Startpagina Bedrijfsnieuws

Aveve vernieuwt in tarwe- en gerstrassen

Steeds sterker, steeds meer opbrengst. Daar mikt Aveve op met zijn nieuwe rassen in gerst en tarwe. Onder andere de rassenproeven bij LCG bewezen het potentieel van de nieuwigheden. Gecombineerd met nieuwe gewasbeschermingsschema’s, zouden ze de tarwe en gerst moeten vrijwaren van roesten en septoria. Daarnaast wijst Aveve op het nut van twee betrekkelijk nieuwe groenbemestermengsels.

Leestijd : 5 min

Net zoals andere bedrijven doet Arvesta degelijk onderzoek naar alternatieve gewasbeschermingsmiddelen. Dat er veel middelen wegvallen, wordt wel gevoeld. “Zeker op de tarwefungiciden is er een belangrijke impact”, vertelt Peter Willemijns van de technische cel plantenbescherming.

Op zoek naar

nieuwe schema’s

In T1 verdwijnt chloorthalonil, alsook binnenkort enkele basistriazolen zoals propiconazool, tebuconazool en epoxiconazool. “Hiermee zijn we de basis kwijt voor de T1 in tarwe en gerst”, klinkt het ongerust. Verschillende schema’s zullen worden uitgetest om die T1 op te vangen. “We vinden het jammer dat chloorthalonil wegvalt, want nu blijft enkel mancozeb over. Als contactmiddelen zijn deze actieve stoffen resistentiebrekers en die hebben we echt nodig.”

Voor de T2-behandeling, de aarbehandeling, is er wat meer zekerheid. Hier is hun strategie het combineren van een krachtige triazole, zoals prothioconazole, met een carboxamide. “Het voordeel van een triazole is de curatieve werking, wat veel minder is bij de carboxamiden en strobilurines.” Als carboxamide zien ze heil in solatenol. Deze heeft zich al meermaals bewezen als topper tegen bruine roest. Hoewel de carboxamiden het in werking en nawerking beter doen dan strobilurines als het op bladziekten aankomt, wijzen ze er toch op dat het afwisselen van middelen met een verschillende werkingswijze noodzakelijk blijft om verder resistentievorming te voorkomen. “We raden ook aan om te behandelen voor de ziekte er is of in het begin van de aantasting, anders gaan we die niet meer de baas kunnen.”

Chemie correct toepassen is één zaak. Starten met een resistent gerst- of tarweras met een lagere schimmelgevoeligheid doet de problemen naar ziekten toe al drastisch verlagen.

Nieuw in wintergerst

Technical manager AVEVE Zaden Toon Kerkhofs gaf aan in wintergerst te willen focussen op drie rassen. KWS Tonic, als eerste, heeft al een mooie carrière achter zich, maar Toon ziet het ras niet direct stoppen: “Het is al drie jaar het grootste ras in België en ligt al vijf jaar aan in proeven van LCG, waar het altijd een hoge score behaalt in korrelopbrengst.” Nieuwigheden zijn KWS Orbit en Novira.

KWS Orbit is dé nieuwigheid in wintergerst, volgens Aveve. “We zien in dit ras een potentiële opvolger voor KWS Tonic”, vertelt Toon. Het is een halfvroeg ras en het resultaat van de kruising tussen drie rassen, waaronder KWS Tonic en KWS Meridian. Door KWS Meridian te betrekken in de kruising, kent KWS Orbit een hoog hectolitergewicht. De zeer goede korrelopbrengst en goede legervastheid erfde KWS Orbit van KWS Tonic. Het ras werd in 2018 nog niet overal getest. “Maar uit de LCG-resultaten 2018 van Pibo in Tongeren bewees het zich als de hoogste in opbrengst, met een score van 107,4%.”

Novira zal ook als nieuweling op de markt komen.

Deze is tolerant voor het dwergvergelingsvirus een eigenschap die met het wegvallen van Argento bepalender zal worden bij de rassenkeuze. "Op vlak van legervastheid is Novira een stap vooruit ten opzichte van de eerste generatie tolerante rassen, de verhouding in opbrengstpotenieel tussen de nieuwe generatie tolerante rassen en de beste conventionele rassen zal nog moeten blijken uit het rassenonderzoek."

