Jaarlijkse inzamelcampagne Rikolto brengt minder op dan voorheen
De jaarlijkse inzamelcampagne van de ngo Rikolto, het vroegere Vredeseilanden, heeft dit weekend in Vlaanderen minder opgebracht dan in 2019, toen 414.545 euro ingezameld werd. Dat blijkt uit de eerste gegevens afkomstig van enkele steden. Voor de campagne trokken opnieuw duizenden vrijwilligers de straat op om houten lepels te verkopen.
De opbrengst van de inzamelcampagne op straten en supermarkten daalt al enkele jaren. Woordvoerder Jelle Goossens vermoedt dat de reden hiervoor dient gezocht te worden in de toenemende concurrentie van andere verkoopacties. "De Warmste Week bijvoorbeeld is nog maar net gepasseerd." Hij durft zich nog niet te wagen aan een voorspelling over de uiteindelijke opbrengst.
"Op de grote plaatsen merken we overal een minderopbrengst. Deze is evenwel niet dramatisch van aard." Om deze minderopbrengst te compenseren, organiseert Rikolto al enkele jaren meer en meer andere acties. "Naast de gewone stortingen zijn er doorheen het jaar ook nog de sponsoracties door teams die bijvoorbeeld deelnemen aan de 20 km van Brussel", aldus Goossens.
Vorig jaar werd in totaal 1,65 miljoen euro opgehaald bij het Vlaamse publiek. Het totale bedrag dat de Leuvense ngo inzamelt blijft op hetzelfde peil. Een van de nieuwe manieren om geld in te zamelen, die Rikolto voor dit jaar lanceert, is het 'Grootste Diner', waarmee het bij mensen thuis in totaal 10.000 mensen wil samenbrengen rond een lekker diner. De organisatie roept hierbij iedereen op om thuis voor vrienden 'een lekker etentje' te organiseren. In plaats van dat de gasten een doos pralines of bloemen meebrengen, maken zij een gift over ten voordele van Rikolto. Rikolto is een ngo die al meer dan 40 jaar op tal van plaatsen in de wereld steun biedt aan kleinschalige boeren.
De campagne 'Grootste Diner' heeft in die zin ook een sensibiliserend aspect. Wereldproblemen zoals klimaatopwarming, waterschaarste, honger en overgewicht zijn volgens de ngo voor een groot stuk het gevolg van hoe we voedsel produceren en consumeren. Voedsel moet daarom zowel lekker zijn voor de consument als voor het milieu en de boer die ervan moet leven.
