Startpagina Economie

Derde editie Agridagen trekt ruim 20.000 mensen

De derde editie van Agridagen in Ravels heeft ruim 20.000 bezoekers getrokken. In 2016 trok de eerste editie nog 15.000 bezoekers, en in 2018 passeerden 18.500 mensen de poorten. Het aantal exposanten groeide eveneens. “We zijn een groeiverhaal”, aldus beursmanager Gunther De Mey, “en gaan zeker verder met de beurs!” De sleutel tot succes ligt volgens hem in het lokale, ‘eigen’ karakter van de beurs, en de aanwezigheid van steeds meer dieren.

Leestijd : 4 min

Het voortzetten van Agridagen was vooraf geen 100% uitgemaakte zaak. Het aan Boerenbond gelieerde evenementenbureau AgriBevents vzw, tekende in voor 3 edities. Men nam in feite een financieel slecht draaiende beurs in Geel over. De beurs is deels aanvullend op AgriFlanders, dat in oneven jaren in Gent wordt georganiseerd. Voor landbouwers in het Noorden van Vlaanderen is de afstand tot Gent soms net even te ver. Dat bevestigt ook Jos, een melkveehouder uit de omgeving Lommel. Het lokale karakter van de beurs spreekt hem aan. “Het is toch anders dan Brussel of Parijs. Er is misschien minder spektakel maar er zijn firma’s en collega’s die je kent en waarmee je rechtstreeks zaken kunt doen.”

Luchtmachtbasis

Het beursconcept werd aangepast en de beurs zelf werd verplaatst naar Ravels, vlakbij Turnhout. De locatie is uniek en niet evident: een oude NAVO-luchtmachtbasis. De start- en landingsbaan dient als parking, en de al lang leeg staande hangars worden door de organisatie voorzien van ventilatie, verwarming en elektriciteit. Het omturnen van anders ongebruikte hangars is elke editie weer een huzarenstukje. Voor de seminarieruimte moest zelfs een luxe tent worden opgebouwd omdat de hallen vol waren.

En het is geen verspilde moeite. Sinds de eerste editie is het aantal bezoekers met ruim een derde toegenomen. De organisatie verkocht 3.500 tickets meer in de voorverkoop, en zeker 1.500 meer aan de kassa. Er zijn weinig beurzen in binnen- en buitenland die op zo’n groeicijfer kunnen bogen. Het aantal exposanten nam ook duidelijk toe. De eerste editie telde 172 exposanten, de tweede 201 en dit jaar tekenden 223 firma’s en andere organisaties in.

AgriBevents vzw gaf zichzelf 3 edities de tijd om te bepalen of het concept duurzaam uitgebouwd kan worden. “Het antwoord is ja”, aldus De Mey. “We gaan gesprekken aan met de gemeente voor nog eens 3 edities. Het werkt.” Volgens De Mey schuilt het succes in de persoonlijke benadering van de beurs. Er wordt door de beursorganisatie niet gewerkt met externe mensen, maar met mensen van binnen de sector.

Coronavirus

De beurs ging door te midden van de nodige zorgen over het coronavirus. In Frankrijk zijn indoor evenementen met 5.000 mensen of meer verboden. In Zwitserland gingen alle indoor evenementen met 1.000 mensen of meer in de ban. In Duitsland zijn veel massabijeenkomsten – zoals beurzen afgelast. In België is de verspreiding vooralsnog beperkt. “Maar ik ben wel opgelucht dat de beurs door kon gaan”, geeft De Mey toe. “Net als het stormweer was het een risico. Je weet niet hoe het virus zich verspreidt, en welke maatregelen de overheid wel of niet gaat nemen.”

Boerenorganisatie, meer dieren

De mensen die bijvoorbeeld de parking en entree begeleiden, zijn afkomstig van Landelijke Gilden Turnhout en de Landbouw Advies Raad Ravels. “Boeren dus”, aldus De Mey, “en dat merken de bezoekers ook. Het geeft een bijzondere sfeer.” Het is dus een beurs van, voor en door de sector. Ook werden dit jaar meer dieren de 4 hallen in gebracht.

Er was voortdurend een dierententoonstelling. Vrijdag en zaterdag vond de Junior Holsteinshow Vlaanderen plaats. Op zondag vond onder veel meer dan verwachte belangstelling de Vlaamse prijskamp Belgisch witblauw plaats. Het was een succes dat zelfs CRV niet had verwacht. En ook de prijskamp voor het Belgisch Miniatuurpaard.

De aanwezigheid van dieren komt de sfeer ten goede, denkt de beursorganisatie.
De aanwezigheid van dieren komt de sfeer ten goede, denkt de beursorganisatie. - Foto: JCB

Nederlandse inbreng

De locatie ligt binnen 1 km van de Nederlandse grens, en trekt ook veel bedrijven uit Zuid-Nederland aan. Van de 223 exposanten, komen 60 uit Nederland. Van de bezoekers was circa 10% afkomstig uit Nederland, aldus De Mey. De organisatie baseert deze schatting op een steekproef naar nummerplaten op de bezoekersparking. “10% is niet slecht, maar er is ook nog ruimte voor verbetering”, denkt De Mey.

Voor een aantal bedrijven is de beurs nieuw. Zo was Voergroep Zuid voor het eerst aanwezig. Voor Vitelia Voeders, een coöperatie, was het verre van de eerste keer. Verkoopadviseur Jan Nelissen: “het is een mooie beurs en we verkopen veel pluimveevoeder in België, wat voor ons ook heel dichtbij is. Het is voor Nederlandse voederbedrijven ook een groeimarkt in een tijd dat dieraantallen in eigen land onder druk staan.”

Seminaries

Seminaries zijn voor De Mey een belangrijk onderdeel van de beurs. “Het is voor landbouwers een extra reden om langs te komen, en biedt de pers aanknopingspunten om te schrijven. Dat laatste is ook belangrijk: want zo komt de informatie veel verder dan de seminarieruimte zelf.” Bioveiligheid stond dit jaar centraal.

De seminaries voor rundvee en pluimvee vonden op respectievelijk vrijdagmiddag en avond plaats en werden goed bezocht. Het seminarie over varkens – met name de Afrikaanse varkenspest - zaterdagochtend werd minder goed bezocht. Sowieso was zaterdag de dag met de minste bezoekers. Het is geen groot euvel, maar toch een aandachtspunt. “Daar gaan we eens goed naar kijken”, aldus De Mey.

Jan Cees Bron

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken