wel nog discussie over wat schade is. “Is het productieverlies of inkomensverlies? De Europese verordening die handelt en toelaat dat dergelijke verzekeringen gesubsidieerd worden, is net als veel andere Europese wetgevingen niet altijd even duidelijk en voor interpretatie vatbaar.

Het idee leefde dat het ging om inkomensverlies. Heb je met andere woorden een opbrengstverlies van 30%, maar verdubbelen de prijzen, dan is er geen inkomensverlies en is er dus geen tussenkomst van de verzekering. De laatste tijd helt de discussie echter weer over naar productieverlies omdat het verhaal van inkomensverlies heel moeilijk te becijferen is.”

Hoe de schade moet bepaald worden, mogen de privéverzekeraars zelf bepalen. Hierbij mogen ze gebruik maken indexen, rekenmodellen, drone-beelden,... ook dat zal in de individuele polissen bepaald worden. Ten slotte moet de verzekering altijd aangegaan worden voor een periode van 12 maanden, dus enkel een teeltperiode verzekeren kan niet. De startmaand kan je wel bepalen.

Premiesubsidie?

Lees de polis na!

Het zal als landbouwer heel belangrijk zijn om, als men een aanbod krijgt, heel goed die polis na te kijken. Polissen kunnen onder elkaar verschillen. Zo kan een goedkopere polis een verzekering zijn tegen inkomensverlies, en bij een iets duurdere polis alle productieverlies in aanmerking komt”, waarschuwt ze.

Brede weersverzekeringen die aan de subsidievoorwaarden voldoen, komen in aanmerking voor een premiesubsidie. Je kan ook een private verzekering afsluiten en verzekerd zijn vanaf 10% opbrengstverlies, maar dit houdt een premieverhoging met zich in. Een duurdere polis met minder risico zal dus minder gesubsidieerd worden.

Tegen 30 juni moeten de verzekeraars hun aanvraag tot goedkeuring van een polis indienen bij de Vlaamse overheid. Tegen 30 september zal de overheid bekendmaken welke polissen zijn goedgekeurd en op dat moment zal je als landbouwer kunnen intekenen op die polissen. Datzelfde proces zal zich herhalen in 2020.

Subsidie

via verzamelaanvraag

Wat er in 2020 ook zal lopen, is de aanvraag van de tussenkomst van de subsidiëring. Die moet lopen via de verzamelaanvraag die ten laatste ingediend worden op 21 april 2020. Enkel actieve landbouwers kunnen een subsidie aanvragen en ontvangen. Wil je als land- of tuinbouwer een premiesubsidie krijgen voor de verzekering, dan ga je op het moment van indienen van de verzamelaanvraag moeten zorgen dat de polis afgesloten is. Later wordt nagevraagd bij de verzekeraars of dat de polissen effectief werden afgesloten en betaald, en zal men de subsidie uitbetalen aan de landbouwer.

Die uitbetaling staat los van de erkenning als ramp door de overheid. Die verzekeringen kunnen altijd tussenkomen, los van de goedkeuring als ramp, maar men vraagt aan de verzekering wel om analoge criteria te gebruiken om te bepalen of er kan verzekerd worden of niet.

Het huidige reglement van subsidiëring loopt tot en met 2026. In 2025 wordt het geheel geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd.

65 % premiesubsidie

Voor de premiesubsidie heeft men een bepaald budget voorzien, en de eerste drie jaar zal men 65% van de verzekeringspremie subsidiëren op basis van een verzekering met 30% eigen risico, exclusief de belastingen. Alles wat je van de periode van 2020 tot 2022 inbrengt, zal tot 2026 aan 65% gesubsidieerd worden. Wil je meer teelten in de verzekering steken, dan zal de tussenkomst in functie staan van het nodige budget.

Als er niet veel landbouwers zijn, zal het budget genoeg zijn en zullen de extra hectares ook na 2022 aan 65% gesubsidieerd worden. Als er heel veel landbouwers zijn die instappen in het systeem, dan kan het zijn dat de premiesubsidie voor die extra hectares zal dalen. “Meer dan 65% kan het nooit zijn”, klinkt het. Voor degenen die starten na 31 december 2020 telt het jaar van starten altijd als eerste jaar.

Marlies Vleuge ls

Lees ook in Akkerbouw

Bruine roest breidt uit in wintertarwe

Granen Waarnemingen in graanpercelen tonen een zekere uitbreiding van bruine roest, zo meldt het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG). Septoria blijft uiteraard aanwezig en zal door het buiige weer verder moeten opgevolgd worden. Ook de gevoelige variëteiten voor gele roest moeten in het oog worden gehouden.
Meer artikelen bekijken