Startpagina Akkerbouw

Alles begint met een goede bodem

De pH is bij elk gewas van belang. Desondanks worden er bij de teelt van grasland zelden correcties gedaan naar de pH. Eveneens is het geweten dat er bij een lagere pH een slechtere opname is van nutriënten, en dit ten tijde van een minder intensief bemestingsregime. Een goede pH is rond de 6, dit is afhankelijk van het type grond.

Leestijd : 6 min

Over stikstof en fosfor gaan we in dit artikel geen boom opzetten. Maar een goede raad is: bemest hierin naar behoefte van het gewas en dan kom je in combinatie met dierlijke mest zeker aan een goede opbrengst.

Wat we nog wel gaan toelichten, is het belang van kalium en zwavel. Uit proeven in 2017 is er aangetoond dat een extra kaligift voor de eerste en tweede snede toch van belang is naast de aanwending van runderdrijfmest.

Kalium en zwavel voor meer opbrengst

Kali stimuleert de sapstroom in de grasspriet en deze gaat dan andere mineralen mee opnemen doorheen de plant. Uit kunstmestproeven op grasland in 2017 (figuur 1, p.20), uitgevoerd door Groeikracht Zuid, merkte men een verschil in opbrengst: een gift van 75 extra eenheden kalium resulteerde in 400 kg extra drogestofopbrengst bij de eerste snede. Dit naast een drijfmestgift van 30 m3 waarin ook kalium aanwezig is. Desondanks een vroege bemesting met drijfmest is de kali uit dierlijke mest toch niet snel genoeg opneembaar en gaat dit pas resulteren in de tweede snede. Het gebruik van kali heeft in drogere jaren ook een effect naar plantweerbaarheid voor watertekort. Natuurlijk is droogtestress niet alleen op te lossen met een een extra kaliumgift.

Figuur 1. Opbrengst kg DS/ha ten opzichte van KAS (=100)
Figuur 1. Opbrengst kg DS/ha ten opzichte van KAS (=100) - Bron: Agricamp

Uit dezelfde proef in 2017 blijkt ook dat zwavel het onderschatte element is in de teelt van grasland. Er is er duidelijk te merken dat een extra zwaveltoediening ook resulteert in een verhoogde opbrengst van 600 kg droge stof ten opzichte van een standaard stikstofgift met kalkammonsalpeter(KAS27%).

Als we verder kijken dan de standaardbemesting is er nog een hele keuze.

Selenium in bemesting

Selenium toedienen via grasland heeft een grote meerwaarde bij het verbeteren van de opname bij de koeien. Het is geweten dat er vaak een seleniumtekort optreedt bij runderen en lacterende koeien. Een belangrijk signaal is dikwijls vruchtbaarheidsvermindering en een slechtere biestkwaliteit. Dan grijpt men naar gekende middelen die in krachtvoer of mineralen worden gemengd. In extreme gevallen zal er via een veearts selenium toegediend worden.

Dit kunnen we eventueel voorkomen door selenium toe te passen in combinatie met een onkruidbestrijding. Echter, het kan ook solo gebruikt worden, bijvoorbeeld met het product powerbasic SeCO.

Het grote verschil met selenium via minerale toediening in het voeder, zit hem in het feit dat er eerst door het gras selenium moet worden opgenomen. Zo wordt dit een organisch gebonden selenium, dat beter beschikbaar en opneembaar is voor de koe. Het is van belang om zoveel mogelijk selenium via het ruwvoeder te verstrekken, zodat er geen tekorten zijn in het basisvoer. Het meest haalbare is om dit toe te passen op grasland in plaats van bij mais.

Kunstmeststoffen die selenium bevatten, kunnen ook een meerwaarde bieden. De voorkeur gaat toch naar het aanbrengen via bladvoeding, dit om een betere verdeling te krijgen over het perceel.

Aminozuren als biostimulanten

Gaan we nog verder kijken dan enkel de minerale bemesting dan is er nog een gamma aan biostimulanten. Dit zijn producten die ofwel zorgen voor een betere weerstand van de plant ofwel zorgen voor extra groei.

Een voorbeeld hiervan is een aminozuur. Dit wordt wel meer gebruikt in akkerbouwteelten, maar kent nog geen echt gebruik bij grasland. In 2019 zijn proeven gebeurd om te kijken hoe een grasplant reageert op het toedienen van aminozuren. Aminozuren hebben de eigenschap om een extra groei of bescherming te geven aan de plant. Het meest gekende is om een herbicidebehandeling zachter te maken voor de teelt en toch nog een goed resultaat te hebben bij de onkruidbestrijding.

In de proef was de opzet een meeropbrengst te halen door het gebruik van aminozuren. Echter, door de extreme weersomstandigheden, lees hitte, waren de metingen niet significant genoeg om mee op te nemen. Desondanks deze hoge temperaturen kwam er wel een mooi resultaat uit: de plantweerbaarheid was een stuk beter dan de onbehandelde strook. Het herstel van de grasmat was uitermate beter en was met het blote oog ook zichtbaar.

onbehandeld gras

Het herstel van de grasmat was uitermate beter bij het gras behandeld met aminozuren (onder) in vergelijking met het onbehandeld stuk (boven).
Het herstel van de grasmat was uitermate beter bij het gras behandeld met aminozuren (onder) in vergelijking met het onbehandeld stuk (boven). - Foto’s: Agricamp

Hoe kan dit zijn toepassing dan krijgen? Bij het gebruik van herbicide in het voorjaar kan je dit bijmengen om een vermindering te krijgen van de fytotox. Een betere praktijk echter, is om toe te passen na elke maaibeurt van het gras of tussen het omweiden bij begrazing. Dan is de grasspriet als het ware onthoofd en ondervindt deze stress. Hoe korter dit kan bij het maaien hoe meer resultaat dit geeft. Wat nog een mogelijke toepassing is, is bij een aangekondigde droogteperiode. Hierdoor gaat er geen betere groei zijn maar gaat de impact van de droogte minder zijn.

