Toename van aantal bladluizen in wintertarwe
Volgens het Graanbericht van het Landbouwcentrum granen (LCG) van deze week zijn de huidige weersomstandigheden ongunstig voor de ontwikkeling van plaaginsecten.

Het grootste deel van de tarwepercelen staat momenteel in bloei. Bij een kwart is de bloei voltooid. De ziektedruk wordt niet langer gemonitord gezien het gewasstadium. Bovendien is de T2-behandeling ondertussen uitgevoerd.
Insectendruk
De recente weersomstandigheden zijn nadelig voor de ontwikkeling van de plaaginsecten.
Er werd een toename van het aantal bladluizen waargenomen deze week. Bij 73% van de waarnemingen werden bladluizen teruggevonden (t.o.v. 55% vorige week). Bij 30% van de waarnemingen waren kolonies aanwezig. Gemiddeld was op 13% van de halmen één of meer bladluizen aanwezig, met grote verschillen tussen de percelen. Bij 24% van de waarnemingen werd de schadedrempel bereikt. De meest gevoelige periode voor schade door bladluizen is de periode vanaf het in aar komen tot het begin van de afrijping van het graan. Vooral in de periode tussen de stadia ‘alle aren uit’ en ‘einde bloei’ kunnen de bladluizen grote schade aanrichten.
Graanhaantjes
Het gevaar van de oranje tarwegalmuggen is geweken volgens CRA in Wallonië.