Blikvangers wintertarwe

In wintertarwe wou Aveve de aandacht vestigen op vier rassen: Campesino, Gleam, LG Initial en KWS Smart.

Campesino is een nieuwe naam in het lijstje. De rasnaam is Spaans voor landbouwer. Afkomstig van kweker Secobra, is het ras ingeschreven in het najaar van 2018 in België. Ook in Frankrijk en Duitsland staat het ras op de rassenlijst. Het is geschikt voor tarwe na tarwe omdat die het Pch 1 gen heeft. Hierdoor is het ras resistent voor oogvlekkenziekte, een voetziekte die bij tarwe na tarwe opbrengstderving kan geven.

Verder blinkt het uit op vlak van bladgezondheid: zo is het sterk tegen bruine roest, gele roest, meeldauw en septoria. “In alle onbehandelde rassenproeven stond het op nummer één.” Bovendien is zijn fusariumresistentie meer dan correct. Wat opvalt, is dat het ras zeer vroeg is in oprichten en bloei, maar vroeg in afrijping. Het heeft een langere periode nodig bij korrelvulling. Na twee jaar in officiële rassenproeven te liggen in België, eindigde Campesino op de eerste plaats met 111%.

Ook in Frankrijk behaalde het ras de beste score qua opbrengst, zowel bij de onbehandelde als de behandelde percelen. In Duitsland was het dan weer de beste bij de onbehandelde, en bij de betere bij de behandelde percelen. "Zeer veelbelovende opbrengstresultaten dus" vat Toon samen.

LG Initial , van kweker Limagrain, is een tweede nieuwkomer. Het is een kruising van de rassen Edgar en Premio. Het is een halflate baktarwe, met A-kwaliteit in Duitsland. Aveve geeft aan dat LG Initial de beste kwaliteiten van de twee rassen combineert. De uitstekende tolerantie voor gele roest, de lange aren met veel korrels en het gen Pch 1 zou het ras hebben van Edgar. Ook hier wil de aanwezigheid van het Pch 1 gen betekenen dat het ras geschikt is voor tarwe na tarwe. Door de kruising met Premio is LG Initial resistent voor de oranje tarwegalmug. Bovendien kent het ras een uitstekende Fusarium-tolerantie, wat het ras geschikt maakt om na maïs te zaaien. Ten slotte is het ras ook goed legervast. "LG Initial loopt al sinds 2014 mee in onze eigen rassenproeven en blinkt uit in stabiliteit, daarom zien we zeker een mooie toekomst weggelegd voor dit ras" voorspelt Toon.

Gleam is van oorsprong een Engels ras en scoorde enorm goed in korrelopbrengst in 2017 en 2018. In beide jaren lag de korrelopbrengst van Gleam gemiddeld over alle locaties bijna 10% hoger dan de standaadrassen in proef. Voor Engelse rassen is het hectolitergewicht vaak een aandachtspunt, maar dat is dus niet het geval bij Gleam. Verder is het ras resistent voor de oranje tarwegalmug en kent het een goede legervastheid. Klein puntje is dat het kort stro afgeeft.

KWS Smart ten slotte is een iets ‘oudere rot in het vak’. Aveve beschrijft het als het grootste ras en een garantie als men wil gaan voor een hoge en stabiele korrelopbrengst. “Over alle jaren heen, in alle omstandigheden en op alle locaties zorgde KWS Smart voor een goede opbrengst”, verklaart Kerkhofs. Dit halflaat ras heeft volgens Aveve ook andere troeven. Zo is de stro-opbrengst erg goed en is het resistent voor de oranje tarwegalmug. Door de zeer goede Fusarium-tolerantie is het geschikt voor zaai na (korrel)maïs. Het grootste voordeel is echter de zeer goede uitstoeling. “Dat is een voordeel bij uitzaai onder moeilijkere omstandigheden. Bij late zaai na bieten bijvoorbeeld, of als de grond verslempt bij een hevige regenbui na de zaai kan KWS Smart met zijn sterke uitstoeling het verschil maken”, besluit de technisch manager.

Marlies Vleugels

Lees ook in Bedrijfsnieuws

Meer artikelen bekijken