Alle aminozuren zijn niet geschikt voor toepassing op grasland. Er wordt een voorkeur gegeven aan het gebruik van plantaardige aminozuren in plaats van aminozuren van dierlijke oorsprong.

Gibberellinezuren

In 2017 zijn er nog proeven gebeurd met gibberellinezuren. Dit zijn planteigen hormonen die van nature zorgen voor de groei van het gras. Gibberellines gaan voornamelijk cellulaire expansie en stamverlenging van de plant veroorzaken. Dit is uiteraard gewenst bij intensief grasland. Ook krijgen we hierdoor een stevigere zode die beter bestand is tegen het berijden van de grasstrook met grote machines.

Bij toepassing van Smartgrass net na de eerste snede, konden we een groeiverschil meten van 100 kg DS per ha per week. Dus dit is een verschil van meer dan 10%. Ook bij de maaibeurten die later op het seizoen plaatsvonden was het verschil nog merkbaar en ook hierbij was de herstelperiode na het maaien merkbaar aanwezig. Dit is merkbaar in figuur 2.

Figuur 2. Bij toepassing van Smartgrass zijn er duidelijk verschillen op te merken in opbrengst.
Figuur 2. Bij toepassing van Smartgrass zijn er duidelijk verschillen op te merken in opbrengst. - Bron: Agricamp

Door de verhoging van de DS opbrengst was er geen verdunning van het eiwitgehalte. Dit betekent meer opbrengst van dezelfde kwaliteit. Het gebruik van plantenhormonen is bevorderlijk voor de opname van nutriënten uit de bodem waardoor er minder nitraatresidu optreedt. Uiteraard is de basisbemesting nog altijd van belang en kunnen we hierbij de voorkeur geven aan dierlijke mest.

Juiste maaihoogte hanteren

Beperking van herbicides bij grasland kan je verwezenlijken door een aantal mechanische ingrepen goed in de hand te hebben. Als we spreken over maaihoogte is het al langer gekend dat de zode zo min mogelijk beschadigd mag worden. Er is standaard een maaihoogte van 6 à 7 cm. En, als je hoger maait, is het herstel van de grasmat merkelijk beter. Dit komt door het feit dat het nieuwe groeipunt niet mee afgemaaid wordt en hierdoor de groei niet stopt.

Bij grasklaver is het zelfs zo dat het van belang is om een hoogte van ongeveer 9 cm te hanteren. Hierdoor kan het zijn dat sommige maaiers extra sloffen onder de maaier moeten hebben. Praktisch kan je er best voor zorgen dat de klaver altijd graag nog een aantal blaadjes over heeft om terug uit te beginnen groeien. Meestal ziet men ook jonge zijscheuten die men best niet afmaait. Als je een perceel hebt met rietzwenk is het ook van belang om zeker hoog genoeg te maaien. Als je dit kort maait kan het rietzwenk na een jaar al verdwenen zijn.

Belangrijk is ook dat de messen van de maaier zeker scherp genoeg zijn. Als je een goede rechte snede hebt, is het herstel altijd beter ten opzichte van een gerafelde snede door botte messen. Als je zorgt dat het gras sneller herstelt, dan zal het onkruid dat onderin zit ook minder kans krijgen om zich te ontwikkelen.

Doorzaaien

Doorzaaien kan ook een techniek zijn om onkruiden te voorkomen. Zo zijn er de gekende doorzaaimachines voorzien van schijven met een zware rol achteraan. Als dit door de weersomstandigheden moeilijk is, dan kan je ook met weide-eggen aan de slag gaan en hierop een zaai-unit voorzien. Dit is een machine die in het voorjaar eerder zijn toepassing kent dan in het najaar.

Wil je vlinderbloemigen doorzaaien, zoals klaver, dan kan dit het best eind augustus, begin september. Als het te laat wordt, dan is de ontwikkeling niet groot genoeg om na de winterperiode even snel te kunnen ontwikkelen als het gras.

Bij het doorzaaien van volledige percelen kan je best in 2 verschillende zaairichtingen het perceel bewerken om een mooie ruitzaai te krijgen.

Als je het enkel doet om de grasmat gezond te houden is het voldoende om open plekken door te zaaien aan ongeveer 30 kg per ha.

Tuur Vandeweyer (Agricamp)

Lees ook in Akkerbouw

Fruitboeren vrezen voorspelde nachtvorst

Akkerbouw De lagere temperaturen van de afgelopen dagen en de voorspelde nachtvorst kan tot grote schade leiden bij de fruitkwekers in Limburg. Zowel woensdag- als donderdagnacht (17 en 18 april) zullen de fruitkwekers alle middelen bovenhalen om te voorkomen dat de temperatuur in hun plantages onder het vriespunt zakt. “Al vanaf -1°C kan er schade optreden”, zo zegt Danny Bylemans van PC Fruit in Velm (Sint-Truiden).
Meer artikelen bekijken