Startpagina Edito

Edito: bittere conclusies suikermarkt

De suikercampagne loopt ten einde. Het is voor de meeste telers en verwerkers een bar slecht jaar geweest. Tijd voor de politiek om na te durven denken over marktingrijpen.

Leestijd : 2 min

Op 30 september 2017 kwam het suikerquotasysteem na bijna 50 jaar ten einde. Sindsdien staat de suikerindustrie in de EU bloot aan de wereldmarkt. De rietsuikeroogsten maar ook politieke besluiten van verre landen bepalen nu in belangrijke mate de prijzen die de bietenteler in de EU ontvangt. De laatste jaren was de opbrengst in deze landen overvloedig. De meeste Belgische bietentelers duiken in het rood.

De liberalisering van de suikermarkt volgde op decennia van felle kritiek op het beleid, die soms werd samengevat als subsidiëring van Europese herenboeren ten koste van arme boeren in de Derde Wereld. Bovendien: waarom zou de Europese consument niet mogen profiteren van de gemiddeld lagere productiekosten in Brazilië of Thailand? We staan in andere markten toch ook concurrentie van over de hele wereld toe?

Op die visie valt veel af te dingen. Als markten goed zijn georganiseerd, wordt recht gedaan aan 2 principes die op het eerste gezicht tegenstrijdig lijken: iedereen is gelijk, en de betere spelers moeten zich kunnen onderscheiden van de mindere. In de suikermarkt gaan die principes niet op. Als men verwijst naar arme boeren: die hebben sowieso al langere tijd dankzij een verdrag vrije toegang tot de EU-markt. Ze maken gebruik van die toegang naargelang de prijzen op de wereldmarkt beter, of minder dan de Europese prijzen zijn.

Op de wereldmarkt komen we vooral grote suikergroepen tegen, denk aan Bunge, Pitr Phol of Louis-Dreyfus, die in landen als Brazilië en Thailand vaak zelf suikerrietplantages runnen of de suikerriet kopen van gigantische agrofirma’s. Daar komt bij dat de suikerproductie- en export in andere landen niet alleen door vraag en antwoord, maar ook politiek bepaald is. De Braziliaanse bijmengplicht, de Indiase gereguleerde export, de Thaise overheid en haar prijspolitiek…

Dichter bij huis stellen we vast dat er 7.000 bietentelers zijn, en slechts 2 suikergroepen. Het is dus een oligopolie. In een imperfecte markt volstaat het niet om de mechanismen van vraag en aanbod te laten spelen om de markt te regelen. De suikermarkt heeft nood aan enige interventie en regulering als tegengewicht voor de imperfecties van de markt. Het kan niet de bedoeling zijn dat bietentelers worden uitgewrongen door enerzijds oneerlijke buitenlandse concurrentie, en anderzijds een oligopolie aan de kant van verwerkers dichtbij. Hopelijk durft men in Brussel hierover nadenken wanneer men een Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en vernieuwd mededingingsbeleid opmaakt.

Als men dat doet, zou men beter ook nadenken over het handelsbeleid. De gevolgen van een handelsverdrag met de Zuid-Amerikaanse Mercosur-landen én de gevolgen van de Brexit, waarbij honderdduizenden tonnen export op het spel staan, zijn niet mals.

Jan Cees Bron

Lees ook in Edito

Meer artikelen bekijken